Componisten/werken Kent u Christoph Graupner? (18)
© Gerard van der Leeuw, februari 2023
|
|
In aflevering 15 van deze serie (klik hier) zagen we dat Graupner mede door de schrijnende financiële situatie in Darmstadt solliciteerde naar de functie van Thomascantor in Leipzig. En we zagen hoe erg het wel niet was in de brief die Geheimrat Kameytsky aan Landgraaf Ernst Ludwig stuurde. Diezelfde Kameytsky gaf er al eerder zelf ook bijna de brui aan en motiveerde zijn ontslag met een brief van maar liefst 35 kantjes. (1) En wat te denken van een wanhopige brief van vicekapelmeester Gottfried Grünewald uit 1728, die als volgt eindigt:
Graupner vertrok stiekem naar Leipzig, waar hij - op papier afkomstig uit Leipzig - twee auditiecantates schreef om zijn kunnen te tonen: Aus der Tiefe rufen wir GWV 1113/23 a Het zijn beide cantates voor de tweede zondag na Driekoningen, die in 1723 viel op 17 januari. Nog geen maand later, op de zondag Estomihi, 5 februari 1723 klonken in Leipzig de twee cantates die Bach als proefstuk had geschreven: Jesus nahm zu sich die Zwölfe BWV 22 De teksten van deze vier cantates zijn mogelijk geschreven door de dichtende invloedrijke Leipziger burgemeester Gottfried Lange (1672-1748). (3) Graupner had van meet af aan natuurlijk een streepje voor op Bach omdat hij oud-leerling van èn de Thomasschule én van Kuhnau was en bovendien aan de universiteit van Leipzig had gestudeerd. Allemaal dingen die Bach hem niet kon nazeggen. Graupner mocht in Leipzig - geheel buiten het officiële auditieschema om - ook nog zijn Magnificat GWV 1172/22 in de Kerstvespers van 1722 laten horen. Het is een feestelijk stuk, misschien niet zo retorisch als dat van Bach, maar ook hier vinden we retorica. Let eens op de mooie anabasis, de riedel naar boven en katabasis, een sprong naar beneden op de woorden exaltavit humiles: en heeft verheven de nederigen:
Maar op 22 maart 1723 moest Graupner aan burgemeester Lange schrijven dat het hem niet gelukt was in Darmstadt ontslag te krijgen:
We weten hoe het afgelopen is: het werd uiteindelijk Bach. Graupners cantate Aus der Tiefe rufen wir heeft de volgende tekst: Tutti In de tekst duidelijke toespelingen op de evangelielezing van die dag: Johannes 2, 1-11: de bruiloft van Kana. Opvallend hoe goed Graupner in zijn voor Leipzig gecomponeerde cantates aansluit bij de daar geldende tradities. De zangstemmen worden (ad libitum) verdubbeld door blazers, iets wat overigens ook Bach deed. Let eens op de lage vioolpartij op de tekst ‘Gehen wir zu Grunde’. En hij probeert duidelijk aan te sluiten bij het werk van Johann Kuhnau, die hij natuurlijk goed kende. Ook iets wat Bach duidelijk deed, vooral in cantate 22. Graupner wilde, net als alweer Bach, duidelijk laten zien wat hij in zijn mars had. Hoe zou de muziekgeschiedenis eruit hebben gezien als Graupner wel uit Darmstadt had kunnen vertrekken? Naar de vorige aflevering / Naar de volgende aflevering __________________ index |
|