DVD & CD-recensie

Antiheldin Patricia Petibon

 

© Paul Korenhof, maart 2012

 

 

 

 

 

 

Berg: Lulu (orkestratie akte III: Friedrich Cerha)

Patricia Petibon (Lulu), Julia Juon (Gräfin Geschwitz), Silvia De la Muela (Garderobiere, Gymnasiast, Groom), Robert Wörle (Medizinalrat, Prinz, Kammerdiener, Marquis), Willi Hartmann (Maler, Neger), Ashley Holland (Dr. Schön, Jack the Ripper), Paul Groves (Alwa), Franz Grundheber (Schigolch), Andreas Hörl (Tierbändiger, Athlet), Kurt Gysen (Theaterdirektor, Bankier), Gabriel Diap (Polizeikommissar) e.a., Gran Teatro del Liceu
Dirigent: Michael Boder
Regie: Olivier Py
Toneelbeeld: Pierre-André Weitz
Opname: Barcelona, november 2010
DGG 073 4637 (dvd)


Patricia Petibon - Melancolía
Liederen en aria's van Granados, Montsalvatge,
Nin y Castellanos, Villa-Lobos, Turina, Giménez (La tempranica), Gomez/Saavedra (Emigrantes), Falla (La vida breve), Torroba (La marchenera), Simeón La canción del olvido), Bacri e.a., Patricia Petibon (sopraan),
Daniel Manzanas (gitaar), Joël Grare (slagwerk), Susan Manoff (piano), Orquesta Nacional de España
Dirigent: Josep Pons
Opname: Madrid, september 2010
DGG 477 9447 (cd)


Onvergetelijk voor iedereen die de dvd heeft gezien met de opname van Rameau's Les Indes galantes die William Christie in september 2003 in het Parijse Palais Garnier dirigeerde, blijft het slotapplaus. De voorstelling was al een feest, maar mede door het camerawerk leverden de laatste minuten een hoogtepunt op dat alle eerdere vrolijkheid overtrof. Op een teken van Christie vanaf het toneel zet het orkest een reprise is van 'Forêts paisible' dat door de dirigent op hilarische en zeer on-18de-eeuwse wijze wordt meegedanst, maar gangmaakster van alle vrolijkheid lijkt toch de kleurrijke Azima van de Franse sopraan Patricia Petibon, met verentooi en vredespijpje, met een pittig en charmant timbre, maar bovenal met een expressiviteit die haar zelfs op een overvol toneel tot een onweerstaanbaar middelpunt maakt.

In de jaren die volgden hebben haar zang en haar theaterpersoonlijkheid Patricia Petibon een volle agenda bezorgd, zij het in een beperkt repertoire. Zij beschikt over een kernachtige maar niet al te grote lyrische sopraan en hoe overtuigend zij ook overkomt in het theater, louter vocaal moet zij werken met een enigszins beperkt kleurenpalet dat haar stem minder geschikt maakt voor het grote romantische repertoire. Dat zijzelf en degenen die haar carrière begeleiden, het vooral zoeken in speelrollen, is daarom logisch, maar dat kan ook negatief werken. Haar Despina in de Così fan tutte die Claus Guth in 2009 in Salzburg regisseerde, was een dermate extravagante moderne 'motorgirl' dat iedere relatie met tekst en muziek zoek leek en zij zelfs haar theatrale charmes niet meer kon inzetten.
Een jaar later zag Salzburg haar in de titelrol van Lulu en weer waren de meningen verdeeld, vooral omdat in de grote Felsenreitschule moeilijk over de orkestbak scheen te komen. Dat laatste werkte waarschijnlijk minder sterk in de productie van Olivier Py die in 2010 eerst in Genève en vervolgens in Barcelona te zien was, en dankzij de microfoons is het natuurlijk helemaal geen probleem in de opname die toen in het Teatro del Liceu gemaakt werd, en die nu door DGG op dvd is uitgebracht. Petibon komt hier in de titelrol tot een indrukwekkende prestatie, zij het vocaal iets minder trefzeker dan Laura Aikin in haar opname uit Zürich en ook niet helemaal idiomatisch in haar uitspraak van het Duits. Aan de andere kant heeft zij de rol merkbaar tot op het bot ontleed en in de regie van Py komt zij tot een opmerkelijke directheid, ook in haar contact met het publiek, dat zij met een ongegeneerdheid oogcontact in de handeling schijn te willen betrekken - of is dit louter een spel met de camera?

