Componisten/werken

 Onbekende aria van Bach ontdekt

 

© Aart van der Wal, 8 juni 2005

 

De kranten hebben er inmiddels volop aandacht aan gegeven en zelfs de omroepen bleven daarbij niet achter: onlangs werd een heus werk van Johann Sebastian Bach (Eisenach 21 maart 1685 – Leipzig 28 juli 1750) in een oude archiefdoos ontdekt.

Volgens het Bach-Archiv in Leipzig betreft het een twee pagina's beslaande strofenaria met ritornel voor sopraanstem en klavecimbel, of strijkers met basso continuo, door Bach in 1713 gecomponeerd naar aanleiding van de tweeënvijftigste verjaardag van zijn toenmalige broodheer, hertog Wilhelm Ernst von Sachsen-Weimar (1662-1728). Bach was aan het hof van de hertog in dienst als organist. De tekst van Johann Anton Mylius begint met "Alles mit Gott und nichts ohn' in" (alles met God en niets zonder hem), de lijfspreuk van de hertog.

De laatste sensationele ontdekking van een tot dan onbekend handschrift van een vocaal werk dateert van zeventig jaar geleden, toen in 1935 een belangwekkend fragment opdook van de cantate "Bekennen will ich seinen Namen" BWV 200. Op instrumentaal gebied volgden in 1975 enige fragmenten van de Goldberg-variaties, maar een regelrechte klapper was in 1984 de ontdekking van meer dan dertig orgelkoralen (Neumeister-collectie).

Het Bach-Archiv in Leipzig wees erop dat het handschrift in zeer goede staat verkeert en dat de strofenaria, voor zover althans nu bekend, de enige in zijn soort is die Bach heeft gecomponeerd. Door de nauwkeurige datering is het bovendien een belangrijke aanknopingspunt bij het onderzoek naar Bachs stijlontwikkeling.

Waarschijnlijk zal nog in de herfst bij de muziekuitgeverij van Bärenreiter in Kassel zowel een gedrukte als een facsimile-uitgave verschijnen en zal Gardiner zowel de eerste uitvoering leiden als het werk op cd vastleggen.

Ik schreef het al in deel VII van de serie over het Bachfestival in Leipzig: de brand die in september 2004 de Anna Amalia Bibliotheek in Weimar goeddeels verwoestte en waarbij de uiterst kostbare en van onschatbaar belang zijnde boekencollectie bijna geheel in vlammen opging. De schade aan de uit 1691 daterende bibliotheek was enorm, met zo'n 50.000 verloren gegane en nog eens ruim 60.000 zwaar beschadigde boeken. Daarnaast waren 37 schilderijen door de vlammen verteerd. Vuur en bluswater hadden de bibliotheek in korte tijd in een miezerige, stinkende en zompige puinhoop veranderd.

Wat er nog te redden viel werd elders opgeslagen en vervolgens opnieuw geïnventariseerd. Tijdens die inventarisatie werd ook de autograaf ontdekt en stelde een medewerker van het Bach-Archiv al gelijk vast dat het om het originele handschrift van Bach ging. Waarom die ontdekking niet al veel eerder werd gedaan zal nooit worden opgehelderd, maar een feit is wel dat in vele musea ondeskundigheid in samenhang met amateuristisch georganiseerde archivering nog steeds hoogtij viert. De vondst van het handschrift na de brand in de bibliotheek was in dit geval een geluk bij een ongeluk.

Openingspagina van de sopraanaria in het handschrift van Johann Sebastian Bach (Foto AFP)


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links