CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2011

 

 

Cerha: Bruchstück, geträumt (voor ensemble (2009) - Neun Bagatellen (voor strijktrio) (2008) - Instants (voor orkest) (2006/07).

Zebra Trio, Klangforum Wien o.l.v. Sylvain Cambreling, WDR Sinfonieorchester Köln o.l.v. Peter Rundel

Kairos 0013152KAI • 67' •


Wat in de concertzaal nooit wordt gehoord is veelal gelukkig wel op cd beschikbaar. Dat laatste is zeker niet van een leien dakje gegaan: de cd is intussen zo'n dertig jaar oud en het heeft wel even geduurd alvorens de labels cd's gingen uitbrengen met (veel) minder of zelfs geheel onbekende muziek uit heden en verleden. Eerst kwam het (over)bekende repertoire als manna met bakken uit de hemel en pas toen dat eenmaal zijn beslag had gekregen werd de aandacht meer gericht op al dat moois dat zich 'ergens aan de periferie' ophield. Wie had zo'n twintig jaar geleden kunnen denken dat een label als Kairos zich intensief zou gaan bezighouden met de muziek van Friedrich Cerha? In ieder geval is het tekenend dat ik al eerder, in 2009 en 2010, cd's met muziek van Cerha op deze site besprak (klik hier en hier).

Misschien lijkt het op het intrappen van een open deur, maar niet ieder muziekstuk hoeft per se een meesterwerk te zijn (voor zover we daarvoor een geschikt criterium kunnen bedenken, wat me uitermate lastig lijkt). In plaats van ons daarover het hoofd te breken kunnen we ons veel beter richten op de mijns inziens broodnodige diversificatie ofwel spreiding. Daar ligt wat mij betreft de essentie van het hedendaagse muziekbedrijf. Bovendien, hoe meer stukken er in de concertzaal worden gespeeld of op cd worden gezet, des te welsprekender en fascinerender wordt op die manier het overzicht van pakweg zeven eeuwen muziekgeschiedenis: we groeien dan zelf mee en in plaats van de dode letter is het levende klank die onze zintuigen streelt en onze gedachten op hol brengt.
Dat wil niet zeggen dat we dan maar rigoureus een ferme streep moeten zetten na twintig cd's met Mahler V of Beethoven III, maar het is wel buitengewoon jammer dat veel interessant repertoire niet of nauwelijks onder de aandacht komt terwijl we wel worden overspoeld met veel van hetzelfde. Dat blijkbaar niet te stuiten proces wordt nog eens in de hand gewerkt door de onvermijdelijke herdenking van geboorte- of sterfjaar van een 'belangrijk componist', met bijgevolg wéér een stortvloed van her- en nieuwe uitgaven die we te verwerken krijgen. Die - zij het ietwat gechargeerde - uitspraak van Otto Ketting, dat het spelen van Mahler verboden zou moeten worden, kan ik, in dit licht bezien, best begrijpen. Er wordt zoveel zo vaak herhaald dat het onherroepelijke gevolg daarvan is dat interessant ander materiaal gewoon blijft liggen, niet aan bod komt. Het is zo simpel: een orkest dat tijdens drie of vier abonnementsconcerten Mahlers Tweede uitvoert kan in die tijd niet iets anders spelen; terwijl dat 'anders' best spiksplinternieuw of niet of nauwelijks bekend mag zijn. Dit is niet zozeer een specifiek pleidooi voor de Nederlandse muziek alswel de erkenning dat een veel bredere oriëntatie gewoon essentieel om het tamelijk verstofte muziekleven uit zijn fossiele structuren te halen. Als we dat doen kan dat niet alleen voor ons, maar ook voor de kunst zelf alleen maar positief uitpakken. Trouwens, wie vraagt er nu eigenlijk om muziek die niet wordt gekend? Ja, zult u misschien zeggen, maar er is toch immers de cd! Helaas, concertgangers zijn per definitie geen cd-kopers en cd-kopers geen concertgangers. Hoe vaak heb ik me er niet over verbaasd dat een volle zaal tijdens de pauze niet meer dan een handvol cd's afneemt van die violist die vóór de pauze de sterren van de hemel speelde en mocht rekenen op daverende bijval.

