De Frans-Israelische dirigent Gary Bertini (76) overleed op donderdag 17 maart in een ziekenhuis in Tel Aviv. Bertini werd geboren in Rusland op 1 mei 1927, maar groeide op in Palestina, het latere Israel. Hij studeerde musicologie, directie en compositie aan de conservatoria van Milaan en Parijs bij Arthur Honegger, Nadia Boulanger en Olivier Messiaen.

Van 1965 tot 1975 leidde hij het door hem opgerichte Israelisch kamerorkest. Van 1978 tot 1986 was Bertini chef-dirigent van het Israelisch Symfonieorkest. In 1983 volgde zijn benoeming tot chef-dirigent van het Symfonieorkest van de West-Duitse omroep in Keulen, waaraan hij tot 1991 verbonden zou blijven. Nog tijdens die verbintenis werd hij in 1987 intendant bij de opera in Frankfurt, maar van een leien dakje ging het uiteindelijk niet want er kwam steeds meer kritiek op zijn frequente afwezigheid. Bertini was meer in Israel dan in Europa te vinden, zijn hart lag toen duidelijk bij zijn familie en vrienden aldaar, maar zeker ook bij de Israelische opera die hij tien jaar heeft geleid.

Naast verplichtingen in Japan (van 1998 tot heden chef-dirigent van het Symfonieorkest van Tokio) dirigeerde Bertini ook aan de operahuizen van Milaan, Napels en Rome, en was hij eveneens in de opnamentudio actief. Hij maakte opnamen voor onder andere RCA, CBS en EMI (Berlioz' Requiem en een complete Mahler-cyclus). De cirkel leek rond met optredens in het Mariinski-theater in Sint-Petersburg, met Verdi's Macbeth, Mozarts Figaro en Requiem.

Prijzen waren er ook, zoals de Italiaanse prijs voor de beste dirigent (1995) en operadirigent (1998), de Franse kritiekprijs voor de uitvoering van Brittens Billy Budd en Prokofjevs Oorlog en vrede.