Verdi: Macbeth
Dimitris Tiliakos (Macbeth), Violeta Urmana (Lady Macbeth), Letitia Singleton (Dama di Lady Macbeth), Ferruccio Furlanetto (Banco), Stefano Secca (Macduff), Alfredo Nigro (Malcolm), Yuri Kissin (Medico, Domestico), Opéra de Paris
Dirigent: Teodor Currentzis
Regie, decors en kostuums: Dmitri Tcherniakov
BelAir BAC054 (2 dvd's)
Opname: Parijs, Opéra Bastille, april 2009
De opera begint met een (fictief?) stadsplan zoals dat te vinden is op Google Earth en in de eerste scène bevinden we ons in een straat van een kleine industriestad, vermoedelijk in de jaren achter het ijzeren gordijn. De kleding van de voorbijgangers verwijst naar het einde van de vorige eeuw, maar zodra we in het huis van de familie Macbeth zijn, zien we een mengeling van meubilair, behang, kostuums en dameskapsels die toch meer doen denken aan de gegoede Russische middenstand in de jaren vijftig of zestig. Alleen is de kleding over het geheel kwalitatief wel iets te goed en te verzorgd voor het Rusland van een halve eeuw geleden.
Ondertussen blijken de winkelende voorbijgangers de rol van heksen en soldaten te vervullen, evenals dat trouwens in van de derde akte het geval is, en datzelfde koor speelt ook voor de moordenaars van Banco en voor de gevluchte Schotten in het koor 'Patria oppressa'. Bij die laatste, een van de overtuigendste in deze voorstelling, kan ik mij gezien de Russische ambiance wel iets voorstellen, maar dat Banco midden tussen zijn moordenaars zijn aria staat te zingen, is met niets te rechtvaardigen en het hele heksengebeuren en het daaruit voortvloeiende conflict van en met Macbeth gaat bij deze aanpak volledig de mist in. Sterker nog: wat blijft er van Macbeth over als hij in de derde akte dreigend met een pistool zwaait terwijl de winkelende voorbijgangers rustig voortgaan met chips (?) eten en hem verder bekijken alsof hij gewoon een zielige gek is die last heeft van hallucinaties.
Die hallucinaties heeft deze Macbeth ook, bijvoorbeeld tijdens een feestje dat hij met zijn vrouw geeft voor buren, vrienden en kennissen. Lady Macbeth probeert tijdens haar 'drinklied' de gasten te vermaken met goocheltrucjes, maar Macbeth gaat helemaal door het lint als een oudere dame op zijn stoel gaat zitten. Een werkelijk demonische Lady Macbeth ontmoeten we hier echter niet, meer een moeke-achtige burgerjuffrouw die gewoon heel zorgzaam is voor haar man, een afdelingschef bij de firma Duncan & co die door zijn 'baas' getreiterd en gekleineerd wordt.
Hoe het ook zij: met het drama en de motivaties die we vinden bij Shakespeare en in het libretto van Piave, heeft dit allemaal niets te maken. Enige relatie met de muziek van Verdi is er soms wel, maar dan moet de toeschouwer - of kijker - iedere gedachte aan de tekst meestal wel uitgebannen. Aan het begin van de slaapwandelscène wordt duidelijk gesproken over 'een licht in haar hand' (we zien dat licht ook 'op de gang' bewegen, maar de 'dokter ziet niet dat Lady Macbeth het in haar hand heeft) en daarop volgt een dialoogje over 'handen wrijven' en 'handen wassen', terwijl mevrouw Macbeth alleen maar staat te gebaren tegen een onzichtbare echtgenoot, alsof zij haar hondje vraagt om bij haar te komen. Al met al missen de muzikaal grote momenten zoals het duet, de aria's van Lady Macbeth en de aria van Macbeth in deze scenische context iedere zin. Wat moet je nou met zo'n Macbeth die half aangekleed in open overhemd en boxershort op een tafel zijn 'Pietà, rispetta, amore' ligt te zingen, en wiens probleem hooguit lijkt dat hij zijn baan kwijt is?
Kortom: ik heb met stijgende verbazing zitten kijken naar deze voorstelling, die in april 2009 in de Parijse Bastille werd vastgelegd als resultaat van een co-productie met de Opera van Novosibirsk. Gelukkig is er 'uitleg'. Als 'extraatje' bieden de dvd's namelijk een ruim dertig minuten durende documentaire met de titel From Novosibirsk to Paris, waarin regisseur Dmitri Tcherniakov zijn uitgangspunten mag toelichten en in het begeleidende boekje staat ook nog eens in drie talen de toelichting afgedrukt die hij schreef voor het programmaboekje van de Opéra.
