|

CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2021
|
Deaconoff: Our Time (voor koor en elektronica) (2018) - Strijkkwartet (2008) - Kontakion for Pascha (Easter) (voor koor, orgel en slagwerk) (2015) - Canticles of Love, Despair and Hope: No Ladder Needs the Bird (voor koor en orkest) (2006)
Stockhausen: Stimmung (ingekorte Parijse versie, 1968)
Jane Crockford (sopraan), Cyril Deaconoff (orgel), Geoff Schuller (slagwerk), Voices of Silicon Valley, koor en orkest van Indiana University, San Francisco Conservatory String Quartet
Dirigent: Cyril Deaconoff
Live-opname: 11 nov. 2018,
Orpheus
OR 2020 -157 • 72' •
St. John’s Presbyterian Church, San Francisco; 25 mei 2008,
First Presbyterian Church, Oakland; 31 mei 2015, Rosales Organ Opus 16; 1 okt. 2006,
Indiana University Jacobs School of Music, Bloomington (VS)
|
|
|
Misschien zullen sommige lezers het zich nog herinneren: het tumult dat ontstond tijdens de uitvoering van Stockhausens Stimmung, gecomponeerd in 1968 en ten doop gehouden op 22 juni 1969 in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw in het kader van het Holland Festival. Op het podium het vocaal ensemble Collegium Vocale uit Keulen met de componist zelf aan de knoppen van zijn elektronische uitrusting. Een geluk bij een ongeluk dat er nog een radio-opname van bewaard is gebleven, zowel van een - door de ontstane chaos helaas tot fragment verworden Stimmung als van het daaraan voorafgaande, wel volledige Oben und Unten (dat zonder incidenten verliep).
In oktober 1969, dus vrij kort na de noodgedwongen afgebroken première in Amsterdam, legde Deutsche Grammophon het complete werk vast met hetzelfde ensemble onder leiding van Wolfgang Fromme, waarbij het eveneens Stockhausen was die de elektronica voor zijn rekening nam.
 |
Karlheinz Stockhausen ontvangt de Edison tijdens het Grand Gala du Disque op 3 oktober 1969 (midden Anneliese Rothenberger en rechts Edo de Waart, die eveneens de Edison kregen uitgereikt) |
Gejoel en geschreeuw
Anders dan enige vaderlandse geschiedschrijvers hebben opgetekend waren het niet Peter Schat en Louis Andriessen die tegen de uitvoering protesteerden, maar een (groot) deel van het publiek in de zaal: ze bleken eenvoudigweg onvoldoende ‘geconditioneerd' om de brommende, kwekkende, piepende, jankende en miauwende klanken op hun waarde te schatten. De voorstelling was hoogstens een kwartier aan de gang (ik was erbij) toen om mij heen luid gejoel en geschreeuw losbarstte, het klagende gemiauw niet van de lucht was en luidkeels ‘pipo pipo pipo' werd geroepen: alsof de gelijknamige clown op het podium moest verschijnen. Schat maakte zich al snel los uit de joelende menigte en besteeg onverschrokken het podium om met veel handgebaar en luide stem het publiek tot stilte te manen, om vervolgens luidkeels te verkondigen dat wie het niet mooi vond dan na afloop van het stuk maar kabaal moest gaan maken.
Kletterhosen
Ondanks de ferme bijval van zijn gewaardeerde collega was Stockhausen diep geschokt. Een dag na de mislukte première vergeleek hij in De Telegraaf de ‘opstandelingen' met de nazi's: ‘Zo is het voor de oorlog in München ook begonnen. Er waren daar kleine groepjes in Kletterhosen die door schreeuwen en boe-roepen allerlei voorstellingen in de war probeerden te sturen. Later kwamen ze te voorschijn in SA-uniformen.'
Volgens dezelfde krant was het echter weinig anders dan woede over het feit dat zij, die notoire herrieschoppers, niet aan het podiumfestijn deel mochten nemen. Dat het hen behoorlijk was tegengevallen dat zij niet de gelegenheid hadden gekregen om er actief in te participeren, en dat nota bene in een werk van een eigentijdse componist, nota bene in een tijd waarin inspraak een vanzelfsprekende zaak was.
'Autoritair'
In dat artikel kreeg zelfs Schat van Stockhausen onder uit de zak: hij zag deze belangrijke vaderlandse toondichter als een van de aanwezige componisten die mede schuldig waren aan het oproer en het daaruit voortvloeiende debacle (wat door een aantal geschiedschrijvers en kranten klakkeloos werd overgenomen). Ook Karl Heinz Wörner, de biograaf van Stockhausen (van hem verscheen in 2003 Karlheinz Stockhausen – Werk und Wollen 1950-1962), memoreerde dat ‘volgens een aantal kranten enige moderne Nederlandse componisten tot de proteststemmen behoorden en dat een aantal van hen tijdens een op het afgebroken concert volgende openbare discussie te kennen hadden gegeven graag te hebben meegedaan aan het stuk; en omdat dit niet mogelijk aldus sprake was van een ‘autoritaire' houding van de zijde van de componist. Er was inderdaad een protesterende componist in het spel: Dirk Dekker.
