![]() Componisten/werken Sibelius: Kullervo-symfonie
© Maarten 't Hart, oktober 2006
|
||||||||
De Kalevala kan men beschouwen als een schepping van de Finse arts Elias Lönnrot (1802-1884). Als medicus werkzaam in het grensgebied van Rusland en Finland (Karelië) verzamelde hij daar sinds generaties overgeleverde Karelische verzen en verhalen. Zo ontstond een Lemminkaïnen-cyclus, een Väinämöinen-cyclus en een Oer-Kalevala. Al deze cycli werden in 1835 voor 't eerst in druk uitgegeven - achteraf werd dit de Oude Kalevala genoemd. Dit werk baarde een geweldig opzien en niet alleen in Finland. In Duitsland hield Jacob Grimm er in 1845 een academische rede over. Als gevolg van de uitgave ontving Lönnrot van alle kanten nieuw materiaal zodat in 1849 de Nieuwe Kalevala kon worden uitgegeven. Deze nieuwe Kalevala bestaat uit 22795 verzen in 50 zangen. Het zijn liederen en spreuken van heidense en christelijke afkomst uit de Middeleeuwen. Voor het Finse zelfbewustzijn was de verschijning van de Kalevala van grote betekenis. Na vele eeuwen onder Zweedse overheersing en in de vorige eeuw onder Russische overheersing, snakte men in Finland naar emancipatie van de Finse taal en al wat daarmee in verband stond. Het Fins was altijd beschouwd als een boerentaaltje waarvan je je niet kon bedienen in de betere standen. Daar sprak men Zweeds. De verschijning van de Kalevala had ook vrij snel gevolgen voor de Finse muziek. In 1860 werd bij de opening van een nieuw theater in Helsinki de Kullervo-ouverture gespeeld van J. F. von Schantz onder leiding van de componist. Dit was de eerste compositie, geïnspireerd door de Kalevala. In het begin van de jaren tachtig componeerde de Finse componist Robert Kajanus zijn Aino-symfonie, een lang werk geïnspireerd door de Kalevala dat Sibelius kennelijk pas in 1890 in Berlijn heeft gehoord. Later vertelde Sibelius dat de 'Aino-symfonie mijn ogen opende voor de rijke mogelijkheden die de Kalevala bood voor muzikale zetting.' Helaas heb ik die Aino-symfonie van Kajanus nooit gehoord. In hoeverre dit werk Sibelius heeft beïnvloed is moeilijk te achterhalen. Bracht het hem enkel op het idee ook een werk te schrijven geïnspireerd door de Kalevala? Of heeft het ook muzikaal invloed gehad? Hoe het ook zij: Sibelius besloot rond 1890 óók een werk te scheppen geïnspireerd door het nationale epos. Dit kan verbazing wekken omdat Sibelius zelf afkomstig was uit de Zweeds sprekende bovenlaag van de Finse bevolking. Zijn moeder heette - Zweedser kan het amper - Maria Borg. Maar Sibelius was bevriend geraakt met de gebroeders Järnefelt en had bij die gebroeders thuis niet alleen de voor emancipatie van het Fins ijverende generaal Jämefelt ontmoet, maar ook Aino Järnefelt, de dochter van de generaal en de zuster van de drie broers, en weldra de verloofde van Sibelius. In de tweede helft van 1891 begon Sibelius aan de compositie van zijn Kullervo-symfonie. Uit de Kalevala koos hij het verhaal van de herder Kullervo. Heel in het kort komt dat hier op neer: Kullervo wordt grootgebracht door zijn oom, wiens soldaten zijn vader en al zijn familieleden hebben omgebracht. Hij wordt als slaaf verkocht, keert terug naar zijn familie (die plotseling weer in leven blijkt). Hij verleidt zijn zuster zonder te weten dat het zijn zuster is (vergelijk de eerste akte van Die Walküre), neemt het zwaard op tegen zijn oom en stort zich, als hij te weten komt dat hij zijn zuster heeft verleid, in zijn eigen zwaard.
