Componisten/werken

Kierkegaard en Mozarts Don Giovanni (epiloog)

 

© Gerard van der Leeuw, juli 2024

 

Ik begon deze serie artikeltjes met een uitgebreid citaat uit een artikel in Trouw van vertaler en filosoof Hans Driessen. Ik was daar niet zo tevreden over, maar liet ook een belangrijk deel van het artikel onbesproken. Ik citeer:

‘Voor Kierkegaard is het duidelijk: Don Giovanni is Mozarts meesterwerk, en het is alleen deze opera waarop zijn onsterfelijkheid steunt. En waarom is de opera Mozarts absolute meesterwerk, sterker nog, de opera aller opera's, de enige absolute opera? Omdat de idee achter dit kunstwerk 'absoluut muzikaal is, zodanig dat de muziek er niet bij wijze van begeleiding bijkomt, maar door de idee te openbaren haar eigen diepste wezen openbaart.
Met andere woorden, in 'Don Giovanni' komt de muziek tot het volle bewustzijn van zichzelf. Met dit Gesamtkunstwerk avant la lettre heeft de muziek haar hoogtepunt en eindpunt bereikt; het is als het ware het uitroepteken dat de muziekgeschiedenis afsluit. Geen enkele componist na Mozart zal de geniale meester dus kunnen overtreffen; hooguit kan hij hem evenaren - maar dan zal er voor hem niets anders opzitten dan 'Don Giovanni' nogmaals te componeren. Arme Richard Wagner, hij die nooit genoegen zou hebben genomen met een tweede plaats, had zich de moeite van het componeren kunnen besparen. En voor ons, het publiek, zit er niets anders op dan te wachten op een nieuwe uitvoering van 'Don Giovanni', tenzij we genoegen willen nemen met tweede- (of nog lagere) rangs muziekbelevenissen
.'(*)

Het is een wel erg vergaande conclusie, die Driessen hier trekt.

En ik vraag me af of Kierkegaard zelf deze conclusie zou trekken. Niet voor niets citeerde ik in aflevering 10 de volgende passage uit Of-Of:

‘Met zijn ‘Don Giovanni' treedt Mozart toe tot de kleine onsterfelijke schare mannen, van wie de naam en de werken niet vergeten zullen worden daar de eeuwigheid ze zich herinnert. En hoewel het als je hier eenmaal binnen bent getreden, er niet toe doet of je je bovenaan of onderaan bevindt, omdat je in zekere zin even hoog staat daar je oneindig hoog staat, hoewel het even kinderachtig is om om de hoogste of laagste plaats te ruziën, zoals onze plaats in de kerk bij een Belijdenis, dan ben ik toch nog veel te veel kind, of liever gezegd, ik ben als een jong meisje verliefd op Mozart, en ik moet hem koste wat het kost bovenaan hebben staan.'

En dat klinkt toch heel anders. De eeuwigheid herinnert zich een hele schare mannen…. Dus ongetwijfeld ook Bach, ook Wagner, ook Alban Berg en al die andere mannen en vrouwen die die status nog zullen verwerven. De mens zal gelukkig altijd weer werken van blijvende waarde blijven maken. En zou, om maar iets te noemen, Mozarts schitterende Così fan tutte, zijn helaas niet altijd goed begrepen, zogenaamd vrouwonvriendelijke opera, niet tot de werken behoren die de eeuwigheid zich herinnert? Je hoeft maar even naar Mozarts muziek te luisteren om te weten dat Fiordiligi heel wat meer weet, kan en voelt dan haar gekwetste, oppervlakkige Guglielmo. Niks vrouwonvriendelijk. Ik weet helaas niet of Kierkegaard deze opera ooit heeft gehoord: behalve over Don Giovanni schrijft hij verder weinig tot niets over muziek. En ik neem aan dat hij zich met de sublieme ironie ervan - al wist hij via Socrates uiteraard veel over ironie - ook geen raad had geweten. Maar ook een Beethoven wist zich daar geen enkele raad mee. Gelukkig schreef Kierkegaard geen En-En , maar zijn schitterende Of-Of. Lezing ten zeerste aanbevolen

Klik hier voor de vorige aflevering

__________________
(*) Hans Driessen in Trouw, 11 maart 2002.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links