DVD-recensie

Nielsen: Maskarade

 

© Gerard Scheltens, februari 2008

 

 
   

Nielsen: Maskarade.

Stephen Milling (Jeronimus), Susanne Resmark (Magdelone), Niels Jørgen Riis (Leander), Johan Reuter (Henrik), Ole Hedegaard (Arv), Poul Elming (Leonard), Gisela Stille (Leonora), Hann Fischer (Pernille), Sten Byriel (En vægter), Anders Jakobsson (Maskarademester), Jakob Bloch Jespersen (En magister).

Det Kongelige Operakor (Royal Danish Opera Choir). Det Kongelige Kapel (Royal Danish Orchestra)
Dirigent: Michael Schønwandt.
Regie: Kasper Bech Holten.

DACAPO 2.110407 • 2.18' •

Opname: 13-15 november 2006, Operaen, Kopenhagen


Als Nederland een 'nationale' opera had die iedereen kende en die regelmatig werd opgevoerd, welke componist zou hem dan geschreven moeten hebben? Ik kan alleen denken aan Johan Wagenaar. Zijn karakter was prima gedisponeerd voor een vrolijke blijspel-opera naar Bredero of Langendijk, maar hij kwam daarvoor muzikale persoonlijkheid te kort. Jan Brandts Buys - de schepper van het ooit zeer succesvolle Die Schneider von Schönau - had het misschien gekund, maar die koos voor het Duitse taalgebied en vestigde zich in Oostenrijk.

Een eigen opera, bekend bij iedereen en op straat gefloten door de spreekwoordelijke slagersjongen, moeten wij dus helaas ontberen. Nee, dan de Denen! Hun land is toch in veel opzichten vergelijkbaar met het onze? Hun Carl Nielsen wist wat zijn publiek toekwam toen hij in 1903 de 18de-eeuwse situatie-komedie Maskarade van Ludvig Holberg koos voor zijn tweede opera, na het voltooien van het ernstige Saul og David twee jaar eerder.

In Holbergs toneelstuk gaat het om een gearrangeerd huwelijk. Leonora en Leander weten niet wie hun ouders als partner voor hen hebben uitgezocht, maar uiteraard verzetten ze zich dit gebrek aan vrije keuze. Tijdens een maskerade ontmoeten zij elkaar, worden verliefd en na de nodige komische verwikkelingen krijgen ze te horen (wie had dat kunnen denken...) dat zij door hun ouders al voor elkaar bestemd waren. Iedereen gelukkig, happy ending.

Nielsens librettist was Vilhelm Andersen, met wie hij tijdens het Kopenhaagse uitgaansseizoen van 1904 gemaskerde bals bezocht om ideeën op te doen. Andersen werkte het gegeven om tot een wervelende en flitsende komedie. Van Holbergs eerste en tweede bedrijf werden de belangrijkste scènes verwerkt in de eerste acte van de opera. De straatscène die dan volgt (tweede acte) is een vinding van de librettist en daarna komt een uitgebreide metamorfose van het intermezzo tussen Holbergs tweede en derde bedrijf, met alle ruimte voor balletten, potsenmakers en acrobatiek. Daartussendoor kruipt de handeling - je zou het haast vergeten, zó word je afgeleid - voort naar de voorspelbare ontknoping, die helaas muzikaal niet zo interessant is als alles wat eraan voorafgaat.

Karaktertekening

In de dolkomisch bedoelde opera krijgt Leonora bepaald minder karakter mee dan in het toneelstuk, maar ingrijpender is de verandering die de beide vaders ondergaan. Jeronimus, de vader van Leander, is bij Holberg een deftige conservatief. Leonora's vader Leonard is een verlichte liberaal die moet kiezen tussen zijn vaderliefde en de eisen die de conventies stellen. Bij Andersen en Nielsen worden het ridicule figuren met deerniswekkende gedragingen. De dronken Jeronimus staat tijdens de maskerade volkomen voor gek en de provinciaalse Leonard weet zich in de grote stad niet te gedragen bij de vrouwen. Maar het was Nielsen dan ook niet om een subtiele karaktertekening te doen. Hij greep vooral de kans flink uit te pakken met aansprekende muziek die de olijke handeling moest onderstrepen, en dat is hem voortreffelijk gelukt.

