DVD-recensie

Offenbach's travestietenshow

 

© Paul Korenhof, juni 2016

 

Offenbach: Les Contes d'Hoffmann

Kerstin Avemo (Olympia, Giulietta), Mandy Fredrich (Antonia, Giulietta), Rachel Frenkel (La Muse, Nicklausse, La Voix de la tombe), Daniel Johansson (Hoffmann), Michael Volle (Lindorf, Luther, Coppélius, Miracle, Dapertutto), Bengt-Ola Morgny (Spalanzani), Ketil Hugaas (Crespel), Christophe Mortagne (Andrès, Cochenille, Frantz), Hoël Trodec (Nathanaël), Josef Kovacic (Hermann), Petr Svoboda (Wilhelm), Praags Philharmonisch Koor, Wiener Symphoniker
Dirigent: Johannes Debus
Regie: Stefan Herheim
Toneelbeeld: Christof Hetzer
Kostuums: Esther Bialas

C Major 735604 (Blu-ray)

Opname: Bregenz, 21 & 23 juli 2015

 

Er was een tijd waarin Les Contes d'Hoffmann serieus werd genomen, maar de ondertitel 'opéra fantastique' schijnt tegenwoordig te betekenen dat iedere regisseur zijn fantasie volledig de vrije loop mag laten. Of het allemaal nog iets te maken heeft met het werk en de ideeën die Offenbach en zijn librettisten voor ogen stonden, moeten we maar afwachten, en het gebeurt nog maar zelden dat we de indruk krijgen dat deze opera over mensen gaat. Toch zou men de Hoffmann die bij Offenbach centraal staat, het beste kunnen zien als een prototype van 'de man' of 'de mens' in diverse fasen van zijn weg naar emotionele volwassenheid. Om hem heen zijn op basis van de vertellingen van de Duitse romantische auteur E.T.A. Hoffmann's enkele verhalen gegroepeerd met komische, navrante, theatrale maar ook altijd menselijke accenten die de hele opera tot één grote metafoor maken.

Zeker na Schoppenvrouw in Amsterdam is duidelijk dat we bij de Noorse regisseur Stefan Herheim niet moeten aankomen met de personages in opera's en waar zij voor staan. Hem interesseert veel, maar de emoties van mensen in 'verzonnen verhalen' vallen daaronder beslist niet. Zijn internationale doorbraak had hij in de fase waarin hij opera's omwerkte tot weelderig geïllustreerde geschiedenisboekjes, wat behalve een fascinerende Parsifal in Bayreuth ook een emotioneel afgevlakte Jevgeni Onegin in Amsterdam opleverde, en daarna ging hij er steeds meer toe over een onderwerp centraal te stellen dat niets met de opera te maken had, maar dat hemzelf waarschijnlijk bezig hield.
Inmiddels lijkt duidelijk dat Herheim's interesses sterk seksueel georiënteerd zijn. In een Brusselse Rusalka ontmoetten we in plaats van een waternymf een straathoertje, Schoppenvrouw bij DNO stond helemaal in het teken van homoseksualiteit en zijn Bregenzer visie op Les Contes d'Hoffmann draaide volledig om travestie en transseksualiteit, een thematiek die ook in Parsifal en Schoppenvrouw werd aangestipt.

Bij de uitwerking van zijn ideeën wist Herheim in Bregenz wederom geen maat te houden. Offenbach's opera als travestietenshow is misschien even leuk (voor sommigen), maar drie volle uren lang genderproblematiek zonder de geringste aandacht voor de inhoud van het werk zelf, is wel erg veel van het goede. En waarom de componist daartussendoor moest lopen als vertolker van enkele 'knechtenrollen', is helemaal onduidelijk. In Schoppenvrouw is nog sprake van een relatie tussen Tsjaikovski en het thema homoseksualiteit, maar wat Offenbach met travestie te maken heeft, is even onduidelijk als de relatie tussen dat onderwerp en zijn 'opéra fantastique'.

Ook muzikaal is het geen uitvoering om te koesteren. Onder leiding van Johannes Debus komen de Wiener Symphoniker tot een degelijke maar niet bepaald Frans-spirituele verklanking en voor de solisten geldt hetzelfde. Ster van de avond is de bariton Michael Volle die in Herheim's bewerking behalve de vier 'schurkenrollen' ook de waard Luther voor zijn rekening neemt, alles met indrukwekkend stemmateriaal, maar wel in slecht en regelmatig onverstaanbaar Frans en in de Antonia-akte ook nog eens smakeloos uitgedost als travestiet.

Dat Volle zich zo inzet, valt enorm te prijzen, maar dat neemt niet weg dat zijn zang over het algemeen meer broeierig Duits dan helder gearticuleerd Frans klinkt, en dat hij n de hogere tessitura van 'Scintille diamant' hoorbaar niet op zijn plaats is. Ik heb me ook nooit eerder zo duidelijk gerealiseerd dat deze (nooit door Offenbach geschreven!) aria in dit werk absoluut niet thuis hoort.

Volle is niet de enige die in de Giulietta-akte tegen de hoogte aan hikt. Om onduidelijke redenen achtte Herheim het nodig Antonia en Nicklausse, nu ook als blonde vamp, samen als Giulietta te laten optreden (Olympia kon er niet meer bij, want dat was dezelfde zangeres als die van Giulietta . . .). Daarmee creëerde hij onvermijdelijke problemen (ook vocale) zonder enig ander effect dan de suggestie dat drie hoogblonde Rijndochters uit een travestietencabaret op vakantie waren in de Venetiaanse lagune. In het dvd-boekje probeert een zekere Frederik Hanssen wat licht op het geheel te werpen, maar hij komt daarbij niet verder dan een warrig navertellen van wat we zelf ook kunnen zien - en in het voorbijgaan demonstreert hij nog even dat hij niet weet wat in het Frankrijk van Offenbach een 'operette' was.

De overige solisten doen hun best, inclusief de ietwat benauwd getimbreerde, niet altijd welluidende Daniel Johansson in de titelrol. De beide sopranen, Kerstin Avemo en Mandy Fredrich overtuigde mij evenmin, noch door hun vertolking, noch door hun weinig esthetische kostumering, en de mezzosopraan Rachel Frenkel lijkt heel getalenteerd, maar zou beter eerst aan haar articulatie en tekstweergave kunnen werken alvorens Nicklausse nogmaals te zingen. De enige Fransman in de cast en tevens de enige die exact weet hoe hij met de tekst moet omgaan, is de tenor Christophe Mortagne (als 'Offenbach' - inclusief cello) in drie knechtenrollen.

Verder wordt al snel duidelijk dat we niet bepaald de partituur te horen krijgen die Offenbach voor ogen moet hebben gestaan. Behalve de nodige muzikale ingrepen en mogelijk zelfs enkele tot nu toe onbekende authentieke varianten presenteert Herheim diverse tekstvarianten van eigen vinding, waaronder volstrekt overbodige (en niet echt grappige) grapjes over 'le juif Offenbach'. Smaken verschillen en misschien is dit alles leuk voor een keer (ook daarover kunnen we van mening verschillen), maar ik kan mij niet voorstellen dat iemand hier meerdere malen naar gaat zitten kijken. De muzikale kant van de uitvoering is van dien aard, dat die zelfs de eerste keer zal nauwelijks de moeite waard is. Als de dvd-industrie aan uitgaven geld wil verdienen, zal men daar toch een beetje kritischer moeten worden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links