DVD-recensie

Lohengin met wiegje in Wahnfried

 

© Paul Korenhof, oktober 2010

 

 

Wagner: Lohengrin.

Jonas Kaufmann (Lohengrin), Anja Harteros (Elsa), Wolfgang Koch (Telramund), Michaela Schuster (Ortrud), Christoph Fischesser (König Heinrich), Evgeny Nikitin (Heerrufer)., Bayerische Staatsoper München, Bayerisches Staatsorchester.
Dirigent: Kent Nagano.
Regie: Richard Jones.

Decca 074 3387 (2 dvd's)

Opname: augustus 2009

 


Een nieuwe productie van Lohengrin tijdens de Münchner Opernfestspiele 2009 met stertenor Jonas Kaufmann in de titelrol. 'Daar moeten we bij zijn,' dacht Decca (als daar tenminste nog gedacht wordt) en dus presenteerde het voormalige Londense label ons een operaproductie op dvd, die als ergerniswekkende lachwekkendheid zo ongeveer alles overtreft wat mij ooit onder ogen is gekomen. Plaats van handeling: een Beierse subcultuur waarin lederhosen, runentekens, uniforme kleding, kadaverdiscipline, het cultiveren van folkloristische idylles en het gezin als hoeksteen van de samenleving de sfeer bepalen (waaraan doet dat ook alweer denken?). Tijd van handeling: nu (als we mogen afgaan op de goedkope lichtblauwe t-shirts waarin het koor de halve opera rondloopt).
Synopsis: een vrouwelijk lid van de 'Bayerische Jugend' wordt onheus bejegend door een soort parodie op de dikke, vette, bierdrinkende Duitser, maar wordt geholpen door een onbekende pseudo-Tiroler (of in ieder geval een Zuid-Duitse evenknie) die dan met haar mag trouwen. Ondanks de protesten van de dikke Duitser en zijn jaloerse echtgenote, die een afkeer heeft van mooiere en jongere vrouwen (die dikke man van haar is waarschijnlijk gewoon een viezerik), bouwt de jeugdbeweging voor hen een huisje met uitzicht op de bergen. En waarschijnlijk omdat de jongeman een Wagner-liefhebber is, wordt in de tuin van het huisje een perkje aangelegd, waarin mannen van middelbare leeftijd met een sterke neiging zich dansend te bewegen, met bloemen de spreuk neerleggen die Wagner ooit op zijn huis Wahnfried heeft laten aanbrengen. Als het huisje klaar is, gaan het bruidspaar daarin wonen en zij brengen bij binnenkomst meteen al een wiegje mee, zo verlangend zijn zij om daar iets in te leggen.
Hun geluk duurt echter maar kort. Zíj doet namelijk iets wat híj niet leuk vindt, en nog wel precies op het moment waarop die oude dikke Duitser hun slaapkamer wil binnendringen en tegen de uitgestrekte hand van de jonge bruidegom oploopt, waardoor hij dood neervalt. Daarop besluit de jonge bruidegom maar om weg te gaan (of misschien moet hij wel weg omdat hij een prominent lid van de bierclub heeft omgebracht), maar voor hij vertrekt, zingt hij eerst nog een mooie aria over een soort riddergemeenschap in de Pyreneeën. Waar dat op slaat, begrijpt niemand, maar vooral zij vindt het erg mooi en gelukkig voor haar tovert hij op het laatste moment ook nog ergens een al bijna volwassen baby vandaan. Die krijgt zij dan als troost en in de hoop dat die nog net in dat wiegje past waarnaar zij samen zo verlangend hebben staan kijken. Dan valt het doek en gaat het publiek heel hard juichen voor zangers die drie en een half uur lang heel erg mooi gezongen hebben over iets waar niemand iets van begreep omdat het niets met het verhaaltje te maken had, maar dat laatste interesseert gelukkig niemand. Mijn complimenten overigens voor de regisseur: hij zorgde ervoor dat iedereen toevallig precies op het toneel was op het moment waarop hij iets te zingen had.

Dat zingen is trouwens prima en eigenlijk de belangrijkste reden om deze uitgave in huis te halen. Jonas Kaufmann moest in 2009 nog in zijn rol groeien en eigenlijk staat alleen de Gralserzählung op het niveau dat hij een jaar later in Bayreuth zou bereiken (klik hier), maar zelfs dan nog is hij een Lohengrin waaraan geen andere hedendaagse tenor zelfs maar kan tippen. Op zijn minst even interessant is zijn Elsa, de Duits-Griekse sopraan Anja Harteros. Haar timbre is warmer en voller dan dat van Annette Dasch in Bayreuth en dat levert een heel andere Elsa op: vrouwelijker, hartstochtelijker en tegelijk misschien ook beter herkenbaar. Ik zou niet kunnen kiezen (maar ik constateer wel weer dat Duitsland momenteel - met Diana Damrau erbij - over een weergaloos drietal sopranen beschikt!)
De overige solisten bezitten minder individualiteit dan hun Bayreuther collegae van dit jaar, maar zij vormen een degelijk, betrouwbaar ensemble. Misschien zou het resultaat muzikaal opwindender zijn geweest met een dirigent met iets meer gevoel voor wagneriaanse climaxen en versnellingen, en die iets minder gespitst was op klank en discipline en iets meer op passie en orkestrale romantiek.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links