Wat kunnen we uit dit alles opmaken? Wat mij betreft maar één ding: Tcherniakov had geen visie. Hij geeft zelf grif toe dat het werk hem grote problemen heeft gegeven, dat hij zich bij de traditionele interpretatie van het drama van zowel Shakespeare als Verdi niets kon voorstellen en dat hij zich toen alleen maar vragen is gaan stellen in de trant van: wie zijn de heksen? wie is Macbeth? wie is Lady Macbeth? of: wie is Duncan? En vooral: wat voelen zij waardoor zij doen wat zij doen?
Drama moet gaan over boeiende conflicten of boeiende situaties, waarin zelfs 'gewone mensen' een allure krijgen die hun karakter, hun emoties en/of hun reacties herkenbaar en daardoor interessant maakt voor een groot publiek. Bij deze productie moeten we echter bijna drie uur lang kijken naar totaal oninteressante mensen in totaal oninteressante en soms ook totaal onlogische situaties. En tot overmaat van ramp plaatste Tcherniakov, die zelf ook de decors en de kostuums ontwierp, het huishouden van Macbeth, een burgermanskamer met roze behang, ook nog eens in de soort kijkdoos die zelfs de laatste kans op enig 'meeleven' onmogelijk maakt. Als één stuk van Shakespeare of één opera van Verdi zich leent voor een tijdloze of zelfs eigentijdse benadering, is het beider visie of de tragedie van de mens die geen weerstand kan bieden aan de lokroep van de macht. Maar dan moet het drama zelf wel serieus genomen worden.
Nadat ik dat alles goed op mij had laten inwerken, kon ik maar één conclusie trekken: zo'n demonstratie van onvermogen en heb ik op dit niveau niet eerder meegemaakt. In Brussel, bij de Salzburger Festspiele en bij de Ruhrtriënnale heeft Gérard Mortier meer dan eens een productie opgezet die mij artistiek niet overtuigde, maar daarbij was wel altijd sprake van visie en verassende uitgangspunten, ook als zich achter een nieuwe deur soms een doodlopende gang bleek te bevinden.
Meer moeite had ik met zijn artistieke beleid in Parijs, waar hij van 2004 tot 2009 directeur was van de Opéra National. Tot dan toe hadden zelfs zijn meest omstreden keuzes altijd iets van verrassing en bevlogenheid uitgestraald, maar in de Franse hoofdstad leek hij de plank soms mis te slaan. Nooit had ik echter kunnen bevroeden dat het einde van zijn periode daar zo teleurstellend zou zijn.
Het vervelende is bovendien dat de uitvoering muzikaal ook niet bepaald wereldschokkend genoemd kan worden. Eigenlijk bezitten alleen de jonge dirigent Teodor Currentzis en de bas Ferruccio Furlanetto het niveau dat men mag verwachten bij een dergelijke productie van de Opéra Bastille. De directie van de merkbaar perfectionistisch ingestelde Currentzis munt misschien niet uit door italianità, maar combineert uitmuntend orkestspel wel met grote aandacht voor details en frasering.
Minder opmerkelijk is het aandeel van de solisten. Op de inzet van Dimitris Tiliakos is niets aan te merken en technisch levert hij knap werk, zeker in zijn beide soli (inclusief de sterfscène) in het laatste bedrijf, maar zijn stem is niet die van een echte Verdi-bariton en daarbij oninteressant van timbre. Van Violeta Urmana had ik meer verwacht, maar om de een of andere reden komt de rol bij haar niet over; niet alleen mist zij de demonie en de bevlogenheid, maar zij klinkt alsof zij vrijwel voortdurend op halve kracht zingt. De tenor Stefano Secco, die overigens zijn aria moet zingen in een box met kinderspeelgoed, bezit een typisch Italiaans timbre, maar klinkt erg monochroom, terwijl zijn frasering aanleunt tegen het larmoyante. Alleen de bas Ferruccio Furlanetto bezit zowel de autoriteit als de vocale kwaliteiten die voor deze opera nodig zijn, maar helaas maakt hij stilistisch niet waar dat zijn muziek stamt uit de periode van het Italiaanse bel canto.
Tot slot wel een compliment over de technische verzorging, niet alleen van beeld en geluid, maar ook van de afwerking, waarbij bijvoorbeeld op beide dvd's de overgang van de eerste naar de tweede laag samenvalt met de overgang tussen twee bedrijven. Zo kan het dus ook!