Van dat onbekende naar de muziek van Friedrich Cerha is helaas slechts een minuscule stap. Wie de moeite neemt om de vaderlandse reguliere concertprogramma's na te lopen komt geen composities van hem tegen, terwijl hij toch wordt gerekend tot een van de toonaangevende Europese componisten. Een componist bovenal die het experiment tot de kern van zijn componeren heeft gemaakt. Het was ook Cerha die de onvoltooid gebleven slotakte van Alban Bergs Lulu (hij werd sterk door hem beïnvloed) naar een overtuigend einde wist te voeren. Dat ging her en der niet zonder misprijzen of zelfs hoon. Al tijdens de première van de voltooide versie in Parijs op 24 februari 1979 werd hij meesmuilend 'Monsieur troisième acte' genoemd. Cerha, de ontdekker van nieuwe klankspectra en de bedenker van nieuwe vormen.

Cerha's werkelijke, zo u wilt wezenlijke plaats in de zo rijke muziekgeschiedenis moet uiteraard nog worden bepaald. De inmiddels 85-jarige, in Wenen geboren en daar nog steeds wonende componist, schrijver en dirigent (hier mag nog wel even worden vermeld dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in tegenstelling tot de meeste van zijn landgenoten het fascisme niet alleen de rug toekeerde, maar er zich actief tegen verzette) heeft in ieder geval voldoende stukken achtergelaten die pas heel veel later een relatief objectief oordeel mogelijk maken. Voorlopig geldt, vrij naar een Bach-cantate: 'Cerha's Zeit ist die allerbeste Zeit.' Er zijn gelukkig nog steeds nieuwe, ongetwijfeld fascinerende composities die zijn schrijftafel bedekken.

Zoals met alle eigentijdse muziek is de tijdfactor heel belangrijk. Het is ronduit een tragedie dat 'moeilijke' muziek (dat is meestal de belangrijkste, maar helaas uiterst vage kwalificatie voor eigentijdse stukken) op een matig tot slecht niveau worden gespeeld. De wetenschap dat een première tevens de dernière inluidt stimuleert niet om er tijdens de repetities het beste van te maken. Daar komt dan nog bij dat het publiek nu eenmaal niet warmloopt voor de 'modernen', voor de avant-garde. Wie naar iets nieuws onder de zon zoekt maar hier volstrekt niet zijn, want het is al meer dan een halve eeuw zo. Aan de ene kant is het een kwestie van vechten tegen de bierkaai en aan de andere kant die van de onverzettelijkheid die essentieel blijft om die 'vreemde' stukken tóch op het programma te krijgen en te houden. Wie toegeeft aan gemakzucht heeft het pleit al bij voorbaat verloren. Wie zijn ogen sluit voor het eenvoudige gegeven dat een Beethoven-symfonie al snel 'geramd zit' en a priori een volle zaal trekt ontkent de harde werkelijkheid van het hedendaagse componeren én uitvoeren.

Met die wetenschap is het beluiisteren van deze cd een heel positieve ervaring: we betreden een klankwereld en worden geconfronteerd met een creatief voorstellingsvermogen dat ons zónder deze cd naar alle waarschijnlijkheid zou zijn onthouden. Het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat we nu kunnen luisteren naar deze 'gedroomde brokstukken' of de negen bagatellen. Ergo, we zouden er nóóit van hebben gehoord (dat mag dus letterlijk worden genomen!) als de Kairos-technici in 2009 en 2010 niet present waren geweest in het Weense Konzerthaus, een studio van de Oostenrijkse omroep en in de Keulse Philharmonie. En wie aandachtig luistert begrijpt dat aan deze productie heel veel artistieke en technische aandacht is besteed: de rijpe vruchten ervan vallen niet vanzelf van de boom. Bovendien wordt deze nieuwe uitgave nog eens extra aantrekkelijk gemaakt door de wonderschone opname in, ik zou intussen bijna zeggen, de beste Kairos-traditie.Tot slot mag bovendien worden gezegd hoezeer de Franse dirigent Sylvain Cambreling - evenals bijvoorbeeld Hans Rosbaud en Ernest Bour vóór hem - zijn stempel heeft gedrukt op de uitvoering van de Europese eigentijdse muziek. Zonder zijn voortdurende inspanningen zou dat domein nog veel schraler zijn geweest.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links