G

Componisten/werken

Strijkkwartetten van Italiaanse componisten (1)

Kent u Pietro Nardini?

 

© Gerard van der Leeuw, oktober 2019

 

Op het omslag van zijn brief van 11 juli 1763 uit Ludwigsburg, waar hij zich verbaasde over het daar tentoongespreide lichtelijk bizarre militarisme (1) en het zeer hoge salaris van kapelmeester Jomelli (2), schreef Leopold Mozart - op 14 november aanstaande 300 jaar geleden geboren in Augsburg - aan zijn vriend Johann Lorenz Hagenauer (3) in Salzburg:

Sagen sie dem h. Wenzl (4), daß ich gewissen Nardini gehört habe, und daß in der schönheit, reinigkeit, gleichheit des Tones und im Singbaren Geschmacke nichts schöners kan gehöret werden. Er spielt aber nicht gar schwer.

Het contact met de familie Mozart bleef: in 1770 traden Mozart
en Nardini in Florence samen op. Hier leerde Mozart ook een van
Nardini’s leerlingen kennen: de helaas veel te vroeg overleden
Thomas Linley jr. (1756-1788). (5)

Wie was deze Pietro Nardini? Lezen we allereerst wat Christian
Friedrich Daniel Schubart (6) in zijn Ästhetik der Tonkunst over hem
te melden heeft:

Nardini, Tartini größter Schüler, ein Geiger der Liebe, im Schooße der Grazien gebildet. Die Zärtlichkeit seines Vortrags läßt sich unmöglich beschreiben: jedes Comma scheint eine Liebeserklärung zu seyn. Sonderlich gelang ihm das Rührende im äußersten Grade. Man hat eiskalte Fürsten und Hofdamen weinen gesehen, wenn er ein Adagio spielte. Ihm selbst tropften oft unter dem Spielen Thränen auf die Geige. Jeden Harm seiner Seele konnte er auf sein Zauberspiel übertragen; seine melancholische Manier aber machte, daß man ihn nicht immer gern hörte; denn er war fähig, die ausgelassenste Phantasie vom muthwilligsten Tanze auf Gräber hinzuzaubern. Sein Strich war langsam und feyerlich; doch riß er nicht wie Tartini die Noten mit der Wurzel heraus, sondern küßte nur ihre Skizzen. Er stackirte ganz langsam, und jede Note schien ein Blutstropfen zu seyn, der aus der gefühlvollsten Seele floß. Man behauptet, daß eine unglückliche Liebe der Seele dieses großen Mannes diese schwermüthige Stimmung gegeben; denn personen, die ihn vorher gehört, sagen, daß sein Styl in jüngern Jahren sehr hell und rosenfarbig gewesen sey.

En dit schreef Charles Burney in zijn The present state of music in
France and Italy
(1771):

His sound is sweet and regular, not very strong but clear and exact, very communicative in the slow movements and for this similar to his big master Tartini. His performance aimed at satisfying and pleasing more than surprising: I think he is the most perfect violinist that exists in Italy.

Pietro Nardini (1722-1793) werd geboren in Livorno. Hij studeerde in Padua bij Tartini en wordt al spoedig bekend als uitvoerder en docent. Na reizen naar o.a. Wenen - waar hij aanwezig was bij het huwelijk van de latere keizer Joseph II - en Dresden werkt hij tussen october 1762 en maart 1765 aan het hof in Stuttgart-Ludwigsburg, om via Brunswijk terug te keren naar Livorno. Hier werkt hij mee aan wat beschouwd wordt als het eerste professionele strijkkwartet, het zogenaamde Quartetto Toscano:
Pietro Nardini (viool)
Filippo Manfredi (viool)
Giovanni Giuseppe Cambini (altviool)
Luigi Boccherini (cello)

Vanaf 1770, na de dood van zijn leermeester Tartini, die hij volgens Burney liefdevol verpleegd heeft, werkte Nardini aan het hertogelijke hof in Florence, waar hij de rest van zijn leven zou blijven. En hoewel zijn stijl na zijn dood al spoedig als verouderd werd beschouwd, bleef hij bij kenners (Carl Flesch, Henryk Szeryng) bekend en geliefd.