Peter Schat op het podium
Maar volgens Schat zat het toch anders. Dat muziekstudenten het concert hadden verstoord, waarop Louis Andriessen zich van zijn stoel verhief en uitriep: “Discussie! Discussie! Discussie!” Waarna Stockhausen (hij was op het podium met zijn elektronica in de weer) wegdook, wat Schat de opmerking ontlokte dat hij nog nooit een Duitser in Nederland had zien onderduiken... Louis ging spoorslags Stockhausen achterna, maar die wilde niet naar hem luisteren. Zelf meende Schat er redelijk in te zijn geslaagd om vanaf het podium zijn visie op de rebellerende meute over te brengen.
 |
Stimmung: Stockhausens aanwijzingen voor de zangers (fragment) |
Improviseren op het 'Rode Boekje'
Bas van Putten heeft er uitvoerig over bericht in het eerste deel van zijn aan Peter Schat gewijde biografie: Alles moet anders (hier besproken). Volgens Van Putten speelde Schat dubbel spel. Hij klom weliswaar op het podium om het publiek toe te spreken en tot kalmte te manen, maar hij meende dat het verkeerde doelwit was uitgekozen: niet Stimmung maar het stuk dat daarvóór was uitgevoerd had onder vuur moeten worden genomen: Stockhausens Oben und Unten. Omdat het volgens Schat niet te pas gaf dat twee Nederlandse acteurs, Sigrid Koetse en Jan Retèl, moesten improviseren op het ‘Rode Boekje' van Mao Zedong. Dat was volgens hem onzindelijk: “Ik zal precies zeggen waar het wat mij betreft op staat. Als een stuk met een enorm elektronisch gedonder een buitengewoon onzindelijk standpunt staat te verkondigen, dan hoor ik jullie niet omdat het zo'n lawaai is. Dan kom je er niet overheen. Bovendien heb je het niet door, want alles wat je hier doet is gewoon het meest ordinaire anarchisme. Maar als er hier een stuk (Stimmung, AvdW) is waar je een speld kunt horen vallen, dan zijn jullie zo flink. Kijk, ik neem het niet op voor Stockhausen, maar wel voor het feit dat het stuk klinkt. Ik neem het op voor de muziek.” Er volgde veel bijval: actie geslaagd.
 |
|
Niet tegen kritiek
Ook later is Schat bij zijn mening gebleven: dat niet Stimmung maar wel Oben und Unten had moeten worden aangepakt. Van een stevig debat tussen hem en Stockhausen is het overigens nooit gekomen. Voor Schat was het duidelijk dat zijn Duitse collega niet tegen kritiek kon. Een debat zou waarschijnlijk toch weinig hebben geholpen want een halfjaar na de in de soep gelopen uitvoering van Stimmung zag Stockhausen Schat nog steeds als een Amsterdamse relschopper, om er venijnig aan toe te voegen: “Niemand kent zijn muziek, er verandert niets.” “Mittlerweile eine reine Lokalgrosse,” dat was in zijn ogen de componist Peter Schat. Die was alleen lokaal (lees: Amsterdam) van belang en dat was dat.
Vernieuwend
Hoe moeten we Stimmung duiden? Het werk is geschreven voor zes zangers met ieder een microfoon, in opdracht van de Stad Keulen en bestemd voor het reeds genoemde Collegium Vocale Köln. In zijn volledige vorm neemt het stuk vijfkwartier in beslag . Het is de eerste compositie die is gestoeld op (vocale) boventonen en harmonieën, maar ook in ritmisch opzicht is het een uitgesproken vernieuwend stuk.
|
 |
Stockhausen componeerde Stimmung in 1968 in Madison, in de Amerikaanse staat Connecticut. Het is onderverdeeld in 51 (korte) fragmenten (‘modellen'), waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de uit de lage (alleen voor de zangers hoorbare!) grondtoon Bes met zijn daaruit voortvloeiende reeks harmonischen (zie afbeelding rechts). De zes zangers reciteren en transformeren spraakklanken die deels (in 29 van de 51 ‘modellen') zijn gestoeld op de magische namen van goden en godinnen, van de Azteken tot de Oude Grieken. Voorts zijn er de erotisch getinte teksten die Mary Baumeister, zijn toenmalige levenspartner, hem had aangeleverd en waaraan hij zelf naar zeggen ook nog het een ander had bijgedragen.
