Solisten

Winnaar in de Koude Oorlog: Van Cliburn (1943 ~2013)

 

© Siebe Riedstra, maart 2013

 

 
Tsjaikovski: Pianoconcert nr. 1 in bes, op. 23

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2 in c, op. 18

Van Cliburn (piano), RCA Symphony Orchestra
o.l.v. Kirill Kondrashin; Chicago Symphony Orchestra
o.l.v. Fritz Reiner (Rachmaninov)

RCA 55912 69’

Opname: 30 mei 1958, Carnegie Hall, New York City (Tsjaikovski); 31 maart en 2 april 1962, Orchestra Hall, Chicago (Rachmaninov)

www.cliburn.org


Op 27 februari 2013 overleed de Amerikaanse pianist en filantroop Van Cliburn. Cliburn was niet alleen een begenadigd virtuoos, hij was ook een politiek ikoon. Voor zijn landgenoten symboliseerde hij een nieuw fenomeen: klassieke muziek kan bergen verzetten.

In 1958 was de verhouding tussen de Verenigde Staten en de Verenigde Sovjet Republieken het vriespunt genaderd. De Russen staken de Amerikanen in de ruimtevaartwedloop de loef af met de ‘kunstmaan’ Spoetnik – het was de tijd van de Koude Oorlog. Zes maanden na de lancering van de Spoetnik won een Amerikaanse pianist het Tsjaikovski Concours in Moskou. En hoe. Het Moskouse publiek lag in katzwijm aan zijn voeten. De verlegen jonge slungel met de enorm lange vingers was Van Cliburn, afkomstig uit Texas. Zijn overwinning werd door de Amerikaanse regering – Dwight Eisenhower was president – aangegrepen als een antidotum tegen het ruimtevaartverlies. Bij zijn terugkomst in Amerika werd Van Cliburn getrakteerd op een ticker-tape parade, en sierde zijn portret de omslag van Times Magazine. Een legende was geboren. Het platenlabel RCA wist de primeur te bemachtigen, en vloog de Russische dirigent die in Moskou de orkestbegeleiding verzorgde over. Zijn naam: Kirill Kondrashin. In New York kreeg hij het RCA Symphony Orchestra en Carnegie Hall tot zijn beschikking. De resulterende opname van Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert werd een enorme hit. Binnen de kortste keren kreeg ze de status platinum, de eerste keer dat die eer aan een klassieke artiest ten deel viel. Daar bleef het niet bij, in de loop van de jaren zijn van deze opname meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Al meer dan een halve eeuw heeft ze een vaste plaats in de catalogus.

Van Cliburn tijdens het Tsjaikovski-concours in Moskou

Lavan Harvey Cliburn Jr. werd geboren op 12 juli 1934 in Louisiana, in het zuiden van de Verenigde Staten; de familie verhuisde enige jaren later naar Texas. Zijn vader was werkzaam in de olie, maar geen magnaat; zijn moeder was pianiste, en tot zijn zeventiende zijn enige lerares. Daarna studeerde hij aan de Juilliard School of Music in New York bij Rosina Lhévinne. Hij debuteerde op vierjarige leeftijd en won als adolescent de nodige competities in de Verenigde Staten. Desondanks kwam zijn triomf in Moskou voor iedereen als een grote verrassing, niet in de laatste plaats voor hemzelf. Cliburn werd bewonderd om zijn technische meesterschap, dat vooral tot uiting kwam in zijn brede sonoriteit, die ook in het meest massieve fortissimo nooit rinkelde. Zijn muzikale voorkeuren gingen niet voorbij aan de Weense klassieken, maar zijn kracht lag in het grote romantische repertoire. Een groot aantal opnamen werden binnen enkele jaren gerealiseerd, en het commerciële succes was overweldigend. Dat succes eiste zijn tol, en vanaf het midden van de jaren zestig werden zijn optredens minder en minder. In 1978 trok Van Cliburn, inmiddels een rijk man, zich terug van het concertpodium. Hij concentreerde zich volledig op de ‘Van Cliburn Competion’ die in 1962 in zijn woonplaats Fort Worth, Texas, door bewonderaars werd opgericht, en sindsdien elke vier jaar gehouden wordt. Hoewel Van Cliburn na 1987 zo nu en dan in de Verenigde Staten bij lokale orkesten te horen was, voegde dat niets meer aan zijn reputatie toe. Die drijft ook na zijn overlijden op een handvol ‘legendarische opnamen’.

Bovenaan de lijst staat natuurlijk het Eerste pianoconcert van Tsjaikowsky, als hierboven beschreven. Het succes van die opname is niet alleen te danken aan de fenomenale pianistiek van Cliburn, maar voor een even groot deel aan de kwaliteiten van dirigent Kondrashin. Hij beheerst de partituur tot in de fijnste details, en op het gefilmde verslag uit Moskou kunnen we zien dat hij de partituur niet nodig heeft - een zeldzaam staaltje van dirigentenmoed. Ik kan het niet laten om u deelgenoot te maken van nog zo’n sterk staaltje, en uit onverwachte hoek: Anton Kersjes die ik cellist Mstislav Rostropovitsj uit het hoofd zag begeleiden in Saint-Saëns. Fritz Reiner stond in die jaren aan het hoofd van het Chicago Symphony Orchestra. Reiner was een maestro van de oude stempel, met een lange baton en minimale gebaren – hij was bij zijn musici niet geliefd, maar gevreesd. Dat kon toen nog, en het resultaat is te beluisteren in een serie onovertroffen opnamen met werken van Richard Strauss. Reiner nam met Cliburn het Tweede pianoconcert van Rachmaninov op in 1962, en het resultaat is net als in de combinatie Kondrashin/Cliburn betoverend.

Het ligt voor de hand dat de naam Van Cliburn veel muziekliefhebbers nog maar weinig te zeggen heeft. Bovendien heeft hij de kolossale pianistische belofte die hij als jonge man was, in latere jaren niet ingelost. De Weense klassieken bleven een gesloten boek, en het heeft er achteraf alle schijn van dat hij maar één kunstje kende. Maar met dat ene kunstje behoort hij nog steeds tot de wereldtop.Svjatoslav Richter zat in 1958 in de jury van het Tsjaikovski-concours en had maar één woord voor Van Cliburn: een genie.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links