In de symfonie worden door Sibelius de belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van Kullervo muzikaal uitgebeeld. Na een introductie (deel 1) volgt een deel handelend over de jeugd van Kullervo. Beide delen zijn instrumentaal. In het derde deel, Kullervo en zijn zuster, laat Sibelius het tragische verhaal van de liefde van Kullervo voor het blonde meisje door een koor vertellen. Het vierde deel, Kullervo trekt ten strijde, is weer instrumentaal en in het vijfde, Kullervo's dood, wordt andermaal gebruik gemaakt van het koor. In de brieven van Aino Järnefelt kunnen wij vrij nauwkeurig volgen hoe de Kullervo-symfonie tot stand kwam. Sibelius componeerde van oktober 1891 tot maart 1892. Van belang daarbij is dat Sibelius, waarschijnlijk in november van 1891 volgens zijn biograaf Erik Tawaststjerna, de runen-zangeres Larin Paraska ontmoette. Zij zong voor hem authentieke Karelische runen-melodieën. Volgens Yrjö Hirn ontmoette Sibelius Paraske al in de zomer van 1891 en hij vertelt: 'Hij stelde er groot belang in om te horen hoe de Karelische runen-melodieën klonken als ze op de authentieke manier werden gezongen. Ik was natuurlijk blij om er bij te zijn toen zij elkaar ontmoeten. Hoeveel dit precies betekende voor de werken van Sibelius geïnspireerd door de Kalevala weet ik niet, maar ik herinner mij dat hij met grote aandacht naar haar luisterde en aantekeningen maakte van haar verbuigingen en ritmes.' Wie de notenbeelden van die Karelische runen-melodieën aanschouwt en vervolgens de partituur bekijkt van de Kullervo-symfonie kan zich niet aan de indruk onttrekken dat deze melodieën toch nauwelijks enige invloed hebben gehad op Sibelius. Wat wij in de Kullervo-symfonie horen is veeleer een voorsmaak van latere zo bekende Sibelius-vingerafdrukken (onder andere de Sibelius Triool) dan van iets wat ook maar lijkt op die runen. In ieder geval werd het werk in april 1892 voor het eerst in de hal van de Universiteit van Helsinki uitgevoerd. Sibelius dirigeerde zelf. Hij had het veelal uit Duitsers bestaande orkest er maar met moeite van kunnen overtuigen dat zijn muziek de moeite waard was. Ook met het koor schijnt Sibelius aanvankelijk moeilijkheden te hebben gehad. Bovendien moest hij uit eigen zak bijbetalen voor de noodzakelijke aanvullingen van het orkest. Maar voor een 'uitverkocht huis' ging de première van het werk en het succes was groot. Daags na de première werd het bij een matinee nogmaals gegeven en het vierde deel werd op 30 april bij een populair concert uitgevoerd. Nadat biograaf Tawaststjerna 'dit alles verteld heeft vervolgt hij met de nogal raadselachtige mededeling: 'In the following March Sibelius conducted three further performances of Kullervo before withdrawing it.' Moeten wij daaruit concluderen dat Sibelius in de maand maart van het jaar daarop nog eens driemaal het werk heeft uitgevoerd? Maar dan heeft hij het andermaal moeten instuderen en andermaal zo'n groot orkestapparaat op de been moeten brengen. Ik begrijp deze passage niet. In ieder geval heeft Sibelius na 1893 niet meer toegestaan dat het werk ooit ergens werd uitgevoerd. Pas in 1935 gaf hij bij het eeuwfeest van de verschijning van de Kalevala toestemming tot het uitvoeren van het derde deel van zijn Kullervo-symfonie en 22 jaar later, een paar maanden voor zijn dood, mochten de laatste maten van dat derde deel (Kullervo's klacht) ten gehore gebracht worden bij het Sibelius-festival van 1957. Raadsels Zo geeft deze langste van alle Sibelius-symfonieën ons een paar raadsels op. In de eerste plaats: is dit wel een symfonie, is het niet veeleer een symfonisch gedicht? In de tweede plaats: waarom heeft Sibelius nooit meer toegestaan dat het werk tijdens zijn leven werd uitgevoerd? (In Nederland werd het werk pas op 7 november 1985 door het Gelders Orkest onder leiding van Guido Ajmone-Marsan in Nijmegen gebracht naar aanleiding van het Kalevala-jaar. Dat was dan de zaalpremière. Daarvoor was al een radioproductie geweest onder leiding van Okko Kamu). In de derde plaats: 'Hoe is het mogelijk dat Sibelius na een aantal respectabele studiewerken in staat was een werk te componeren van zulke ambitieuze dimensies en met zulk een overtuiging.' (Tawaststjerna). Op het eerste raadsel moeten de musicologen maar antwoord geven. In de canon van de werken van Sibelius lijkt deze Kullervo-symfonie toch een symfonisch gedicht. In zijn andere symfonieën heeft Sibelius nimmer meer teruggegrepen op de Kalevala, terwijl hij dat in zijn symfonische gedichten voortdurend deed. Wat het tweede raadsel betreft: Sibelius zelf heeft daarop Cecil Gray als antwoord gegeven dat het werk grondige herziening behoefde, maar dat het door zo'n herziening tevens vernietigd zou worden. Gray is het daarmee eens en zegt dan: 