CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2014

 

Brahms: Hoorntrio in Es, op. 40 (voor hoorn, viool en piano)

Schumann: Adagio en Allegro op. 70 (voor hoorn en piano)

Reinecke: Trio in Bes, op. 274 (voor hoorn, klarinet en piano)

Jasper de Waal (hoorn), Candida Thompson (viool), Hans Colbers (klarinet), Frank van de Laar (piano)

Channel Classics CCS SA 34014 • 65' • (sacd)

Opname: april 2012, Studio 'Onder de Linden', Valthermond (B)

   

Jasper de Waal, inmiddels op de kop af een kwarteeuw professioneel hoornist, past in de grote hoorntraditie van zijn voorgangers Dennis Brain, Barry Tuckwell, Alan Civil, Timothy Brown, Hermann Baumann, Richard Watkins en Radek Baborák. Of om enige tijdgenoten te noemen: Stefan Dohr, Bostjan Lipovsek, David Pyatt, John MacDonal, Philip Myers, Teun van der Zwart en Luise Neunecker. Zowel Van der Zwart als Neunecker nam al eerder het Hoorntrio op. 40 op. Van der Zwart (die, in tegenstelling tot de ventielhoorn van De Waal, koos voor een heuse waldhoorn van Lorenz uit 1845 met zijn warme, donkere klank, dit op uitdrukkelijke aanwijzing van de componist) met Isabelle Faust en Alexander Melnikov (klik hier), Neunecker met Antje Weithaas en Silke Avenhaus (klik hier).

Het hoornspel van De Waal kenmerkt zich door een grote technische souplesse en een intense muzikaliteit. De voorliggende sacd is daarvan bepaald niet het eerste bewijs, getuige zijn tot nu toe verschenen opnamen, die zonder uitzondering op deze site lovend zijn besproken.
Kamermuziek heeft een speciale plek in zijn hart, zo schrijft hij in het cd-boekje. Deze uitgave bevat drie van zijn favoriete stukken waarin, zoals hij uiteenzet, de liefde voor de klank van de hoorn niet onder stoelen of banken wordt gestoken en waarin subliem gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van de hoorn en het typische karakter van de klank van het instrument, ook in combinatie met andere instrumenten, zoals in dit geval de klarinet, de viool en de piano.

De Engelsen zeggen weleens: "the proof of the pudding is in the eating." Welnu, de 'pudding' die hier wordt geserveerd kent vele smaaktonen en is zowel stevig als soepel, precies zoals een goede pudding moet zijn. Brahms' warme Trio voor hoorn, viool en piano uit 1865 staat er wonderschoon op, al speelt De Waal niet op de ventielhoorn, Brahms' favoriete instrument. In Schumanns Adagio en Allegro op. 70 voor hoorn en piano uit 1849 (ook opgenomen door Dennis Brain en Gerald Moore, klik hier) valt zowel het fraaie legatospel in het Adagio als de voorbeeldige toonvorming in het gepassioneerde Allegro op. Interessant is ook het rond 1905 door Carl Reinecke gecomponeerde Trio voor hoorn, klarinet en piano (het stuk markeert tevens De Waals begin van zijn carrière als hoornist), met zijn pittige hoekdelen, dromerige Andante (letterlijk een sprookje) en voortvarende Scherzo. De Waal weet zich verzekerd van partners van groot formaat, al vult de hoornklank door de aard van het instrument veelal de kamer: de samenklank is een lust voor het oor, terwijl de instrumentale buitelingen en dartelingen een genot zijn om naar de luisteren. Het staat er bovendien allemaal schitterend op. Het is trouwens een merendeels Nederlandse aangelegenheid geworden, zowel wat de instrumentalisten als wat het label (Channel Classics in het landelijk gelegen Herwijnen) en de gebruikte studioapparatuur (mengtafel van Rens Heijnis, versterkers van Ad van Medevoort, bekabeling van Aalt Jauk van den Hul en luidsprekers van Audio Lab) betreft. Candida Thompson mag dan uit Schotland komen, ze is wel sinds 1995 concertmeester en sinds 2003 artistiek leider van Amsterdam Sinfonietta.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links