DVD-recensie

Berlijns Mozartfeest

 

© Paul Korenhof, februari 2016

 

Mozart: Le nozze di Figaro

René Pape (Figaro), Dorothea Röschmann (Susanna), Emily Magee (La Contessa Almaviva), Roman Trekel (Il Conte Almaviva), Patricia Risley (Cherubino),
Peter Schreier (Don Basilio), Resemarie Lang (Marcellina), Kwangchul Youn (Bartolo), Yvonne Zeuge (Barbarina), Bernd Zettisch (Antonio), Staatsopernchor, Staatskapelle Berlin
Dirigent: Daniel Barenboim
Regie: Thomas Langhoff

Arthaus Musik 111111 (Blu-ray)

Opname: Berlijn, 1999

 

Om maar met de deur in huis te vallen: dit is een Nozze di Figaro waarin het verhaal van Da Ponte en Mozart ons met de grootst mogelijke helderheid wordt doorverteld, zonder poespas, zonder fratsen en zonder actualisering van de handeling. Inderdaad, decors en kostuums zijn 'geactualiseerd' en de gravin leest een modern damesblad, maar dat is alleen de 'aankleding', geen 'handeling'. Eduard Verkade speelde te onzent al Shakespeare's Hamlet in rokkostuum en de beste voorstelling die ik ooit zag van Verdi's Macbeth had eveneens rokkostuum en avondjurk als basis.
Nog belangrijker en het grootste winstpunt van de regie van Thomas Langhoff is dat hier niet alleen de personages volledig en tot in de kleinste puntjes beantwoorden aan wat ik hoor in tekst en muziek, maar dat de regisseur de karakters ook tot in de kleinste details heeft uitgewerkt. Sterker: ik zie hier zelfs een overvloed aan - soms uiterst kleine - details die ik alleen maar als schitterende regievondsten kan aanmerken. Regievondsten, inderdaad, maar wel van een geheel andere categorie dan de bedenksels waar zoveel andere regisseurs ons menen te moeten onthalen, zoals het plotselinge lachje op het gezicht van de gravin als zij in het tweede bedrijf hoort dat Susanna Cherubino binnen laat. Die halve seconde spreekt boekdelen!

Over Cherubino gesproken: wie wil zien wat ik bedoel, zou alleen even naar de scène van de page in het eerste bedrijf moeten kijken, zijn recitatief met Susanna, zijn 'Voi che sapete', de scène daarna, het terzet en aan het slot zijn reacties op Figaro. De enscenering van Langhoff laat alleen al in deze twintig minuten bij één personage meer details en meer psychologische finesses zien dan menige andere complete voorstelling met acht hoofdrollen. Bij de eerste uitgave heb ik deze productie uit 1999 gemist en ik weet nu dat ik daarmee toen heel veel heb gemist. Tijd om de schade in te halen.
Van de Cherubino van Patricia Risley heb ik trouwens met volle teugen genoten en het is onbegrijpelijk dat wij daarna zo weinig van deze Amerikaanse hebben gehoord. Zij ontplooit hier een heerlijke lichte mezzosopraan 'oude stijl' met een stralende hoogte en zonder een spoor van alttonen, prachtig combinerend met de Susanna van Dorothea Röschmann. Daarbij beschikt Riley niet alleen over een uiterlijk dat haar volkomen geloofwaardig maakt als geëxalteerde puber, maar ook over een acteertalent om van te smullen.

Acteertalent kan trouwens niemand in deze productie ontzegd worden, niet de charmante Susanna van Röschmann (hier al met een timbre dat vooruitwijst naar haar latere vertolkingen van de gravin), niet de heerlijk opgefokte graaf van Roman Trekel en al helemaal niet de in stem, spel en voorkomen opvallend jeugdige Rosina van Emily Magee, hier misschien wel in de beste rol waarin ik haar ooit gehoord en gezien heb. Hooguit kan men zeggen dat René Pape met zijn volle bas en zijn toch ietwat imposante gestalte (maar net iets kleiner ddan die van Trekel) geen voor de hand liggende keuze is voor Figaro, maar hij speelt en zingt alle bezwaren weg met een verve waaraan het menige andere Figaro ontbreekt.

Dat allesis niet alleen te danken aan de regie, maar natuurlijk ook aan Daniel Barenboim die zich na zijn eerste, veelbelovende Don Giovanni voor EMI van veertig jaar geleden heeft ontwikkeld tot een specialist voor de Da Ponte-opera's. De hele voorstelling bezit een geweldige 'drive' met vlotte, altijd natuurlijke tempi waarmee hij zichzelf plaatst naast specialisten als Böhm en Giulini, de Staatskapelle Berlin speelt zich voor hem uit de naad en ik zou hooguit kunnen opmerken dat ik in de orkestrale tutti als in de vocale ensembles soms graag iets meer lichtheid doorzichtigheid had willen horen.

De kleinere rollen staan op een niveau dat men van de Berlijnse Staatsopera mag verwachten met niemand minder dan Peter Schreier die in zijn laatste toneelrol gelukkig ook Basilio's aria te zingen krijgt. Kleine opmerkingen: het overwegend bruine decor van Herbert Kapplmüller komt op het beeldscherm wat duister over en de grap van het elektronisch voortbewogen bijzettafeltje in het boudoir van de gravin hoefde voor mij niet. Dat geldt ook voor het moment waarop we in diezelfde akte zien hoe de graaf kennelijk buiten in een fontijn geklommen is om bij zijn echtgenote naar binnen te gluren.

De heruitgave van deze HD-productie werd extra goedkoop op de markt gebracht in combinatie met een lijvige dvd-catalogus van het repertoire dat Arthaus Musik over de afgelopen vijftien jaar heeft bijeengebracht. Deze blu-raydisc laat daarbij technisch geen wens onvervuld en een summier maar degelijk drietalig dvd-boekje bevat behalve de synopsis en een korte inleiding ook een gedetailleerd track-overzicht. Eén klein schoonheidsfoutje: het meteen in de nagalm wegdraaien van de derde akte.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links