![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2012
|
Mahler: Symfonie nr. 1 in D Gürzenich Orchester Köln o.l.v. Markus Stenz Oehms Classics OC 646 • 53' • (sacd) Opname: juli 2011, Kölner Philharmonie, Keulen
Markus Stenz (1965) start dit seizoen als chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest, een positie die hij sinds 2003 eveneens bekleedt in Keulen bij het Gürzenich Orchester. Stenz begon zijn carrière als specialist in eigentijdse werken, met een vierjarige verbintenis aan London Sinfonietta (1994-8). Bij het Melbourne Symphony Orchestra deed hij van 1998 tot 2004 de nodige symfonische ervaring op. De combinatie van beide disciplines maakt hem uiterst geschikt voor het werk in met name de ZaterdagMatinee. Maar er is meer. Zijn voorgangers Edo de Waart en Jaap van Zweden maakten zich sterk om het Radio Filharmonisch Orkest internationaal smoel te geven, en een van de wegen daartoe leidde voor beide naar Gustav Mahler. Edo nam in de Matinee alle Mahler-Symfonieën op voor Radio 4, en die registraties zijn vervolgens door het label RCA op cd uitgebracht. Jaap van Zweden maakte zijn debuut met een indukwekkende vertolking van de driedelige versie van ‘Das klagende Lied’ (klik hier) en een geruchtmakende ‘dubbelmatinee’ waarin hij met eclatant succes ’s middags de Zesde en ’s avonds de Zevende van Mahler drigeerde. Je moet maar durven. Markus Stenz is in Keulen ook aan een Mahler avontuur begonnen, en het is nog behoorlijk ambitieus ook. Want naast concertuitvoeringen van alle symfonieën worden er studio-registraties gerealiseerd, in super-audio, voor het label Oehms Classics. In deze tijd van krimp voor lieden met andersoortige interesses een perverse luxe. Uiteraard moest het spits worden afgebeten met de Vijfde symfonie, die in 1904 in première ging in Keulen, onder de leiding van de componist, en gespeeld door – u raadt het – het Gürzenich Orchester. Die cd verscheen in 2009, en werd in rap tempo gevolgd door de nummers twee tot vier. In 2012 verschijnt behalve deze Eerste ook nog de Achtste. Reden genoeg dus om deze Eerste aan te vragen, na recente nieuwkomers uit Boedapest (Ivan Fischer) (klik hier) en Enschede (Jan Willem de Vriend – de Hamburgse versie) (klik hier). De eerste vraag is natuurlijk: heeft Stenz iets toe te voegen? Het antwoord is een volmondig ja. Stenz gaat in zijn benadering recht op zijn doel af en interpreteert deze vroege symfonie door de bril van de volwassen componist, die als dirigent veel vroeger carrière maakte dan als notenschrijver. De componist Mahler was zijn hele leven geobsedeerd door primaire kleuren en helderheid. Voor hem niet het warme orkestbad van Richard Strauss, maar de klare structuren van Beethoven. In de Eerste kun je als dirigent twee kanten op. De romantische, waarin de scherpe kanten worden gladgestreken en er een romige en warme okestklank ontstaat – daarin is Iván Fischer magistraal. Of de analytische, die alle aandacht besteedt aan het detail, de schrille klanken aan de buitenkant van het spectrum, en de adolescente durf. Het aardige is dat deze benadering de ruimte creëert om bewust gekozen effecten als het ‘Fernorchester’ en glissandi in de strijkers niet zomaar als kleur te zien, maar als een constructivistisch element. Het is lastig uit te leggen, maar ik werd keer op keer herinnerd aan Leos Janacek, die het ook verpofte om een roomsaus over zijn partituren te gieten. Stenz doet iets soortgelijks met de tempi – of moet ik zeggen ritmes ? – de combinatie van beide geeft de klezmermuziek van het derde deel een kleur die heel dicht bij het alledaagse leven staat. Wereldmuziek avant la lettre. Markus Stenz lijkt de ideale man voor het RFO. Een dirigent die op eigen initiatief het Te Deum van Walther Braunfels (klik hier) inbrengt in de ZaterdagMatinee verdient een lauwerkrans. Van mij had voor de pauze deze Mahler mogen klinken – im Sinne des Meisters. index |