De schepper van de zonnige Sinfonia Espansiva had voor deze komische opera een relatief nuchtere muzikale stijl gevonden die voor Kopenhaagse oren modern was en toch gemakkelijk in het gehoor lag. Mozart-bewonderaar Nielsen verbergt zijn bewondering voor Le Nozze di Figaro bepaald niet, maar heeft zich ook laten beïnvloeden door Verdi's Falstaff en Wagners Meistersinger. De laatstgenoemde opera, die hij in Berlijn had gezien, had enorme indruk op hem gemaakt: "Is deze opera niet door-en-door gezonder dan de latere? Als ik één woord zou moeten vinden dat uitdrukt wat ik ervan vind, zou ik zeggen: blozend".

Opvoeringen

In november 1906 ging Nielsens al even blozende Maskarade in première in de Kopenhaagse Opera. Dat was exact 100 jaar vóór de nieuwe opvoering onder Michael Schønwandt, in de regie van Kasper Bech Holten, die nu op dvd verschijnt. Nielsen was tweede violist en hulpdirigent in 'Det Kongelige Kapel', hetzelfde opera-orkest dat nu nog in de orkestbak zit. De onderhoudende opera, die precies aansloot bij wat het publiek wenste, was direct een succes en bracht het in het eerste seizoen al tot twintig opvoeringen. In de jaren tot Nielsens dood in 1931 bleef Maskarade bijna jaarlijks op het repertoire. Pogingen om ook buiten Denemarken tot opvoeringen te komen, leden schipbreuk, al was er in Zweden of Finland weleens een succesje. Blijkbaar is deze Deens gezongen opera, en vooral de humor daarin - of wat daarvoor doorgaat - toch te plaatsgebonden voor een internationale carrière.

Toen aan het eind van de twintigste eeuw steeds meer belangstelling ontstond voor Nielsen, o.a. door zijn zes symfonische meesterwerken, werd Maskarade eindelijk ook buiten het land van herkomst opgevoerd, meestal in een Duitse vertaling. Begrijpelijk, want weinigen kennen Deens, maar als je - zoals ik - die taal toevallig toch machtig bent, mis je te veel. Tekst en muziek vormen zo'n welbewuste eenheid dat elke vertaling afbreuk doet aan het effect. Het valt toch al niet mee om de Deense humor te volgen, en dan nog in het Duits... Toen er omstreeks 1995 in het Utrechtse Vredenburg een concertante uitvoering werd gegeven, was er een compleet Deense cast ingevlogen om Maskarade in de eigen taal te kunnen presenteren. Dit lofwaardige initiatief werd weer teniet gedaan doordat iets anders essentieels ontbrak: al die gezongen zotheid verloor zijn zin bij gebrek aan een mise-en-scène... Er moet tenslotte iets te kijken blijven...

Wel veel te kijken valt er bij de Duits gezongen opvoering tijdens de Bregenzer Festspuiele 2005, die is verschenen op een dvd van het label Capriccio, maar regisseur David Pountney heeft er een nogal grof kijkspel van gemaakt dat pijn doet aan de ogen. Jammer van de muzikaal heel behoorlijke prestaties van de Wiener Symphoniker o.l.v. Ulf Schirmer en een cast van goede zangers als Daniel Kirch in de rol van Leander en vooral Markus Brück als de knecht Henrik.

Dat kan beter! En dat gebeurt dan ook bij de nieuwste Dacapo-dvd, die gelukkig in het Deens is en ter gelegenheid van 100 jaar Maskarade in Kopenhagen is gemaakt. Regisseur Kasper Bech Holten verplaatste de handeling naar 'onze' tijd zonder al te opzettelijke hedendaagse snufjes toe te voegen. De enscènering is kleurig en flitsend en verveelt niet zoals bij Pountney. Er zijn mooie filmische trucs toegepast zoals het rondraaiende dubbele bed waarop Leander en Henrik aan het begin van de opera liggen te slapen. De circusacrobatiek in de derde acte is zeer het aanzien waard.

Dirigent Michael Schønwandt leidt zeer to-the-point, zingt of miemt alles mee en heeft aanstekelijk plezier in deze opera. Hij laat dat ook merken in de interessante toelichtingen (één per bedrijf) en de bonus-gedeelten over de totstandkoming van de productie. De zangers, bijna allemaal Deens met een enkele Zweed en buiten Scandinavië nauwelijks bekend, zijn vocaal uitstekend voor hun taak berekend en kunnen nog acteren ook. Ik heb er veel plezier aan beleefd, want al die oer-Deense geestigheden van-dik-hout (let op de onvermijdelijke dikke dame met blote bloes) worden op deze manier nog leuk ook...


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links