'De enige werkelijk voldoening gevende methode om een werk te herzien is het te herschrijven van begin tot eind, en Sibelius vindt zonder twijfel dat het meer de moeite waard is om nieuwe werken te componeren dan om oude te reviseren.' Ja, zegt Tawaststjerna terecht, maar Sibelius zag er helemaal niet tegenop om En Saga, het koorwerk De oorsprong van het vuur en de vijfde symfonie radicaal te reviseren, dus waarom dan niet ook de Kullervo-symfonie? Tawaststjerna meent dat Sibelius om psychologische redenen dit werk terugtrok. Hij wilde achteraf niet toegeven dat hij door volksmuziek werd beïnvloed, meent Tawaststjerna. Bovendien was er volgens deze biograaf nog een andere reden. Zou Sibelius verder zijn gegaan in de lijn Kullervo dan had hij zich als een Mahler-achtige symfonicus kunnen ontwikkelen (grote, lange symfonieën met veel koor erin), maar zijn ontwikkeling ging juist in de richting van puur instrumentale symfonieën. Hoe verder Sibelius kwam, des te vreemder leek Kullervo, gezien zijn latere ontwikkeling. Dit kan allemaal waar zijn, maar toch blijft het vreemd dat Sibelius dit werk terugtrok. Hij had er een groot succes mee. Latere werken die veel minder succesvol waren, zoals En Saga, trok hij niet terug. Bovendien had Kullervo ook opmerkelijke consequenties voor zijn persoonlijk leven. Doordat het werk zo'n succes had, stond niets zijn huwelijk met Aino Järnefelt meer in de weg. En toch: een ban op het werk. Hoe vreemd! Kan het misschien zijn dat Sibelius zelf besefte dat het succes niet in de eerste plaats aan de muziek maar aan het Finse bevrijdingsverlangen te danken was? En heeft hij zelf ook ingezien dat het werk toch te ongelijk van kwaliteit was om uitgave en uitvoering te rechtvaardigen? En toch: als men instemt met het oordeel van Harold Johnson over dit werk ('Kullervo zal een teleurstelling zijn voor diegenen die vroege tekenen verwachten te ontdekken van de rijpe Sibelius-stijl') dan vergeet men te gemakkelijk hoe verbazingwekkend dit werk opduikt in het tot dan toe weinig betekenende oeuvre van Sibelius. Voorafgaand aan opus 7, deze Kullervo-symfonie dus, had Sibelius enkel wat liederen, pianostukken, korte vioolcomposities, een in manuscript gebleven strijkkwartet in Bes, en een kort orkeststuk gecomponeerd. Ook zou er voor de Kullervo-symfonie nog een ouverture en een balletscène zijn ontstaan, maar die zijn nooit gepubliceerd. Sibelius had dus nauwelijks enige ervaring met de behandeling van een groot orkestapparaat en ook voor koor had hij niets gecomponeerd, laat staan voor koor en orkest in symfonisch verband. En toch klinkt met name het eerste deel van de Kullervo-symfonie al als het werk van een componist die precies weet hoe hij met een orkest moet omgaan.
'De opening van het werk', aldus Layton, 'biedt ons een prachtig thema boven een karakteristieke diepe bas. Er is geen twijfel mogelijk over Sibelius' succes in dit eerste deel, wat voor bedenkingen men ook over het hele werk mag hebben.' Zowel Laytons analyse van het werk, alsook die van Tarasti in zijn omvangrijke studie 'Myth and Music' laten zien hoezeer hier al een symfonicus aan het werk is met greep op zijn materiaal. Dat het werk als geheel misschien niet over- tuigt komt volgens mij door de topzware structuur van het derde deel (duurt haast net zo lang als de rest van het werk) en door het onbevredigende aandeel van het koor daarin. Die lange homofone, recitatief-achtige gedeelten van het koor maken het werk op die plaatsen saai - Sibelius wist later heel wat effectiever voor koor te schrijven (Rakastava o.a.) - maar ik geloof niet dat we hoeven te treuren over het feit dat in de andere Sibelius-symfonieën koorpartijen ontbreken. En toch ontstaan die bedenkingen over het hele werk, zoals Layton ze noemt, enkel maar doordat we de latere Sibelius kennen. Op het moment van het ontstaan was deze symfonie een ongelooflijke prestatie en daardoor ontstaat het raadsel van Tawaststjerna. Hoe kon dit werk opeens ontstaan? Hij geeft zelf het antwoord door te wijzen op de invloed van Tsjaikovski en van, met name, de Derde van Bruckner. Tarasti sluit zich daar bij aan, maar ik moet bekennen dat ik in dit werk nergens iets hoor dat ik als Bruckner-invloed zou willen betitelen. Nee, wat je hoort is veeleer een proto-Sibelius. Je hoort de Karelia-ouverture en Karelia-suite al aankomen. Je hoort ook de kiemen voor het eerste symfonische gedicht En Saga (opus 9) en af en toe klinkt er al iets door van Rakastava. Ook de Lemminkaïnen-muziek wordt er al in aangekondigd, maar van de latere symfonieën, van de eerste met name, wordt nog niets vernomen. Als geheel is het een veel bevredigender en veel overtuigender werk dan de ook door Sibelius teruggetrokken mini-opera Het meisje in de toren. index | ||||||||