In 2013 verscheen bij Brilliant Classics een cd met de zes in Florence
rond 1780 uitgegeven kwartetten. Er zijn nog twee kwartetten van Nardini (het handschrift wordt bewaard in het conservatorium van Genua) dus de titel van de cd ‘Complete String Quartets’ is enigszins misleidend. Maar de cd is mooi genoeg en geeft een goed beeld van Nardini’s ontwikkeling als componist van strijkkwartetten. Zijn de eerste drie kwartetten nog vooral verkapte triosonates, met de twee violen in de hoofdrol, in de laatste drie kwartetten krijgen ook de altviool en de cello een meer dan begeleidende rol.

Zie voor een eerste indruk het begin van het tweede kwartet:

Alle zes kwartetten zijn in feite tweedelig. Op een Allegro volgt een deel in gematigder tempo: Comodo, Allegretto, Andante, Tempo di Minuetto. Alleen de kwartetten 2 en 4 hebben een derde deel, maar het Adagio uit het tweede kwartet is weinig meer dan een overgang tussen de hoekdelen en het Adagio uit het vierde kwartet fungeert als langzame inleiding op het volgende Allegro. De kwartetten zijn ongetwijfeld bedoeld voor amateurs. Maar luister eens naar het expressieve Andante uit het derde kwartet.

Pietro Nardini door Lambert jeune (ca.1810)

Let op de geprononceerde neus. Alle neuzen van de door Lambert jeune geportretteerde Italiaanse violisten zijn overdreven groot. Dat heeft alles te maken met de ideeën van de Zwitser Johann Kaspar Lavater (1741-1801), die beweerde dat Italianen een grote en vooral energieke neus hadden….(7)

 

Uitvoerders zijn de leden van het Quartetto Eleusi:
Mauro Massa (viool)
Andrea Vassalle (viool)
Simone Laghi ( altviool)
Valeria Brunelli (cello)

Een van de oprichters van het kwartet, de altviolist Simone Laghi, studeerde o.a. in Amsterdam bij Lucy van Dael. Het zijn bijzonder mooie uitvoeringen geworden, die weinig te wensen overlaten, of het moest de dynamiek zijn, die op de opname wel een beetje vlakjes is uitgevallen.

Nardini: Complete String Quartets
Quartetto Eleusi
Brilliant Classics 94438 • 69' • (2013)

________________
(1) In deze brief houdt Leopold Mozart, ongetwijfeld bang voor censuur, zich nog op de vlakte. In zijn volgende brief aan Hagenauer (Schwetzingen, 19 juli 1763) schreef hij: ‘Da ich in Ludwigsburg schrieb; so getrauete ich mir nicht beyzusetzen, daß das Soldaten-weesen alda bis zur Ausschweifung getrieben wird. Denn, in der that, 12 bis 15000 Soldaten, die täglich ganz unglaublich nett gebuzt einhergehen, ja wegen der von der feinsten Leinwand gemacht haargleichen Stifletten und Hosen kaum gehen können, sind zum Ernste zu wenig und zum Spaß zu kostbar, folglich zu viel.’
(2) Niccolò Jommelli (1714–1774). Italiaans componist die belangrijke vernieuwingen in de opera doorvoerde. Jomelli was van 1753 tot 1769 kapelmeester in Stuttgart-Ludwigsburg
(3) Johann Lorenz Hagenauer (1712-1792), specerijenhandelaar in Salzburg en de eigenaar van de huizen 7-9 in de Getreidegasse aldaar. De Mozarts huurden van hem de woning Getreidegasse 9, waar Wolfgang Amadeus geboren is. De Hagenauers waren zeer bevriend met de Mozarts, zoals uit tal van brieven van Leopold Mozart aan Hagenauer blijkt.
(4) Wenzel Hebelt (ca. 1736-1769), violist en componist aan het Salzburgse hof.
(5) In de Dulwich Picture Gallery in Londen hangen zeer mooie portretten van Linley en zijn familieleden door Thomas Gainsborough. Linley verdronk bij een ongeluk met een zeilboot. Zie ook: Philip de Vos: My pelgrimsreis op die spoor van Thomas Linley op de Zuid-Afrikaanse website Versindaba.
(6) Christian Friedrich Daniel Schubart (1739–1791), dichter, organist, componist en schrijver. Zat jarenlang gevangen op de Festung Hohenasperg en schreef in die tijd zijn uiterst informatieve Ideen zu einer Ästhetik der Tonkunst. Zijn meest bekende gedicht is wel het door Schubert op muziek gezette Die Forelle.
(7) Zie J. Kennaway (red.), Music and the Nerves, 1700-1900, Basingstoke, 2014, hfdst. 9.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links