Interview

Pablo Heras-Casado: een muzikale duizendpoot bij het KCO

 

© Paul Korenhof, november 2012

 

Op je 35ste verjaardag voor het eerst het Koninklijk Concertgebouworkest dirigeren - dat is toch iets bijzonders. Natuurlijk hebben er jongere dirigenten in Amsterdam op de bok gestaan (Haitink was zelfs drie jaar jonger, toen hij met Eugen Jochum de leiding van het orkest overnam), maar het blijft een opmerkelijk wapenfeit. Voor Pablo Heras-Casado betekende het overigens niet zijn eerste kennismaking met het Concertgebouw zelf. Eerder was hij hier al te gast voor concerten met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest en de Radio Kamer Filharmonie, waarmee hij niet alleen een breed repertoire van vooral Duitse en Russische muziek uit de 19de en 20ste eeuw dirigeerde, maar die hem ook enkele malen naar de Van Baerlestraat voerden.

Na zijn tweede repetitie, op de dag vóór het concert, ontmoet ik een levendige jonge Spanjaard, wiens vitaliteit overigens niet kan verbergen dat hij in de uren daarvoor flink wat energie heeft verbruikt. We verruilen dan ook snel de ietwat mistroostige ruimte die in de kelder van het Concertgebouw voor gastdirigenten gereserveerd is, voor een omgeving met licht en frisse lucht waar hij geestelijk en lichamelijk kan bijtanken. Dat de repetitie behoorlijk enerverend was, ontkent hij niet, maar wel loopt hij over van lof voor het orkest:
"Schitterend! Een heerlijke groep mense om mee samen te werken. Zo open, zo flexibel ook en met een enorm gevoel voor stijl en voor de grondbeginselen. En helemaal voor fraseren! Hun manier van werken is meer dan alleen maar uiterst kundig musiceren. Je merkt aan alles dat zij in staat zijn om de muziek met intelligentie te benaderen, waardoor hun musiceren ver uitstijgt boven een hoog niveau van vakmanschap."

Vocale muziek
Reeds als kind gaf de in Granada geboren Pablo Heras-Casado blijk van grote muzikale aanleg. Zingen had daarbij zijn voorliefde en dat veranderde niet toen hij pianoles kreeg en evenmin toen hij later ook viool ging studeren. De kennismaking met de Spaanse vocale muziek uit de Renaissance werd voor hem een openbaring en leidde uiteindelijk tot de oprichting van een eigen vocaal ensemble dat zich concentreerde op de vocale muziek van Tomás Luis de Victoria en diens tijdgenoten:
"Mijn eerste ervaring als dirigent was een concert met Spaanse muziek uit de Renaissance dat ik dirigeerde op mijn zeventiende. In die tijd zong ik ook zelf nog en zingen is altijd een grote liefde gebleven, een passie zelfs. Nog steeds!"

Ondertussen leidden zijn ervaringen met zijn eigen koor tot een fascinatie voor het dirigeren, een bezigheid die een tweede en wellicht nog ingrijpender openbaring werd. Tegelijk zorgde zijn belangstelling voor de vocale muziek voor grote aandacht voor de tekst en dat droeg er weer bij aan zijn verlangen om zich niet uitsluitend met muziek bezig te houden. Zijn neiging om zijn belangstelling over een breed terrein te spreiden, werd ook duidelijk tijdens zijn studie aan de universiteit van Granada, waar hij zijn licht opstak bij verschillende disciplines. Zelfs bekwaamde hij zich enige tijd in het actereren.

Van Renaissance tot Stockhausen
Tot op zekere hoogte werd die brede belangstelling gevoed door zijn fascinatie voor de oude muziek, die heel wat meer eist dan alleen 'noten lezen':
"Je ziet wel wat er staat, maar je moet je toch constant afvragen wat er precies mee bedoeld wordt en daarvoor moet je op de hoogte zijn van alle relevante parameters om te weten hoe die muziek ongeveer moet worden uitgevoerd. De woorden zijn duidelijk, maar welke betekenis hadden zij in die tijd? Hoe belangrijk was in een bepaalde periode een dissonant, een bepaald akkoord? Hoe fungeerde zo'n werk in zijn culturele context en welk effect wilde een componist bereiken bij zijn publiek, dat toch met heel andere oren luisterde dan een publiek van nu? Waarom is het woord 'Gratias' geschreven op een open akkoord, wat was voor het publiek van toen de betekenis van een frase als 'et sepultus est', kortom: wat is de boodschap die de componist wilde overbrengen?"

Een belangrijk moment in zijn carrière werd vervolgens een workshop in Luzern waar hij met zijn aanpak van de muziek van Stockhausen de aandacht trok van een jury waarin onder anderen Pierre Boulez en Peter Eötvös zitting hadden. Voor Heras-Casado verschilde die muziek in complexiteit eigenlijk niet zoveel van die van de Spaanse componisten van vier eeuwen geleden, die soms tot wel zeven koren met onderverdeelde stemmen over de weergalmende ruimte van een kathedraal uitspreidden. Mede door zijn ervaring op dit punt maakte zijn optreden in Luzern echter zoveel indruk dat Boulez en Eötvös hem uitnodigden voor een gezamenlijke uitvoering van het voor drie orkesten geschreven Gruppen van Stockhausen.

