CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2021 |
Jörg Widmann (1973) werd opgeleid tot klarinetvirtuoos aan de Juilliard School of Music in New York, leerde componeren bij Wolfgang Rihm en dirigeert sinds 2011 het Irish Chamber Orchestra. Eerst als vaste gastdirigent, sinds 2017 als chef-dirigent en artistiek partner. Op Wikipedia valt te lezen dat hij in 2018 de derde plaats bekleedde in de wereldrangorde van meest gespeelde klassieke componisten. Dat wordt gestaafd door de speellijst die zijn uitgever Schott bijhoudt, daar valt te zien dat de teller wat betreft het hier opgenomen Con Brio uit 2008 de tweehonderd al voorbij is. Een aardig tegenargument voor de uitspraak dat de première dikwijls de dernière zou zijn. Dat hangt kennelijk van de componist af….. Con Brio was een opdrachtwerk van Mariss Jansons en het orkest van de Bayerische Rundfunk. Jansons wilde in zijn Beethovencyclus graag de confrontatie van Beethoven met eigentijdse componisten aan de orde stellen, en verschafte opdrachten aan Widmann, Raminta Serksnyte, Shinichi Mochizuki, Gijja Kantsjeli, Rodion Sjtsjedrin en Johannes Maria Staud. Van de concerten in december 2012 in Japan waarbij alle werken in combinatie met Beethovens symfonieën werden gespeeld heeft het label BRKlassik op dvd en cd opnamen uitgebracht. De opdracht aan Widmann hield in dat zijn werk een commentaar zou leveren op de Zevende en Achtste symfonie. Beethoven zocht in zijn werken altijd de grenzen van het maakbare op en Widmann doet tweehonderd jaar later niet anders. Hij kiest een handvol karakteristieke gebaren van de meester, zonder letterlijk te citeren, en gaat daarmee aan de slag. Heel kort door de bocht zou men kunnen zeggen: Beethoven door de bril van Helmut Lachenmann. Wat het meest opvalt zijn de hoornfanfares die verwijzen naar de Zevende symfonie, en daarmee is de combinatie op deze uitgave verklaard. De bezetting van het Irish Chamber Orchestra, dat op moderne instrumenten speelt, is aan de strijkerskant beperkt gebleven tot 6/6/4/4/2, en dat doet de balans in dit geval geen goed. De inzet van het hoofdthema in de tweede violen in maat 15 van de inleiding verzuipt in de strak aangehouden octaven van de trompetten (maar dat gebeurt in vrijwel alle opnamen en uitvoeringen), en in het verdere verloop van de symfonie is de strijd tussen blazers en strijkers met name in de luide passages een ongelijke. Voor het overige wordt er uitstekend en enthousiast gemusiceerd, en heeft Widmann een vaste greep op de voortgang, met tempi en dynamiek die de partituur recht doen. Een groot verschil met de geretoucheerde cd-uitgave van de Zevende door Teodor Currentzis. Tot zijn veertigste ging de belangstelling van Richard Strauss vooral uit naar het symfonisch gedicht. De volgende veertig jaar besteedde hij bijna volledig aan de opera. Na zijn tachtigste schreef hij ‘om de pols los te houden' een handvol werken die in hun transcendente schoonheid lijken te verwijzen naar het hiernamaals, met als onovertroffen hoogtepunt de Vier letzte Lieder. Minder bekend geworden zijn het Duett-Concertino voor klarinet en fagot en de prachtige Sonatine voor blazers, de tegenhanger van de Metamorphosen voor strijkers. Het was een gouden greep van Widmann om het Duett-Concertino als weldadig rustpunt tussen deze beide welhaast apocalyptische uitingen te plaatsen. Samen met de fagottist van het orkest, Diego Chenna, zorgt hij voor een perfecte uitvoering, die nog maar eens bewijst dat Strauss op zijn drieëntachtigste nog niets van zijn scheppende kracht had ingeboet. Productie, editing en mastering werden verzorgd door de inmiddels legendarische Andrew Keener (1954), een garantie voor kwaliteit.
index |
|