Componisten/werken

Cosima en de Wil van de Meester (2):

De dubbelrol van Geheimrat Strecker

 

© Albert van der Schoot, april 2022

 

Voorpublicatie in zeven afleveringen van een hoofdstuk uit het nog te verschijnen boek van Albert van der Schoot, Deutschland über alles, Herr Schuricht! Confrontaties in het Concertgebouw.

Wat voorafging: Mengelberg wil in het Concertgebouw een volledige concertuitvoering geven van Wagners laatste opera, Parsifal. Cosima Wagner stelt alles in het werk om dat te verhinderen. Ze stuurt brieven naar Mengelberg en naar het bestuur van het Toonkunstkoor. Op 9 december 1902 stuurt ze Mengelberg een telegram.

Aflevering 2: De dubbelrol van Geheimrat Strecker

Een reactie op haar telegram zal Cosima niet afwachten. De volgende dag al verschijnt een nieuwe speler op de Amsterdamse Bühne, in de persoon van Geheimrat Ludwig Strecker.(1) Hij is door Cosima ingeschakeld als bemiddelaar, en heeft een gesprek met Mengelberg en de Toonkunstbestuurders Sillem en Dudok van Heel.(2)
De heren leggen aan Strecker uit dat Nederland wel niet gebonden is aan de auteursrechtbepalingen van het verdrag van Bern, maar dat zijzelf handelen alsof dat wel zo was. Al het materiaal hebben ze op volkomen legale wijze via de uitgeverij Schott’s Söhne aangeschaft.

Door de eisen van mevrouw Wagner zijn ze overvallen, maar die hebben voor hen geen rechtskracht, en hoe dan ook zijn de contracten allang getekend en de repetities nu in de laatste fase. Strecker maakt op zijn beurt duidelijk dat het aan mevrouw Wagner is om de gecontracteerde Duitse solisten al dan niet toestemming te geven in Amsterdam op te treden, op straffe van uitsluiting van verdere medewerking aan uitvoeringen in Bayreuth.
De Amsterdammers zijn bereid om van elke akte wat fragmenten te laten vervallen, zodat naar de letter genomen geen sprake zal zijn van een integrale uitvoering, maar het aangekondigde concert moet wel doorgaan. Als de gecontracteerde solisten zich door mevrouw Wagner zouden laten weerhouden hun plicht na te komen, moeten ze op het laatste moment door Nederlandse solisten worden vervangen. Dat zal de kwaliteit van de uitvoering niet ten goede komen.

Geheimrat Ludwig Strecker (1853-1943)

Het verslag dat Strecker van dit onderhoud doet aan Cosima, eerst in een telegram en daarna, uitgebreider, in een brief, leidt tot fatale misverstanden. Cosima is ten onrechte opgelucht als ze in het telegram leest dat Mengelberg zal afzien van de integrale uitvoering, wanneer zij haar verzet tegen de participatie van de solisten uit Bayreuth opgeeft. Daar heeft zij natuurlijk geen problemen mee, als Mengelberg zich maar strikt beperkt tot de door de Meester aangewezen fragmenten die in de concertzaal mogen worden uitgevoerd. En voor de zekerheid stuurt ze nog maar eens een overzicht daarvan naar Amsterdam, ondersteund door een aantal citaten van de Meester. Ze laat Toonkunst op 11 december weten dat ze blij is dat de zaak nu privatim geregeld is, zodat ze niet de zware verplichting van een openbaar protest hoeft aan te gaan. Die Ehrfurcht für den Willen des Meisters muss für jeden Künstler entscheidend sein! En de rest van het concert kunt u vast wel vullen met motetten van Bach, of van de Nederlandse meesters. U moet het publiek uitleggen dat het programma gewijzigd is omdat u een fout hebt gemaakt, dat is makkelijk genoeg en u zult er het respect van het publiek mee verwerven. Zo probeert Cosima ook in Amsterdam de gang van zaken naar haar hand te zetten.

Hoewel ze het bestuur van Toonkunst heeft gevraagd haar brief ook aan Mengelberg te laten lezen, schrijft Cosima de dirigent aansluitend ook zelf weer een uitgebreide brief – nog steeds in de veronderstelling dat door het gesprek met Geheimrat Strecker alles naar haar wens geregeld is. Es ist ja nicht möglich, dass Sie auch nur einen Tact dieses geweihten Werkes dirigiren, wenn Sie wissen dass Sie das gegen den ausdrücklichen Willen seines Schöpfers begehen. En alweer volgt een opsomming van de toegestane fragmenten.

