CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2017

 

Vaughan-Williams: Symfonie nr. 2 (A London Symphony) (eerste versie, 1913)

Butterworth: The Banks of Green Willow

London Symphony Orchestra o.l.v. Richard Hickox
Chandos CHAN 9902 • 68' •
Opname: december 2000, All Saints' Church, Tooting, Londen

   

You have really done it this time!
Gustav Holst aan de componist over de première van de London Symphony

Het label Hyperion bracht recentelijk een intrigerende opname uit van de Tweede symfonie van Vaughan Williams, in de tweede versie uit 1920. Ik had hem graag besproken, maar collega Aart van der Wal was me voor - u kunt het hier nalezen. Wel werd ik aangenaam herinnerd aan een andere unieke opname van deze symfonie, en wel de eerste versie uit 1913, in 2000 vastgelegd door wijlen Richard Hickox voor het label Chandos. Deze uitvoering heeft zich in mijn geheugen genesteld als een van de beste registraties op het label Chandos, waar orkestopnamen nogal eens dreigen te verdrinken in een overmaat aan galm.

Wat is er aan de hand met deze symfonie? Ralph Vaughan-Williams (1872-1958) begon zijn symfonische carrière met A Sea Symphony, een kolossaal werk voor solisten, koor en orkest. Zijn vriend George Butterworth (1885-1916) vond dat het tijd werd voor een puur instrumentale symfonie, en na de tragische dood van Butterworth (hij sneuvelde in de Eerste Wereldoorlog) volgde V-W zijn advies. De symfonie is opgedragen aan Butterworth en beleefde zijn première op 27 maart 1914 in de Queen's Hall te Londen, en gedirigeerd door Geoffrey Toye. De partituur werd opgestuurd naar Duitsland en raakte zoek, waarop de componist en zijn vrienden Butterworth, Toye en E.J.Dent een reconstructie vanuit de orkeststemmen realiseerden. De eerste uitvoering daarvan vond plaats op 11 februari 1915 onder Dan Godfrey.

Daarna beginnen de revisies. Driemaal onderwerpt V-W het werk aan een kritische blik: in 1918, 1920 en 1933. De laatste is de versie waarin we het vandaag de dag kennen. Dat we de eerste versie op deze cd te horen krijgen is overigens uniek: de weduwe van de componist, Ursula Vaughan-Williams, stelde strenge voorwaarden: verdere opnamen en concertuitvoeringen zijn verboden.

Het verschil tussen 1913 en 1933 wordt niet gekenmerkt door ingrijpende revisies, maar beperkt zich tot coupures - van minimaal tot fors. Het eerste deel bleef intact, maar de finale moest eraan geloven. Vooral de epiloog werd tot verdriet van veel vrienden fors onder handen genomen. In totaal sneuvelde een kwartier muziek. In 1920 was dat nog tien minuten.

Dat de symfonie is opgedragen aan George Butterworth vraagt om een klinkende bevestiging. Butterworth, niet alleen componist maar ook volksdanser, leeft voort door The Banks of Green Willow , een orkestraal vignet dat leunt op herinneringen aan Britse folklore.

Richard Hickox heeft door zijn voortijdig overlijden de opname van de complete symfonieën van Ralph Vaughan-Williams niet kunnen voltooien. Met deze opname heeft hij een uniek fonografisch document nagelaten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links