Componisten/werken

Eerbetoon aan Jean-François Dandrieu (1)

 

© Gerard van der Leeuw, november 2023

 

Twee kapitale uitgaven van klavecinist/organist Pieter-Jan Belder met werk van Jean-François Dandrieu (waarover meer in de komende delen van deze serie) wakkerden mijn interesse voor de muziek van deze componist flink aan. Want dat deze muziek onze aandacht meer dan waard is staat voor mij na het beluisteren ervan als een paal boven water. Hier allereerst aandacht aan de componist zelf en zijn opus 1.

Jean-François Dandrieu werd in 1682 geboren in Parijs in een familie die afkomstig was uit Angers. Hij was een wonderkind en trad al op vijfjarige leeftijd op aan het hof, zoals blijkt uit zijn voorwoord bij zijn aan ‘Madame’ (Élisabeth Charlotte d’Orléans) opgedragen opus 1 uit 1705:

Madame
Je prends la liberté d’offrir a VÔTRE ALTESSE ROYALE ces premises de mon travail qui lui sont deuës a plus d’un titre, l’honneur qu’elle me fit de m’entendre joüer du Clavecin lorsque je n’avois pas encore cinq ans…..

Dandrieu studeerde bij de uit Angers afkomstige Jean-Baptiste Moreau (1656-1733), die ook de leraar was van o.a. Michel Pignolet de Montéclair en Louis-Nicolas Clérambault. In 1704 vinden we hem als opvolger van Henry Mahieux als organist van de Saint-Merri in Parijs. In 1718 verscheen zijn belangrijke Principes de l'Accompagnement du Clavecin. En in 1721 werd hij een van de vier organisten aan de Chapelle royale. In 1733 volgde hij zijn oom Pierre Dandrieu op als organist van de in 1791 afgebroken Saint-Barthélemy. Na zijn overlijden op 17 januari 1738 werd hij hier opgevolgd door zijn zuster Jeanne-Françoise Dandrieu.

Naast zijn werken voor klavecimbel en orgel en de hier besproken triosonates schreef Dandrieu nog een zestal sonates voor viool en basso continuo op. 2 (1710). Hoewel zeer Frans van karakter kent zijn muziek toch ook Italiaanse en Duitse (contrapunt!) elementen.

Jean-François Dandrieu: op. 1

Alweer vijf jaar geleden verscheen er een eerste opname van dit opus, uitgevoerd door het Franse ensemble Le Consort. Hun eerste cd. In het tekstboekje bij deze opname is de eerste vraag aan hen:

Les sonates en trio de Dandrieu sont-elles suffisamment intéressantes pour être enregistrées?

En dit is het antwoord:

C’est une question que l’on a pu entendre ici ou là. Encore une oeuvre inédite que l’on sort du placard?
En vaut-elle vraiment la peine? Si Dandrieu est surtout connu pour son traité de basse continue ou ses talents d’organiste, ses sonates en trio méritent une place de premier plan dans la musique de chambre de l’époque. Elles montrent une maîtrise du style et une variété de caractères stupéfiantes. Des danses qui débordent d’énergie, un contrepoint espiègle et fougueux entre les trois parties, des mouvements suspendus par leurs retards à l’italienne très expressifs, de l’articulation, des phrasés, du rythme, de la douceur, de la passion… de la vie.

En wie in de uitvoering van Le Consort naar deze sonates luistert, kan bovenstaande alleen maar beamen. Dit is muziek die gehoord wil worden. Het jeugdige ensemble speelt virtuoos, fantasievol, stijlgetrouw en met aanstekelijk enthousiasme. Als aanvulling spelen ze een aantal triosonates van de in Frankrijk - denk aan Couperins L'apothéose de Corelli - zeer populaire Arcangelo Corelli. Les sonates en trio de Dandrieu sont marquées par l’empreinte de Corelli, aldus Le Consort. En klavecinist Justin Taylor maakte speciaal voor deze cd een bewerking voor trio van Dandrieu’s klavecimbelstuk La Corelli. Een bijzondere cd. Meer Dandrieu in een volgend artikel (klik hier).

 

Opus 1 - Dandrieu - Corelli

Le Consort: Théotime Langlois de Swarte en Sophie de Bardonnèche (viool), Louise Pierrard (viola da gamba), Hanna Salzenstein (cello),
Justin Taylor ( klavecimbel en kistorgel)
Alpha 542 • 62' •
Opname:. okt. 2018, Maladerie Saint-Lazare, Beauvais (F)



index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links