Actueel Valery Gergiev exit
© Aart van der Wal, 3 maart 2022
|
||||||
Het kan snel gaan: zo ben je een wereldwijd gevierde topdirigent en zo ben je een paria die op geen enkel westers concertpodium nog welkom is. Het overkwam enige dagen geleden topdirigent Valery Gergiev (68), die al jaren zeer vriendschappelijke banden onderhoudt met zijn leeftijdsgenoot Vladimir Poetin (69), in een relatie die hem bepaald geen windeieren heeft gelegd. Ook Gergiev heeft - zij het niet alleen dankzij Poetin - een groot fortuin opgebouwd, waarvan een groot deel (er wordt zelfs gesproken van 150 miljoen) in Italië heeft gestald. Hij volgt daarin deels het beeld dat we van de Russische oligarchen kennen, met onder hun bezittingen de rijk geornamenteerde landhuizen en appartementen
Is het wel of niet terecht dat hij zo snel is ‘kaltgestellt'? Zijn stilzwijgen ten aanzien van de Russische inval in Oekraïne en zijn loyaliteit jegens Poetin lijken de bekende druppel te zijn geweest. Loyaliteit die we bijvoorbeeld terugzagen in mei 2016 , toen hij 'zijn' Mariinski-orkest uit Sint-Petersburg dirigeerde op de puinhopen van Palmyra in Syrië, kort daarvoor veroverd op Islamtische Staat. De historische locatie was weer in handen van Syrië mede dankzij de onophoudelijke Russische bombardementen.
De invloed van Poetin op Gergievs handel en wandel moet onmiskenbaar groot zijn geweest en is dat mogelijk nog steeds, zelfs na de inval in Oekraïne. Want zo gemakkelijk lijkt het toch niet: zomaar de westerse schepen achter je verbranden. Edoch, 'Poetin rules the waves', zo lijkt het althans ook voor Gergiev te gelden. Ik herinner bijvoorbeeld aan het moment dat het Rotterdams Philharmonisch Orkest met de handen in het haar zat omdat de ingeplande concerten onder zijn leiding niet door konden gaan omdat Gergiev in opdracht van Poetin, tevens peetvader van zijn kinderen, bij een of ander evenement als dirigent acte de présence moest geven. En waren er de renovatie en nieuwbouw van het door Gergiev bestierde Mariinski-theater in Sint-Petersburg dankzij de fondsen die Poetin en zijn aanhang voor dit doel beschikbaar hadden gesteld. Dat politiek en kunst niet met elkaar verweven zouden zijn is zeker in die contreien een fabeltje dat al heel lang geen stand meer houdt. Er kan lang (en zinloos) worden gespeculeerd over Gergievs motieven (hij houdt wat dit betreft al jaren de kaarten stevig tegen de borst), maar een feit is wel dat hij uit bepaald ander hout gesneden lijkt dan een aantal van zijn grote voorgangers, waarbij ik dan met name denk aan de cellist en dirigent Mstislav Rostropovitsj en zijn echtgenote, de sopraan Galina Visjnevsjkajam, die zich in de jaren zeventig van de vorige eeuw wél inzetten voor de met voeten getreden democratische waarden in de toenmalige Sovjet-Unie en zij het publiekelijk opnamen voor vrijheid en gerechtigheid en tegen repressie. Hun openlijke vriendschapsbanden met en hun inspanningen voor onder anderen Aleksandr Solzjenitsin, Boris Pasternak en Andrej Sacharov hebben zelfs legendarische status verworven. Het kostte ‘Slava' in 1978 uiteindelijk zijn staatsburgerschap, nadat hij in 1974 samen met Galina al was uitgeweken naar de Verenigde Staten. Natuurlijk hoeven musici zich politiek niet uit te spreken, maar het is wel belangrijk dat ze dit wél doen. Dat ze in de media of op het podium van hun hart geen moordkuil maken, zoals recent nog Igor Levit en bij meerdere gelegenheden. Andere voorbeelden uit het (ook jongste) verleden zijn opnieuw Slava, met onder meer zijn unieke optreden als cellist, Bach spelend, gezeten op een stoel naast de kort daarvoor gevallen Berlijnse Muur; of anders wel Leonard Bernsteins beroemde ‘Ode an die Freiheit', met meer dan slechts een knipoog naar Beethovens 'Ode an die Freude'. En dan is er natuurlijk Daniel Barenboim die zo duidelijk partij koos in het alsmaar dooretterende Israelisch-Palestijns conflict.
