DVD-recensie

Lessons in Love and Violence

 

© Paul Korenhof, april 2019

 

Benjamin: Lessons in Love and Violence
Stéphane Degout (King), Barbara Hannigan (Isabel), Gyula Orendt (Gaveston, Stranger), Peter Hoare (Mortimer), Samuel Boden (Boy, Young King), Jennifer France (Witness 1, Singer 1, Woman 1), Krisztina Szabó (Witness 2, Singer 2, Woman 2). Andri Björn Róbertsson (Witness 3, Madman)
Orchestra of the Royal Opera House
Dirigent: George Benjamin
Regie: Katie Mitchell
Toneelbeeld: Vicki Mortimer
Opus Arte OA BD7199 D (BD)
Opname: Londen, 10 mei 2018

* * *

Dean: Hamlet
Allan Clayton (Hamlet), Sarah Connolly (Gertrude), Barbara Hannigan (Ophelia), Rod Gilfry (Claudius), Kim Begley (Polonius), John Tomlinson (Ghost, Grave-Digger, Player-King), Jacques Imbrailo (Horatio), Rupert Enticknap (Rosencrantz), Christopher Lowrey (Guildenstern)
The Glyndebourne Chorus
London Philharmonic Orchestra
Dirigent: Vladimir Jurowski
Regie: Neil Armfield
Decor: Ralph Myers
Kostuums: Alice Babidge
Opus Arte OA BD7231 D (BD)
Opname: Glyndebourne, 30 juni & 6 juli 2017

 

 



Een recensent die vorig jaar op uitnodiging van DNO en het Holland Festival een bezoek bracht aan de Londense premièrereeks George Benjamin's nieuwste opera, bleek geschokt door de gewelddadige inhoud van Lessons in Love and Violence en ik kon mij dat voorstellen. Ik kende Edward II van Marlowe, het stuk waarop Martin Crimp zijn libretto gebaseerd had, maar juist daardoor viel het mij bij de Amsterdamse voorstelling heel erg mee. Bij Marlowe wordt de hoofdpersoon zelfs vermoord doordat hem door zijn beul met een hete pook zijn darmen worden uitgebrand. In naam gebeurt dat om geen uitwendig geweld zichtbaar te laten zijn, maar in werkelijkheid natuurlijk als onderdeel van de homoseksuele thematiek in het stuk.

Ook op andere punten is Crimp's bewerking een afzwakking van Marlowe's keiharde 'grand guignol avant-la-lettre'. Dat begint al met het schrappen van meer tijdgebonden elementen als de machtsstrijd tussen de hovelingen uit diverse standen en de conflicten met de katholieke kerk, maar het heeft ook alles te maken met de eisen van het operatheater. Niet alleen streefden Crimp en Benjamin naar een compact drama van nog geen anderhalf uur, maar het internationale muziektheater vraagt ook om meer stilering en meer symboliek dan we vinden in het realisme van het Britse renaissancetheater.

Visueel fraaie machtsstrijd
Het resultaat werd een geconcentreerde machtsstrijd tussen drie personages, Edward II, zijn echtgenote Isabella en zijn belangrijkste politieke tegenstander, de 14de-eeuwse Lord Mortimer die in dat spel de minnaar van Isabella wordt. Van de liefde waarnaar de titel verwijst, is bij dat alles overigens weinig te merken, of het zou de relatie tussen Edward en zijn niet-adellijke minnaar Gaveston moeten zijn. Geweld is er des te meer, zij het gestileerd en zelfs geësthetiseerd.

Dat laatste danken we niet weinig aan de regie van Katie Mitchell, die het gegeven naar onze tijd verplaatste, en aan de prachtig moderne decors van Vicki Mortimer, die nu eens niet uitgaan van beider voorkeur voor kamertjesstructuren. Al met al is de voorstelling visueel al een juweeltje, terwijl de opbouw in zeven elkaar snel opvolgende scène de concentratie in hoge mate bevordert.

Nog belangrijker dan het feit dat in Lessons in Love and Violence de karakters veel scherper werden neergezet dan in Written on Skin is het feit dat de tekst van Crimp - en daardoor ook de muziek van Benjamin - veel minder gemaniëreerd is. Mij heeft dat ondanks al mijn waardering voor de muziek al bij de première van Written on Skin in Aix-en-Provence gestoord en die houding is er niet minder op geworden. Kennelijk verschil ik op dit punt van mening met andere critici en operakenners, maar voor mij levert Lessons in Love and Violence minder gekunsteld en daarmee dramatisch effectiever muziektheater op. Wellicht maakte mijn fascinatie voor het theater van Marlowe en Shakespeare dat ik het werk vanaf het eerste moment door een andere bril bekeek, maar die bril is wel een 'theatrale' bril, of om weer eens met Kerman te spreken: 'opera is drama'!

Muziek primair
Duidelijk is daarbij ook dat Benjamin bij deze tekst expressievere muziek heeft geschreven, waarbij in het grote orkest vooral het aandeel van de blazers opvalt. Scheen de componist in Written on Skin nog te streven naar een evenwicht tussen tekst en muziek, hier lijkt hij dat irreële ideaal te hebben opgegeven en staat de muziek op de eerste plaats. Terecht. In de opera is het libretto belangrijk, maar het blijft de kapstok waaraan het muziekdrama is opgehangen. Monteverdi besefte al dat het in Florence nagestreefde muziekdrama waarin tekst en muziek gelijkwaardig waren, het gevaar in zich droeg om saai en bloedeloos theater op te leveren. Een tekst moet verstaanbaar zijn, maar vooral om de deur te openen voor de muziek en de muzikale weergave van emotie en dramatiek.

