Actueel 'Seid nüchtern und wachet' Russische muziek en musici in de ban?
© Aart van der Wal, 20 maart 2022
|
De klassieke radiozender van onze zuiderburen, Klara, heeft kort vóór de uitzending van het (overigens uitverkochte) concert in het kader van het Klarafestival dat plaatsvond op zaterdagavond 19 maart in Brussel ‘na uitgebreid intern overleg geoordeeld om de 'Leningrad'-symfonie van Dmitri Sjostakovitsj niet live uit te zenden'. De toelichting op het besluit viel te lezen op de website van de omroep:
Geen Sjostakovitsj dus, die zaterdagavond. Wel Beethovens Vijfde pianoconcert, waar - het spreekt voor zich – niemand zich een buil aan zou (kunnen) vallen. Hoewel… Wie wat dieper in de krochten van de ontstaansgeschiedenis duikt komt Beethovens vriend en muziekuitgever J.B. Cramer tegen, die de titel ‘Keizersconcert' bedacht zou hebben, als verwijzing naar Napoleon Bonaparte. Een nogal twijfelachtige eer voor deze veldheer en keizer die in Europa met zijn legers dood en verderf zaaide (ik herinner in dit verband aan de uitermate bloedige Russische veldtocht van 1812, slechts luttele maanden na de première van het pianoconcert, op 28 november 1811..) Maar goed te weten dat de titel niet door de componist zelf is bedacht (die ook niks met Napoleon had, zoals we allemaal wel weten). Dat daargelaten heeft Klara door het schrappen van de ‘Leningrad' de botte bijl gehanteerd, in de onwelriekende gedachte om een werk niet uit te programmeren dat mogelijk als 'controversieel wordt ervaren' (wat voor menigeen altijd al zal hebben gegolden). De symfonie op het hakblok van de Klara-censuur? Want wie het opus in verband brengt met culturele informatie kan uit het door de Vlaamse omroep genomen besluit opmaken dat deze als feitelijk controlerende macht, maar ook als groepering er doelbewust vooor heeft gekozen die informatie achter te houden, danwel deze aan banden te leggen. Er zit geen kiertje licht tussen deze inperking van wat ik als culturele vrijheid beschouw. Het besluit heeft niet alleen mij midscheeps getroffen. De Leningrad-symfonie van Sjostakovitsj is typisch zo'n werk dat door zijn bombastische inslag (met name in het openings- en slotdeel) door de toenmalige Russische machthebbers in de repressieve Sovjetstaat voor eigen gewin danig is misbruikt. Het moest toch vooral nationalistische gevoelens aanwakkeren, zoals ook veel later nog eens bleek, toen in 2008 de symfonie in Zuid-Ossetië werd uitgevoerd ‘ter viering' van de Russische invasie in Georgië. U raadt misschien al wie toen op de bok stond: Valery Gergiev, Poetin-aanhanger van het eerste uur. Maar de werkelijkheid is toch dat de ‘Leningrad' niet alleen door bombast zijn weg naar de oppervlakte heeft gevonden. De componist was immers zelf een van de tallozen die onder het nazi-juk gebukt gingen. Leningrad kreeg vooral bekendheid door de langdurige belegering (van 8 september 1941 tot 27 januari 1944) door het Duitse leger. De vergelijking met de huidige situatie in Marioepol dient zich althans deels aan, want ook het centrum van Leningrad werd voortdurend beschoten en door de Duitsers vrijwel geheel verwoest. Toch zagen ze geen kans om door de hardnekkige verdediging heen te breken, waarna uiteindelijk werd overgegaan tot uithongering: de toevoerwegen werden afgesloten, waardoor van de ruim eenmiljoen inwoners er honderdduizenden stierven door gebrek aan voedsel (zelfs kannibalisme kwam regelmatig voor). Niemand heeft dit beter beschreven dan Lidia Ginzburg in haar novelle Omsingeld; notities van een belegerde. De onderkoelde stijl (het leest bijna als een journalistiek verslag) maakt nog steeds diepe indruk (in de vertaling van Jan Robert Braat en van een nawoord voorzien door Kees Verheul). Het in 1988 bij Pegasus verschenen boek is nog steeds verkrijgbaar (ISBN 9789061431985). Sjostakovitsj' Zevende symfonie, voltooid op 27 december 1941, heeft de naam van zijn geboortestad meegekregen. De diepe voren van de oorlog vinden we er onverbloemd in terug: marsmuziek, diepe wanhoop, inktzwarte treurnis, maar ook de zoektocht naar vrede en wellicht de hoop op een of andere vorm van gerechtigheid. Dat heeft de symfonie in feite ook zijn universele betekenis meegegeven: dat oorlog en onderdrukking van alle tijden zijn en dat ook deze muziek de mens een bepaald niet aanlokkelijke spiegel voorhoudt. De geschiedenis telt vele dictators die ten strijde trokken, maar ze zijn er ook nu en ongetwijfeld ook nog ver in de toekomst. Wat zou Klara hebben besloten als niet de Zevende ('Leningrad'), maar bijvoorbeeld de Dertiende symfonie op het programma had gestaan, met de zo treffende bijnaam ‘Babi-Jar'? Of de Veertiende? In ieder geval ligt het antwoord daarin dat ieder kunstwerk gehoord (of gezien of gelezen) dient te worden omdat het per definitie een kunstwerk ís. Het is een probleem dat in de afgelopen tijd meer en meer om zich heeft gegrepen: de overgevoeligheid voor wat niet anders dan de historische , onwrikbare feiten zijn; hoe oncomfortabel het ook mag voelen. Zeehelden die geen echte helden blijken te zijn, de slavenhandel, maar ook de Bersiap: de lijst is schier eindeloos. Dat overgevoelige brengt daarmee het onverdraagzame in beeld. Door de ‘Leningrad' niet uit te zenden en daarover deze verklaring af te leggen, speelt deze omroep degenen in de kaart die de symfonie inderdaad slechts beschouwen als nationalistisch paradepaard, maar wellicht ook zij die vinden dat álle Russische kunst nu maar in de ban moet worden gedaan. Literatuur, beeldende kunst, muziek: het slot erop want het is Russisch en dus verderfelijk. Al zijn er gelukkig verstandige[r] mensen, weldenkenden in o.a. de politiek en het sociale middenveld, die wél Tsjechov, Poesjkin, Rachmaninov of Tsjaikovski blijven propageren. Het is ‘slechts' de ‘Leningrad' die op het hakblok is gelegd, maar laat niemand zich vergissen: het feit op zich is al ernstig genoeg. Een ware schokgolf trok door Europa sinds de Russische invasie van Oekraïne die op 24 februari begon. In de cultuursector régende het al snel daarna afzeggingen of werden Russische musici de wacht aangezegd, allerlei contracten verbroken, lopende afspraken geannuleerd. Eerst achteraf zal duidelijk worden of er in menig geval terecht is gehandeld, maar de schade is nu al enorm in een sector die een uiterst belangrijke rol vervult. Wat daarbij ook is gebleken, is dat het een aantal musici blijkbaar buitengewoon moeilijk valt om de ommezwaai te maken van pro-Poetin naar anti-Poetin; met alle gevolgen van dien. Edoch, het binnen het westers denken zwart of wit, men is voor of tegen, zonder dat goed wordt nagedacht over de gevolgen die een anti-houding jegens Poetin voor menige musicus teweeg kan brengen: bijvoorbeeld voor hen die in Rusland woonachtig zijn, daar hun familie hebben en zich feitelijk gedwongen zien om zich driemaal bedenken alvorens een uitspraak in die richting te doen. En dit in de wetenschap dat hun successen op de Westerse en Aziatische podia, feitelijk voor hen van levensbelang, zomaar op de tocht kunnen komen te staan door publiekelijk een anti-houding aan te nemen. De ex-intendant van de Parijse Philharmonie, Laurent Bayle, verwoordde het in de Franse kwaliteitskrant Le Figaro zo: ‘Als in het hart van de klassieke muziek de kunstenaars worden geboycot, betekent dat een steen in de tuin van Poetin en een terugkeer naar de Sovjet-ijstijd. Deze oorlog lijkt de globalisering van het klassieke kunstenaarschap, zoals we dat al drie decennia kennen, voor altijd teniet te doen.' Maar ook: ze raken in een nogal hopeloze situatie verzeild als alleen nog toegang tot de westerse podia en concoursen kan worden verworven als ze zich uitdrukkelijk tégen de oorlog uitspreken. Dat is niet alleen een kwestie van het afwegen van belangen, maar ook van persoonlijke veiligheid. Dan doel ik uiteraard niet op degenen die zich publiekelijk vóór Poetin uitspraken of die de invasie in volle overtuiging steunden. Maar zelfs wie openlijk van zijn afkeuring blijk geeft, hoeft niet a priori op steun of begrip te rekenen. Zo schrapte het Londense Royal Opera House de optredens van het Bolsjoj: ruim twintig voorstellingen werden halsoverkop in de ban gedaan; en dat terwijl artistiek leider Vladimir Oerin zich zelfs schriftelijk, bij petitie, had uitgesproken tégen de oorlog in Oekraïne. In Wales werd een onverdroten Tsjaikovski-festival afgeblazen. We zien het om ons heen: de afzeggingen, de boycots gaan als een lopend vuurtje door allerlei culturele instellingen, orkesten, ensembles, individuele musici, dansers, acteurs, wetenschappers. Hoe het ook zij en hoe het verder nog mag uitpakken: de schade op cultuurgebied is al enorm. Als we ons vrijwillig afsluiten van de Russische cultuur betekent dit ook dat we er geen kennis (meer) van kunnen nemen, maar misschien nog erger is dat we in een volstrekt ongewenst denkpatroon terechtkomen: dat van zij-en-wij. Wat nu in de eerste plaats nodig is, is dat in EU-verband er duidelijke regels of richtlijnen komen ten aanzien van de ‘behandeling' van Russische kunstenaars. Dat niet ieder land, niet iedere instelling maar wat doet, maar dat er een coherente aanpak wordt nagestreefd. Daar zijn ook de cultuurliefhebbers bij gebaat, waar zij zich ook mogen bevinden. _______________ index |