Betoverende reis
Eerlijk gezegd zijn die teksten, voor zover überhaupt verstaanbaar, tamelijk aan de lompe kant, maar de hypnotiserende klanken zijn dat zeker niet. Een geraffineerd effect daarbij is de suggestie van een uiterst primitief blaasinstrument dat slechts één lage toon kan voortbrengen. De noten worden piano gezongen (vibrato is daarbij absoluut uit den boze), beginnend met de boventonen, waarna de betoverende reis wordt voortgezet met behulp van wervelende klinkers, fonemen en akkoorden. Abstracte, woordloze klankguirlandes worden doorkruist door duidelijk uitgesproken woorden.
 |
'Authentieker' kan het niet: Karlheinz Stockhausen - Stimmung (1993) - 2 cd-set Stockhausen-Verlag nr. 12 |
Nieuw klankspectrum
Wat over Stimmung ook wordt gedacht, gezegd of geschreven, Stockhausen heeft daarmee wel degelijk een volkomen nieuw klankspectrum aangeboord dat tevens als mijlpaal mag gelden in de twintigste-eeuwse muziekgeschiedenis. Dat het desondanks weinig wordt uitgevoerd (er wordt al decennialang meer over geschreven dan dat het wordt gespeeld) lijkt terug te voeren op het feit dat zelfs de huidige generatie de aansluiting bij het stuk mist; en dat er in dit opzicht in de afgelopen ruim halve eeuw op dit vlak weinig lijkt te zijn veranderd. Het was dan ook op zijn zachtst gezegd moedig dat in december 2019 het ensemble Silbersee (“We maken onorthodoxe opera en muziektheater voor een breed publiek”) het weer eens aandurfde om Stimmung naar het podium van de Sint-Pieterskerk in Gent te brengen. Zoals het ook van durf getuigt om Stimmung op cd uit te brengen.
Nieuw album
En nu is er dan zelfs een album verschenen met Stimmung als hoofdwerk, al betreft het dan de ingekorte Parijse versie (1968), hetgeen neerkomt op een speelduur van driekwartier in plaats van de volledige vijfkwartier. Bezwaarlijk is dit evenwel niet omdat de reeks van 51 'modellen' naar believen eerder kan worden afgerond, waarbij de algehele structuur niet aan gruzels gaat. Wie de volledige versie wil horen verwijs ik graag naar het nog steeds verkrijgbare album van Harmonia Mundi met het Theatre Of Voices onder leiding van Paul Hillier, uitgebracht in 2007 (ook op o.a. Spotify). Of anders wel de 'authentieke' uitgave uit 1993, de dubbel-cd van Stockhausen-Verlag, met het catalogusnr. 12 (klik hier).
Cyril Deaconoff
Hij mag op zijn minst veelzijdig worden genoemd, deze in Moskou geboren en getogen componist van concert-, film- en theatermuziek, maar ook van videogames, terwijl hij daarnaast volop actief is als dirigent en organist.
Afgestudeerd aan het Gnesine Instituut en het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou (directie en compositie) behaalde hij in 2006 zijn doktersgraad in de muziek aan Indiana University Bloomington, waar hij compositie studeerde bij Sven-David Sandström. Voorts studeerde hij bij o.a. Marina Kovaleva, Andrei Golovin en Alexander Pirumov. In 2019 studeerde Deaconoff aan het Conservatorium van San Francisco af in het vak Technologie en Toegepaste Compositie.
 |
|
Praktisch ingesteld
Wat de vier op dit album samengebrachte stukken van zijn hand duidelijk maken is dat ze hun inspiratiebron vinden in het werk van Stockhausen uit diens verschillende stijlperioden. Maar ook dat Deaconoff naar nieuwe wegen heeft gezocht. Al zijn het daarmee nog geen hemelbestormende werken, ze zijn wel degelijk knap geschreven binnen de kaders van de daarvoor vereiste ensemble- en stemtechniek. Een praktisch ingestelde componist dus die blijkbaar al tevoren bepaalde ensembles voor de uitvoering van zijn werk had voorbestemd of in gedachten had. Op het lijf geschreven gaat in dit geval zeker op. Wat overigens niet betekent dat deze stukken gemakkelijk(er) te realiseren zouden zijn. Zoals blijkt uit het strijkkwartet dat weliswaar is gecomponeerd voor conservatoriumensemble (dus nog op weg naar professionaliteit), maar desondanks hoge eisen stelt aan zowel individueel als samenspel. Ook Our Time voor koor en elektronica vraagt om grote precisie, articulatie en de juiste balans tussen stemmen en elektronica.
Hartverwarmend
Dat brengt me dan tevens op het vocaal ensemble Voices of Silicon Valley dat in dit lastige programma uitstekend de weg weet en zich door de vele technische hindernissen niet van de wijs laat brengen en met volle overtuiging en engagement gloedvol invulling geeft aan dit fascinerende repertoire. Het verfrissende aandeel van het koor en orkest van Indiana University moest helaas beperkt blijven tot het slechts een paar minuten durende Canticles of Love, Despair and Hope. Het gehele beeld overziende is het hartverwarmend hoezeer deze jonge musici gemotiveerd waren en het beste van zichzelf wisten te geven. Dat de opnamen deels niet van recente datum zijn doet daaraan niets af.
____________________
Nuttige links
https://www.orpheusclassical.com/voices-of-silicon-valley
https://memeteria.com/2020/11/15/tuning-up-to-stockhausens-stimmung/
https://www.cyrildeaconoff.com/about |
|