Het meest fascinerende moment in een opera wordt meestal bereikt als zangers de stem en de persoonlijkheid bezitten om het met hun tekstweergave tegen die muziek te kunnen opnemen, en dat zien we hier gebeuren. Het door Benjamin zelf geleide orkest is een onwankelbaar fundament onder de uitvoering, kleurrijk, geladen en vol dynamiek, maar op het toneel zien we een ensemble dat daar glorieus tegenop torent.

Barbara Hannigan
Ster van de uitvoering is bij dat alles Barbara Hannigan, ongeëvenaard in haar weergave van ook weer dit eigentijdse notenbeeld, en met een persoonlijkheid die maakt dat haar keihard manipulerende Isabella zelfs van het scherm af spat als zij alleen maar zwijgt, kijkt en reageert. Het camerawerk is uitstekend, maar als zij buiten beeld is, mis ik toch de ervaring uit de zaal, waar zij zelfs nog het toneel beheerste als zij helemaal niets deed.

Dat wil overigens niet zeggen dat de andere vertolkingen zwak of oninteressant zijn - integendeel! Stéphane Degout geeft de arme koning Edward een menselijkheid die noodt tot meeleven, Peter Hoare weet ijzingwekkend geïntrigeer achter schijnbare welwillendheid te verbergen en Gyula Orendt overtuigt volkomen in zijn noodlottige dubbelrol, eerst als Edward's minnaar Gaveston en later als zijn hypocriet-vriendelijke beul.

Grote lof verder voor de uitgave met via de Blu-ray disc scherp gedefinieerde beelden en een ideale balans van orkest en stemmen. Extra pluspunt: het beeld in cinemascope-verhouding met ondertitels die grotendeels eronder staan en niet erin.

Ongewone visie op Hamlet
Ook op de uitgave van Hamlet, een nieuwe opera van Brett Dean die twee jaar geleden in Glyndebourne in première ging, is technisch niets aan te merken, maar bij dit werk zat ik bepaald niet aan de buis gekluisterd. Vreemd, want alles wat zelfs maar in de verste verte met Hamlet te maken heeft, kan al bij voorbaat op mijn onverdeelde belangstelling rekenen, zeker als het libretto (hier van de hand van Matthew Jocelyn) iets heeft van een puzzel voor ingewijden door de manier waarop sommige teksten van Shakespeare in een hoge hoed lijken te zijn gegooid om er in willekeurige volgorde uit te worden gehaald.

Dat laatste is natuurlijk schijn, maar als Hamlet's eerste woorden - en ongeveer de eerste van het werk - meteen "...or not te be..." zijn, hebben we te maken met een theatraal effect dat bij zo'n overbekend stuk tegendraads kan werken. Gevolg: bij de eerste kennismaking was één oor constant bezig met het plaatsen van citaten en dat lijkt bij het meebeleven van een theaterwerk toch niet de bedoeling!

Dostojevski
Bijkomend probleem is dat librettist, componist, regisseur en vertolker er met z'n allen niet in geslaagd zijn de titelheld op te bouwen tot een personage dat onze aandacht opeist en ons medeleven vraagt. Onder de handen van Jocelyn en Dean werd deze Hamlet een stuk over ideeën en bedoelingen, niet over personages die ons als mens kunnen boeien. Te veel had ik het idee dat ik personages als Gertrude, Claudius en Polonius voor mezelf zat in te vullen op basis van het toneelstuk, daarbij geholpen door zangers die dat stuk ook kenden en op basis daarvan hun rol vorm hadden gegeven.

De vertolkingen van Sarah Conolly, Rod Gilfrey en Kim Begley in die drie sleutelrollen verdient grote lof, evenals de bijdrage van John Tomlinson in de rollen van de vermoorde koning, de leider van de acteurs en de grafdelver. Grote moeite had ik echter met de Hamlet van de tenor Allan Clayton, in de regie van Neil Armfield meer een geëxalteerde dronkelap uit een roman van Dostojevski dan Shakespeare's Deense prins. Het past echter wel in een adaptatie die meer gericht lijkt op een accentuering van gebeurtenissen dan op het doorgronden van beweegredenen en motieven. Die aanpak is soms op het karikaturale af, bijvoorbeeld in de behandeling van op dit punt toch al gevaarlijke bijrollen als Rosencrantz en Guildenstern, die in deze bewerking beter gemist dan uitvergroot hadden kunnen worden.

Als een stralende ster is bij dat alles de tragische, in zang en acteren virtuoze Ophelia waarmee Barbara Hannigan het werk boven zichzelf uit tilt. Alleen al haar waanzinscène, bij alle muzikale en fysieke acrobatiek de meest aangrijpende die ik ooit van een Ophelia gezien heb, is een reden om deze uitgave niet links te laten liggen. En dat alles ook nog met een perfecte notenweergave en een tot in de kleinste details doorleefde (verstaanbare!) weergave van de tekst. Jammer dat librettist noch componist in staat was juist die scène effectief af te ronden, maar aan de grootsheid van Hannigan's vertolking doet dat niets af!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links