De voorstelling als geheel is overigens nog directer en ongegeneerder. In felle kleuren vol doorkijkjes en verwijzingen naar zowel het circus als de 'sexploitatie' situeert Py Bergs opera in een moderne rosse buurt, waar het leven dag en nacht doorgaat in het felle schijnsel van lichtreclames. Hij heeft er overigens geen voorstelling voor fijnbesnaarde zielen van gemaakt. De gemiddelde hedendaagse regisseur lijkt weinig verschil te zien tussen sex en erotiek, maar in de toneelteksten van Wedekind is bij voorbaat al weinig erotiek terug te vinden en in omwerking tot de opera Lulu nog veel minder. De onvoltooide versie in twee akten, die ik overigens prefereer boven de 'complete' versie, kan tot op zekere hoogte nog vanuit een soort expressionistisch symbolisme benaderd worden, maar bij de - overdadig lange - voltooide versie is van symboliek en erotiek geen sprake meer. Hier gaat het om een combinatie van nietzscheaanse machtswellust, uitgeoefend vanuit de onderbuik, in combinatie met onlustgevoelens van een omvang die Freud zich alleen maar in zijn natste dromen kon voorstellen. Lulu is onmiskenbaar een van de meest fascinerende personages van het 20ste-eeuwse operatoneel, maar waar haar zusje Salome zich nog bediende van verleidingskunsten, neemt zij nog slechts haar toevlucht tot ongeremde exploitatie van haar mogelijkheden.
Echt nieuwe inzichten biedt de regie van Py overigens niet, wel een consistent geheel met daarbij een paar bijzonder sterke scènes. Heel overtuigend was onder meer de desolate sfeer van de scène met Jack the Ripper, hier in het kostuum van de kerstman, waarna alle personages zich tijdens de slotmaten om Lulu heen groepeerden als een ode aan 'das ewig weibliche' - waarmee de voorstelling alsnog op een symbolisch noot eindigde.

Muzikaal klinkt het geheel heel degelijk maar niet opzienbarend. Na Petibon is de 'primus inter pares' voor mij de als clown geschminkte Schigolch van Franz Grundheber (vreemd genoeg niet op de cover vermeld), die door de manier waarop hij door de scènes heen loopt de indruk wekt, dat hij in feite alle anderen als marionetten bespeelt. Goede vertolkingen komen ook van Silvia De la Muela als de gymnasiast, Julia Juon als gravin Geschwitz en Willi Hartmann als de schilder. De Dr Schön van Ashley Holland mist echter het markante waarom die rol vraagt en Paul Groves voert als Alwa een voortdurende strijd met zijn hoogte. Uit de bak laat Michael Boder degelijk orkestspel opklinken, maar daarin ontbreekt toch iets van het kleurrijke waar de enscenering van Olivier Py zo vol van is. De opname doet de partituur volledig recht, maar het drukke toneelbeeld vraagt eigenlijk om weergave via een blu-raydisc.

Melancolía
De merkbare fascinatie van Patricia Petibon voor Lulu zal misschien samenhangen met het verlangen niet voor eeuwig vastgepind te blijven op de (vooral Franse) barokmuziek waarmee zij naam heeft gemaakt. Ondanks de beperkingen die haar stem haar oplegde, vond zij gelukkig nog een mogelijkheid om haar repertoire te verbreden. Voor de Spaanse vocale muziek heeft een helder timbre met veel kern grote voordelen, zeker als een zangeres ook over de mogelijkheid beschikt om haar borstregister met enige theatrale overdrijving te exploiteren. Dat Petibon zich aangetrokken voelde tot de Spaanse liedkunst, is daarom niet verwonderlijk, maar een reeks voorstellingen van Federico Torroba's Luisa Fernanda in Wenen bracht haar ook in contact met de wereld van de zarzuela, waarin zij zich niet minder thuis voelde.
Dat alles leidde tot een door haarzelf samengestelde cd met het thema 'melancholie', opgebouwd rond de aria van Salud uit La vida breve van Manuel de Falla. Hieromheen groepeerde zij diverse aria's en liederen uit zarzuela's, waaronder de zapateado uit La tempranica van Gerónimo Giménez en het in zijn eenvoud altijd weer ontroerende 'Marinela, Marinela' uit La conción del olvido van José Serrano i Simeón. Dit alles vulde zij aan met de cantilena uit de Bachianas Brasileiras van Heitor Villa-Lobos en enkele bekende en minder bekende liederen. Sluitstuk van deze met zorg en smaak samengestelde cd is de speciaal voor haar geschreven cyclus Melodías de melancolia van de Franse componist Nicolas Bacri op vier teksten van Álvaro Escobar-Molina.
Het resultaat is een klein juweeltje (nog geen uur - precies goed!) vol afwisseling, zowel muzikaal als in de benadering van het thema, dat door Petibon met groot gevoel voor het Spaanse idioom werd uitgevoerd. De begeleiding door het Orquesta Nacional de España onder Josep Pons en enkele instrumentale solisten klinkt al even verzorgd en de opname weet de diverse instrumentale bezettingen fraai met elkaar in balans te brengen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links