![]() CD-recensie
© Aarnout Coster, december 2009
|
||
Beethoven: Pianoconcert nr. 4 in G, op. 58 (versie 1808) – Pianoconcert in D, op. 61 (pianoversie van het vioolconcert). Ronald Brautigam (piano), Bis SACD 1693 • 69' • (sacd)
Twee bekende werken van Beethoven en toch klinkt alles anders dan we gewend zijn. De uitvoerenden maken gebruik van herziene versies en hebben een originele visie op de uitvoeringspraktijk. Op 10 augustus 1808 verscheen Beethovens Vierde pianoconcert in druk. Dit is de versie die doorgaans gebruikt wordt. Op 22 december speelde Beethoven dit werk tijdens een groot benefietconcert op een, volgens zijn leerling Carl Czerny, ‘grillige’ wijze. Daarbij speelde de componist veel meer noten dan in de gedrukte partituur stonden. Van het eerste en het derde deel is een kopiistenpartituur bewaard gebleven met daarin talrijke toevoegingen van de hand van Beethoven. Deze aantekeningen werden lange tijd als niet te ontcijferen beschouwd, maar de Britse musicoloog Barry Cooper slaagde daar wel in en het is deze herziene versie die we op de cd horen. Beethoven bewerkte zijn vioolconcert op. 61 op verzoek van componist-uitgever Muzio Clementi tot een pianoconcert. Hij schreef er bovendien cadensen bij (van de vioolversie zijn geen cadensen bekend van Beethoven). In de cadens van het eerste deel spelen de pauken ook een rol; de cadens aan het eind van het tweede deel vormt een geraffineerde overgang naar het derde deel. In een in het boekje opgenomen interview geeft Ronald Brautigam zijn visie op Beethovens pianoconcerten. Hij ziet deze werken niet als een strijd tussen solo-instrument en orkest maar als kamermuziek. Bij de opnamen is de vleugel te midden van het orkest geplaatst. Zo wordt een grotere interactie tussen solist en orkest mogelijk gemaakt. Andrew Parrot laat de strijkers van zijn kleine orkest vrijwel vibratoloos spelen; zijn benadering is achttiende-eeuws. De kamermuziekachtige sfeer is evident: vlotte tempi, een lichtere toets, geen grote dramatiek. Het tweede deel van het Vierde concert is hier een dialoog tussen de lyrische akkoorden van de piano en het luchtig ritmisch gepunteerde spel van het orkest, zonder felle tegenstelling, eindigend in een gefluisterde samenspraak. In de hoekdelen van het Vierde pianoconcert is veel nieuws te beleven: Beethovens annotaties bestaan uit trillers, snelle loopjes en arpeggio’s en hier en daar ook ‘Einlagen’. Brautigam speelt virtuoos en fraseert prachtig. In de toegevoegde passages komt Liszt heel even in beeld. De sfeer van de uitvoering is niet zozeer lyrisch/dramatisch - zoals bijvoorbeeld in de uitvoering van Goode en Fischer (voor de recensie: klik hier) - maar opgewekt, stoer. Het is een nieuwe, frisse, voortreffelijk uitgevoerde interpretatie van dit meesterwerk. De pianoversie van opus 61 klinkt overtuigend, als een echt pianoconcert. De (viool)solopartij is met akkoorden en begeleidingsfiguren aangevuld. Uitgever Clementi kon blij zijn met zijn nieuwe pianoconcert. Brautigam en Parrot gaan ook hier uit van het achttiende-eeuwse idioom (Sturm und Drang). Voor wie Beethoven op een andere manier wil horen, is deze cd een must: er valt veel te ontdekken en te genieten. De fraai klinkende opname is helder en doorzichtig. index | ||