CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, januari 2011

 

 

Berg: Sieben frühe Lieder – Jugendlieder – Zwei Lieder nach Theodor Storm

Hartmann: Lamento

Juliane Banse (sopraan), Aleksandar Madzar (piano)

ECM New Series 2153 • 49'

www.ecmrecords.nl

 


Dat Karl Amadeus Hartmann (1905-1963) een werk voor sopraan en piano heeft geschreven zal zelfs voor kenners nieuws zijn, om de simpele reden dat het nog niet eerder op cd is verschenen, althans, voor zover mijn kennis reikt. Het gaat om de cantate ‘Lamento’, een driedelig werk van zo’n twintig minuten. In de jaren 1937/8 componeerde Hartmann een cantate voor sopraan, koor en piano ter nagedachtenis aan Alban Berg, die in 1935 was overleden. Hij noemde het stuk ‘Friede Anno ’48’, een verwijzing naar de Vrede van 1648, de afsluiting van de Dertigjarige oorlog. Het is een typisch Hartmann-stuk, karakteristiek voor een componeerstijl die het donkere nazi-tijdperk reflecteert, sober en somber. Hartmann verliet Duitsland niet, maar hield zich afzijdig van het openbare leven; financieel werd hij ondersteund door zijn broer. Hartmanns composities hadden in de Hitlertijd uiteraard geen schijn van kans op een uitvoering, en veel van die werken heeft hij in de naoorlogse periode herschreven of hergebruikt. Dat laatste is het geval met deze cantate. Toen het platenlabel Deutsche Grammophon Gesellschaft hem in 1955 vroeg om een werk te componeren voor de sopraan Annelies Kupper en pianist Carl Seemann, beide bekende DGG-artiesten in die tijd, nam Hartmann de sopraansolo’s uit zijn eerdere compositie en herschikte ze tot een drieluik onder de titel Lamento. DGG bracht in 1962 een opname uit op een EP, een medium ergens tussen single en langspeelplaat. De drie delen van de cantate dragen de titels Elend, An meine Mutter en Friede. De teksten stammen van de dichter Andreas Gryphius (1616-1664), een schrijver die de verschrikkingen van de Dertigjarige oorlog aan den lijve ondervond. Voor Hartmann waren er duidelijke paralellen tussen de Dertigjarige oorlog en het Derde rijk. De cantate is een werk geworden waarin invloeden van Bach, Hindemith en Schönberg in gelijke mate aanwezig zijn. Het slot is indrukwekkend, op een even simpele als ontroerende tekst:

Friede den Menschen

Friede den Toten Friede den Lebenden

Friede Friede Friede

Alban Berg heeft een oeuvre nagelaten waarin vocale muziek de hoofdrol speelt. De beide opera’s Wozzeck en Lulu vormen de helft van zijn volwassen productie, in zijn jeugd schreef hij aan de lopende band liederen. Het spreekt vanzelf dat de oudere Berg uiterst terughoudend omging met zijn jeugdwerken, maar zeven liederen konden de toets der zelfkritiek doorstaan, en hebben een vaste plaats veroverd in het grote liederenrepertoire, onder de noemer ‘Sieben frühe Lieder’. Berg nam zelfs de moeite om ze van een schitterende orkestbegeleiding te voorzien. In die vorm zijn ze opgenomen door Renée Fleming met Claudio Abbado en de Berliner Philharmoniker, een juweel van een cd (klik hier). De jeugdliederen die Berg liet voor wat ze waren zijn goed gemaakte uitingen van een jonge man die leeft in de muzikale omgeving van Schumann, Wagner en Wolf. Ze voegen niets toe aan ons begrip van de rijpere Alban Berg, en ze werden pas na zijn dood uitgegeven. Een uitzondering vormen de twee zettingen van Schliesse mir die Augen beide, een uit 1907, het jaar van de Pianosonate, en een uit 1925, het jaar van de Lyrische Suite.

De Zwitserse sopraan Juliane Banse heeft zich op het label ECM al eerder onderscheiden met aandachttrekkende producties. Ze debuteerde opvallend met de Kafka-fragmenten van György Kurtág voor sopraan en viool, waarvoor zij in Nederland met een Edison werd bekroond (klik hier). Die uitgave werd gevolgd door een al even prijzenswaardige registratie van het Maria-Triptychon van Frank Martin (klik hier) Het repertoire op deze schijf heeft ondanks de ogenschijnlijke overeenkomsten een uitdagend divers karakter. De Sieben frühe Lieder zijn overwegend lyrisch van aard en vragen om een gemakkelijke hoogte. De stem van Banse lijkt ervoor geschapen, en ze kan de vergelijking met Anne Sophie von Otter (DGG) en Jessye Norman (Sony) met gemak doorstaan. De jeugdliederen van Berg, kennelijk geschreven met een mezzosopraan of een bariton in gedachten, vragen om een stem met iets meer gewicht in het lage register. Hoe Hartmanns Lamento geklonken heeft op dat EP-tje van DGG weten we niet, en het lijkt onwaarschijnlijk dat die oude mono-opname ooit nog verzilverd wordt.

De balans opmakend: ondanks de forse concurrentie op onderdelen is dit door de repertoirekeuze een cd die zichzelf buiten de competitie plaatst. In de voorbije decennia is de symfonicus Karl Amadeus Hartmann door voortrekkers als Rafael Kubelík en Ingo Metzmacher opnieuw op de kaart gezet. Nu is het de beurt aan Banse om een unieke vocale uiting opnieuw aan het publiek voor te stellen. ECM staat garant voor een opname van topkwaliteit.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links