Dan doet ze een beroep op zijn empathie: Sie erkennen wohl, sehr geehrter Herr Director, dass ich in einer Nothlage bin; ich muss gegen eine solche Aufführung des ganzen Parsifal im Concertsaal protestieren.
Ze hoopt nu maar dat Mengelberg, durch Mitleid wissend, bereid zal zijn de wonden van de Meester te genezen, zoals Parsifal dat in het drama doet. Maar helemaal gerust zal ze er toch niet op zijn geweest, want de volgende dag, 12 december, schrijft ze hem opnieuw, nu met de genereuze suggestie dat hij tegenover het publiek aan haar de schuld geeft van de gang van zaken, damit der Unwille sich gegen mich und nicht gegen Sie wende. Maar ach, zo voegt ze eraan toe, zoveel onwil zal er wel niet zijn, als iedereen begrijpt dat u loyal und pietätvoll handelt.

Intussen heeft ze, na het telegram, ook het uitgebreide verslag ontvangen dat Geheimrat Strecker van zijn gesprek in Amsterdam heeft opgesteld. Daarin leest ze dat Amsterdam gedreigd zou hebben dat, als het concert door haar toedoen toch niet door zou kunnen gaan, er de volgende zomer en revanche een volledige geënsceneerde uitvoering plaats zou vinden.

Alle partijen zouden ze dan noot voor noot laten overschrijven. Ze zouden ook notenmateriaal dat in een naburige muziekwinkel ligt kunnen gebruiken, in plaats van het bij de uitgever te bestellen. En in zijn rol van raadgever voegt Strecker daaraan toe: het lijkt me raadzaam om een beetje toegeeflijk te zijn, anders is het misschien met de toegeeflijkheid aan de Amsterdamse kant ook snel voorbij. Nu heb ik ze laten beloven dat ze geen enkele akte integraal zullen uitvoeren.

Deze weergave roept wel een paar vraagtekens op. Zijn gesprekspartners hebben verteld dat er bij anderen plannen hebben bestaan voor een geënsceneerde opvoering, maar ze hebben daaraan toegevoegd dat die niet gerealiseerd zijn. En ze hebben ook duidelijk gemaakt dat ze het notenmateriaal rechtstreeks van uitgeverij Schott in Mainz hebben betrokken; waarom dan dat verhaal over die dreiging, die muziekwinkel, en dat illegaal kopiëren?
Om dat te begrijpen moeten we ons herinneren dat zowel Mengelberg als Toonkunst, maar ook Cosima zelf als hoofdschuldige de firma Schott hebben aangewezen. Die had in de eerste plaats aan de bel moeten trekken, toen duidelijk werd dat Amsterdam een volledige uitvoering voorbereidde. Inplaats daarvan heeft de firma de betaling geïncasseerd voor het notenmateriaal.(3) Wie is dan wel de eindverantwoordelijke voor het doen en laten van Schott?

Toen Franz Schott, de kleinzoon van oprichter Bernhard Schott, in
1874 kinderloos overleed, bevatte zijn testament de bepaling dat
de firma in handen zou komen van zijn goede vriend Ludwig
Strecker, die net als hijzelf ook op goede voet stond met de
familie Wagner.

Er is Geheimrat Ludwig Strecker dus alles aan gelegen om de rol van zijn firma tegenover zijn opdrachtgeefster kleiner voor te stellen dan die in werkelijkheid bleek te zijn.

Partituur Parsifal, B. Schott’s Söhne, 1877

Streckers verdraaiing van de feiten is Cosima niet ontgaan. In haar brief aan hem van 12 december, waarin ze reageert op zijn verslag, stelt ze nog eens vast dat de oorzaak van de gemaakte fouten bij de firma Schott ligt, en gelast ze hem ein für allemal, diesem unter Ihren Führung stehenden Hause den Befehl zu erteilen, nur Stimmen für die vom Meister bewilligten Fragmente zu verkaufen. Ze verbaast zich over de ‘dreiging’ met een theatrale opvoering; dat zou haar ertoe moeten brengen toestemming te geven voor de concertuitvoering?

Een fatsoenlijk mens zwicht toch niet voor bedreigingen? Het gaat hier om de Wil van de Meester! De solisten uit Bayreuth heeft ze intussen duidelijke instructies gegeven, en nu verwacht ze dat de heren in Amsterdam ook tot bezinning zullen komen. Dat schrijft ze aan haar adviseur, en een kopie van die brief gaat meteen naar Mengelberg.

Volgende aflevering: Nog steeds een drama.

Vorige aflevering: Een zuivere, onwetende dwaas.
_________________
(1) Geheimrat is een titel die tot aan de ineenstorting van het Duitse Keizerrijk in 1918 door een vorst kon worden verleend aan een vertrouwenspersoon die als zijn adviseur optrad. De jurist Dr. Ludwig Strecker werd in 1900 tot Geheimrat benoemd door de laatste Groothertog van Hessen, Ernst Ludwig.
(2) Beide Toonkunstbestuurders hebben ook deel uitgemaakt van het Concertgebouwbestuur.
(3) In de correspondentie wordt zowel over ‘lenen’, ‘huren’ als ‘kopen’ gesproken. Het lijkt erop dat niet al het materiaal volgens dezelfde formule ter beschikking is gesteld.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links