Muziek kan een wezenlijk bindmiddel zijn, maar zij kan ook voor een tegengesteld effect zorgen als zij willens en wetens wordt ingezet om daarmee een dictatoriaal of autoritair regiem te steunen of te legitimeren. Of aldus de schijn te wekken ‘dat het allemaal zo erg niet is', of dat het 'verantwoord is wat er gebeurt'. Een vorm van legitimiteit die vanuit puur menselijk, solidair of loyaal oogpunt voor ieder weldenkend mens te verwerpen valt. Je moet evenmin als dirigent Sjostakovitsj' Zevende symfonie (met daarin centraal de strijd om en in Leningrad) niet misbruiken om Poetins wandaden in Zuid-Ossetië te rechtvaardigen. Nu dan dus de Russische inval in Oekraïne die Gergiev tot nu toe niet openlijk heeft gesteund, maar zich er evenmin van heeft gedistantieerd, waarbij zijn loyaliteit aan Poetin ongeschonden lijkt. De gevolgen zijn ernaar. Hij is intussen chef af in München, het Rotterdams Philharmonisch Orkest heeft de banden met hem na maar liefst 35 jaar verbroken en Markus Felsner, jarenlang zijn impresario-door-dik-en-dun, heeft zich zelfs openlijk van hem afgekeerd na een niet mis te verstane gewetenstest. Ook De muziekfestivals in Luzern, Verbier, Riga en Edinburgh hebben Gergiev in de ban gedaan, terwijl de Europese toporkesten niets meer van hem moeten hebben. En dat overkomt dan een dirigent die bekend staat als de musicus met de drukste agenda (hij dirigeerde tot voor kort meer dan 300 concerten per jaar!) Het is geen benijdenswaardige positie waarin Gergiev zich nu bevindt. We kunnen er slechts naar gissen wat voor hem het zwaarst heeft gewogen om er het zwijgen toe te doen. Terwijl het hem toch duidelijk moet zijn geweest dat er niet alleen voor hem zware tijden zouden gaan aanbreken, maar ook voor zijn zo geliefde Mariinski. Het is het lot dat menige Poetin-sympathisant treft of nog zal treffen. Zoals het er ook vrij somber uitziet voor de sopraan Anna Netrebko (de Met in New York heeft al afscheid van haar genomen) en haar partner, de tenor Joesif Eyvazov of de pianist Denis Matsuev, allen Poetin-aanhangers. Zoals op het schaakfront de tot de wereldtop behorende grootmeester Sergej Karjakin, die zich in werkelijk in alle media presenteert als pleitbezorger van Poetins invasiepolitiek, straks waarschijnlijk alleen nog maar in Rusland en Belarus mag spelen. Voor het Tata Steel Chess Tournament zal hij in ieder geval niet meer worden uitgenodigd. Het is nu nog niet het moment om ons hoofd te breken over de vraag wie straks allemaal dienen te worden geboycot. Onder de huidige omstandigheden kan overdrijving op dit punt zeker een belangrijke rol gaan spelen. Bijvoorbeeld door alle Russische artiesten van het podium te weren of althans zij die zich niet openlijk hebben willen of durven uitspreken tegen het Poetin-regiem, terwijl ze voorts niet bekend staan als 'Poetin-loyalisten'. Het wordt de Russische kunstenaars op dit moment evenwel niet gemakkelijk gemaakt. Vooralsnog regent het afzeggingen, terwijl bovendien het vliegverkeer door de opgelegde sancties van en naar de Russische Federatie vrijwel onmogelijk is geworden (tenzij creatief gebruik wordt gemaakt van overstappunten, maar dan nog is het een hele heisa met een instrument op de rug). Het is hopen dat er, zeker in Europees en Amerikaans-Canadees verband, duidelijke richtlijnen komen ten aanzien van de positie van Russische kunstenaars in de verschillende disciplines, maar ook die van journalisten en anderen die een belangrijke publieke functie vervullen. Wie zich wel en wie zich niet in het vrije Westen mogen manifesteren op grond van welke (hopelijk heldere) criteria. Wat ik tot nu toe in de media heb kunnen volgen is dat er in de verschillende landen wat dit betreft nogal arbitrair wordt gehandeld. Zo werd onlangs een gepland optreden van het Bolsjoj afgezegd, terwijl de artistiek leider van het gezelschap, Vladimir Oerin, zich kort daarvoor in de meest duidelijke bewoordingen juist tégen Poetin had uitgesproken (waardoor zijn positie inmiddels in de lucht hangt of hij zelfs al is ontslagen). Muziek als bindmiddel, maar dan uitsluitend in positieve zin. Concertzalen die open worden gesteld, musici die zich belangenloos inzetten door het geven van benefietconcerten ten behoeve van Oekraïne, het Oekraïense volkslied dat klinkt, de Oekraïense nationale kleuren die wapperen, ze passen in een patroon dat veel aandacht verdient en gelukkig ook krijgt. En die oligarchen? Hen wacht het slothoofdstuk. Het is precies zoals Rusland-kenner Pieter Waterdrinker vandaag opmerkte: 'het begint bij de Russische elite in te dalen dat hun vroegere leven van jachten, buitenhuizen van Nice tot Gstaadt, privé- vliegtuigen, afhuren van hele restaurants in New York, Rome of Parijs om fragiele maîtresses te imponeren voorgoed voorbij is. Ze vatten 't zelf nog niet.' index |
||||||