CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2017
|
Harmonia Mundi had niets teveel gezegd: een boeket Franse cellomuziek, met die van Henri Dutilleux als epicentrum. Op 22 januari a.s. zal het precies honderd jaar geleden dat Dutilleux in Angers werd geboren. Hij mocht oud worden: hij overleed op 22 mei 2013 in Parijs, nog wel niet zo oud als de niet minder legendarische Amerikaanse componist Elliott Carter (1908-2012, bijna 104!), maar met ruim 97 jaar bereikte Dutilleux toch wel een zeer respectabele leeftijd; en net als Carter bleef hij tot op zeer hoge leeftijd scherp en creatief. Zeer lezenswaardig is het herdenkingsartikel dat collega Emanuel Overbeeke aan Dutilleux wijdde (klik hier). Een korte maar rake typering kwam van de sopraan Barbara Hannigan, die veel met Dutilleux had samengewerkt: 'un maître'. Dutilleux was volgens Overbeeke niet alleen een kind van zijn tijd, maar de 'zoveelste bevestiging dat Freud geen verklaring heeft voor grootheid, iets dat zelfs zijn patiënt Mahler toegaf, en dat de echte meesters ook voor het nageslacht van betekenis blijven'. Het Celloconcert kwam min of meer toevallig tot stand. Op 15 januari 1961 werd Dutilleux uitgenodigd door het Parijse Orchestre Lamoureux dat in de Salle Pleyel een concert gaf. Daar, in de artiestenfoyer, trof Dutilleux de Russische cellist Mstislav Rostropovitsj. Zij raakten in een gesprek verwikkeld, met als resultaat de opdracht van de beroemde Rus aan Dutilleux om een celloconcert voor hem te componeren. Het contract werd al spoedig daarna ondertekend, maar toch duurde het nog geruime tijd alvorens Dutilleux zich aan 'Tout un monde lointain' kon zetten: er lagen nog diverse opdrachten op voltooiing wachten, waaronder de vijf 'Métaboles' in opdracht van het Cleveland Orchestra. Dat Dutilleux ook over een diepgaand literair inzicht beschikte is alom bekend. Niet zo vreemd dus dat menige compositie van zijn hand daarvan de sporen draagt, zoals onder meer blijkt uit dat Celloconcert dat in 1970 werd voltooid. De titel 'Tout un monde lointain' wijst naar een wereld die ver weg is, of verafgelegen, in de verte. We vinden de uitdrukking terug in 'Le chevelure' uit 'Fleurs du mal' van de symbolist Charles Baudelaire:
Die muzikale binding met de (grote) literatuur deelde Dutilleux met zijn grote voorganger Claude Debussy (1862-1918). Misschien is het ook wel typisch Frans, want een dergelijke 'lotsverbondenheid' was ook andere Franse componisten niet vreemd. Niet zozeer in letterlijke zin, alswel in de meer expressieve betekenis, als onverbrekelijk deel van een muzikaal literaire woordenschat. Het schurkt dicht aan tegen wat Beethovens eens noemde 'Mehr Ausdruck der Empfindung als Mahlerey' (over zijn 'Pastorale'). De uitdrukking van een gevoel, en niet zozeer (klank)schildering. Een ander aspect van Dutilleux' componeren is dat het retorische element daarin zeer goed ontwikkeld is, zelfs als zijn klankwereld naar metafysische verten reikt ('un monde lointain'?), met dien verstande dat aan zijn muziek zelf niets vaags te ontdekken valt: het stempel is zo persoonlijk, zo eigen, dat het direct als zodanig wordt herkend. Ook min of meer toevallig ontstonden de 'Trois strophes sur le nom Sacher' voor cello solo. Twee weken na de première van 'Tout un monde lointain' ontving Dutilleux een brief van de Zwitserse dirigent en mecenas Paul Sacher, de man die aan een groot aantal componisten van naam en faam (waaronder Béla Bartók) compositieopdrachten had verstrekt. Aangespoord door Rostropovitsj adviseerde Sacher Dutilleux om in Zürich te een hoornvliestransplantatie te ondergaan, een operatie die dringend nodig was nadat de componist het zicht in een oog vrijwel was verloren als gevolg van gordelroos. De ingreep vond in 1972 plaats en leidde al spoedig tot volledig herstel. Een dankbare Dutilleux componeerde in 1976 voor de zeventigste verjaardag van Sacher een hommage 'op de naam Sacher', een stuk voor cello solo dat toen nog slechts bestond één deeltje. In 1982 volgden er spontaan echter nog twee. De nogal krasserige 'Trois strophes' zijn gestoeld op de noten Es, A, C, H, E en D. Debussy's driedelige Cellosonate is met nog geen elf minuten speelduur helaas een te kort werk. De omstandigheden waaronder Debussy deze Sonate componeerde waren verre van gunstig. Oorspronkelijk had Debussy een cyclus van zes sonates 'in de oude vorm' in verschillende bezettingen in gedachten. Door zijn slopende ziekte (hij leed aan kanker) lukte het hem echter niet om meer dan drie sonates te voltooien. Hij stierf op 25 maart 1918 in Parijs. Voor de Cellosonate had hij zijn oog laten vallen op werken van François Couperin (1688-1733) en Jean-Philippe Rameau (1683-1764). Zo begint het stuk met een heuse 'prologue' die de stilistische kenmerken heeft van de gevarieerde prélude uit de (Franse) barok. We zullen dergelijke 'haasjes-over' overigens ook bij andere Franse componisten aantreffen, waaronder Maurice Ravel. Uitvoering Nu is er een nieuwe opname verschenen die de beide 'oudjes' maar ook Karttunen in de schaduw stelt. Met het spel van Emmanuelle Bertrand zijn we bij een nieuwe norm beland, met haar rijk geschakeerde toon, de lichte toets en zeldzaam indringende expressiviteit. Gaandeweg worden we getuige van een waar wonder van klankkleuren, we bevinden ons in een bijna sprookjesachtig, buitengewoon verbeeldingsvol discours, alsof de dichter rechtstreeks tot ons spreekt. Wonder boven wonder legt het Symfonieorkest uit Luzern onder James Gaffigan het volmaakt gedoseerde Franse gewicht in de schaal, met een verbluffende uitkomst tot gevolg: in dit kameleontische werk worden de stoutste verwachtingen nog overtroffen. Jammer is dat dit grandioze spel met zijn fabuleus gedifferentieerde klankkleuren en geraffineerde schakeringen in de 'Trois strophes' geen kans van slagen heeft, met als oorzaak het ongeïnspireerde gekras van de pen van Dutilleux zelf. Dit in tegenstelling tot de Cellosonate van Debussy, waarin de pianist Pascal Amoyel op gelijkwaardig spiritueel niveau met Bertrand musiceert. Met een speelduur van nog geen 48 minuten en de wat mij betreft volkomen overbodige 'Trois strophes' is dit geen rijkelijk toebedeelde cd geworden, maar één ding is wel duidelijk: deze 'Tout un Monde lointain' heerst op alle fronten. Van de uitvoering van Debussy's Cellosonate kan zonder voorbehoud hetzelfde worden gezegd. index |
|