Pablo Heras-Casado (Foto: Felix Broede)

Veelzijdigheid
Ondertussen lijkt het repertoire van Pablo Heras-Casado te duiden op een streven naar veelzijdigheid, met de Spaanse Renaissance en de meest eigentijdse muziek als uitersten. Zo was hij binnen een tijdspanne van twee jaar in Nederland te horen met muziek van componisten als Beethoven, Mendelssohn, Schumann, Prokofjev, Sjostakovitsj, Weinberg en Debussy, terwijl we hem via radio en televisie konden beluisteren in werken van onder meer Gluck (Iphigénie en Tauride), Mozart, Boccherini (La Celestina), Donizetti (L'elisir d'amore), Verdi (Rigoletto), Offenbach (La Périchole), Weill (Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny), Adams (Nixon in China) en Hosokawa (Matsukaze). Met in de nabije toekomst composities van Bach, Mahler, Eötvös (Angels in America) en diverse anderen op het programma ontstaat dan al snel het portret van een muzikale omnivoor die met een onstuitbare gretigheid onbekend terrein verovert. Is dat toeval of weloverwogen carrièreplanning?
"Een combinatie. Aan de ene kant kwamen van alle kanten aanbiedingen om al die verschillende opera's te dirigeren, maar aan de andere kant is het ook een deel van mijzelf om mijn belangstelling zoveel mogelijk te spreiden. Ik ben een musicus en ik probeer mij zo open mogelijk op te stellen en mijn blik, mijn repertoire zo wijd mogelijk te maken. Alle aspecten van de muziek interesseren mij en op het ogenblik is dit de weg waarop ik het liefste wil doorgaan. Ik krijg de meest uiteenlopende aanbiedingen, ik heb belangstelling voor de meest uiteenlopende manieren van musiceren, ik dirigeer uitvoeringen op authentieke instrumenten en muziek van onze eigen tijd. Kortom, ik houd mij bezig met alle uithoeken van het repertoire en voor mij is het ontkennen van grenzen ook de essentiële taak van iedere musicus."

Breed repertoire
"Specialisatie in een bepaald repertoire is niet iets wat ik bewust nastreef of waar ik zelfs maar aan denk. Mijn belangstelling gaat uit naar alle goede muziek, en of het nu gaat om L'Orfeo van Monteverdi, om Simon Boccanegra van Verdi, om Parsifal van Wagner, om een symfonie van Schumann of om een compositie van Kurtág, tijdens het dirigeren kan ik er even enthousiast over raken en voor mij zijn die werken ook allemaal even essentieel. Ik zou geen keuze kunnen maken en mij maakt het in principe niet uit of mensen mij vooral met een bepaald deel van het repertoire associëren. Waarom zou ik? Er zijn zoveel zangers en dirigenten wier namen automatisch met een bepaald repertoire verbonden worden, terwijl zij toch een veel breder repertoire beheersen en op andere punten niet minder uitblinken."

"Het maakt mij alleen maar gelukkig als verschillende orkesten in verschillende delen van de wereld mij voor totaal verschillende werken vragen. Daaruit blijkt dat zij mij ook in staat achten om totaal verschillende dingen te doen. In Finland vroegen ze mij om met het radio-orkest in één concert de cantate 'Jauchzet Gott in allen Landen' en de Vierde van Mahler te dirigeren, en met zo'n voorstel ben ik bijzonder gelukkig. Mijn enige doel is om de muziek te dienen en het is een uitdaging om dat in alle opzichten zo goed mogelijk te doen. En natuurlijk betekent zo'n breed repertoire dat je hard en gedisciplineerd moet werken, maar als het lukt, is het de moeite dubbel en dwars waard."

Intentie en stijl
Bach en Mahler met hetzelfde orkest - klinkt dat niet vreemd voor een dirigent die er juist een punt van maakt renaissancemuziek zo authentiek en stijlbewust mogelijk uit te voeren?
"Misschien wel en ik kom inderdaad uit een wereld waarin oude muziek ook op oude instrumenten wordt uitgevoerd. Als ik de kans heb, doe ik dat nog steeds, maar in feite is het toch veel belangrijker dat het gebeurt met de juiste intentie en in de juiste stijl. Een uitvoering op authentieke instrumenten maakt de uitvoering zelf nog niet authentiek. Dat is veel meer een kwestie van stijl en fraseren, en ik ken diverse moderne orkesten, zoals het Tonhalle Orchester in Zürich, die stilistisch uitstekend met oudere muziek overweg kunnen. Dat orkest speelt bijvoorbeeld schitterend Mozart, heel doorzichtig, heel virtuoos, prachtig in stijl, en daar gaat het toch om."
"Natuurlijk ben ik ook wel redelijk fanatiek als het om authenticiteit gaat, maar als puntje bij paaltje komt, zijn stijlgevoel en afwerking belangrijker. Soms hoor je bijvoorbeeld op authentieke instrumenten of kopieën daarvan Mozart spelen op een manier die heel wat te wensen overlaat. En niet alleen op het punt van intonatie! Als het zo moet, kun je die oude instrumenten beter vergeten. Op dit punt moet je gewoon open staan en je niet te veel focussen op uiterlijkheden. En vooral niet fundamentalistisch zijn!"

_________________
Pablo Heras-Casado treedt op woensdag 21 november op in Amsterdam (Concertgebouw) en op donderdag 22 november in Heerlen (Parkstad Limburg Theaters), met het Koninklijk Concertgebouworkest en de pianist Paul Lewis. Op het programma: Ravel's Tombeau de Couperin, Mozart's Pianoconcert KV 488 en de Vierde symfonie (Italiaanse) van Mendelssohn. Klik hier voor verdere bijzonderheden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links