CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2014

 

Hindemith: werken voor altviool (compl.)

Deel 2: Altviool en piano

Hindemith: Altvioolsonate op. 11 nr. 4 - Sonate voor altviool solo op. 11 nr. 5 - Sonate voor altviool solo op. 25 nr. 1 - Altvioolsonate op. 25 nr. 4 - Sonate voor altviool solo op. 31 nr. 4 - Sonate voor altviool solo (1937) - Altvioolsonate (1939)

Tabea Zimmermann (altviool), Thomas Hoppe (piano)

Myrios Classics MYR011 65' + 52'

Opname: december 2011 (solosonates);
februar 2013, Siemens-Villa, Berlijn

 

Paul Hindemith is de twintigste-eeuwse incarnatie van Johann Sebastian Bach, een muzikant in hart en nieren, voor wie spelen en schrijven een natuurlijke behoefte was. Beide waren ze virtuozen op meerdere instrumenten, hadden ze een publieke carrière als uitvoerend musicus en dirigent, en lieten ze een kolossaal oeuvre na. Bach concentreerde zich als virtuoos op het orgel, en werd op zijn achttiende organist in Arnstadt. Hindemith begon op zijn negentiende als concertmeester van het orkest van de opera te Frankfurt, en werd een virtuoos bespeler van de altviool.

Hindemith speelde altviool in het befaamde Amar Quartett, een ensemble dat zich toelegde op de uitvoering van eigentijdse werken. Vanzelfsprekend ontstonden er kamermuziekwerken voor zijn eigen instrument, die veelal gecomponeerd werden tijdens concertreizen, in de trein en op hotelkamers. De oogst is indrukwekkend, maar liefst twee uren muziek werd zo aan het kamermuziekrepertoire voor altviool toegevoegd. Om maar te zwijgen van de tachtig minuten aan concertante werken. De ontginning van dat repertoire is bepaald niet vanzelf gegaan - na de dood van de componist in 1963 werd het steeds stiller rond de componist Hindemith. Het is nog steeds stil op de podia waar eens zijn grote orkestwerken regelmatig klonken, maar merkwaardig genoeg komen de werken voor de altviool in de eenentwintigste eeuw eindelijk tot volle bloei.

De bloei begon in 1988 aarzelend maar dapper met een uitgave op het label ECM, dat zich tot die tijd hoofdzakelijk met hoogwaardige opnamen van jazzmuziek bezighield. Labelchef Manfred Eicher gaf zijn vriendin Kim Kashkashian de kans om de complete sonates van Hindemith op te nemen. Lange tijd stond Kim eenzaam aan de top, maar in de loop van een kwart eeuw kreeg ze concurrentie. Zo klommen de altvioolwerken van Hindemith uit de onderste bureaula omhoog, het podium op en de opnamestudio in. Naast Kashkashian waren Rivka Golani en Nobuko Imai actief, en werd de altviool de zon in gespeeld. Nu wordt de trend voortgezet met nieuwkomers als Tabea Zimmermann, Lawrence Power en Antoine Tamestit - het eind is kennelijk nog niet in zicht.

Deze werken bieden een prachtig overzicht van Hindemith als altist/componist, van de Brahmsiaanse sonate met piano uit 1919 tot de neo-barokke Sonate 1939, geschreven voor zijn Amerikaanse tournee van dat jaar. Korte tijd later stopte Hindemith met publieksoptredens als altist, nadat hij een van zijn eigen opnames voor HMV had gehoord en vaststelde dat de wereld daar niet op zat te wachten! Dat probleem heeft Tabea Zimmermann gelukkig niet. De schitterende opname van de concertante werken die ik hier besprak wordt gevolgd door een tweede deel om trots op te zijn. Met pianist Thomas Hoppe en opnameleider Stephan Cahen vormt ze een driemanschap van grote klasse.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links