CD-recensie

 

© Siebe Riedstral, november 2010

 

 
 

Tüür: Exodus

Vioolconcert – Aditus voor orkest – Exodus voor orkest.

Isabelle van Keulen (viool), City of Birmingham Symphony Orchestra o.l.v. Paavo Järvi

ECM New Series 1830 472 497-2 • 61' •

 

 

Tüür: Oxymoron

Salve Regina voor mannenkoor en ensemble - Ardor voor marimba en orkest - Dedication voor cello en piano - Oxymoron (Music for Tirol) voor ensemble.

Leho Karin, Marrit Gerretz-Traksmann (Dedication); Vox Clamantis (Salve Regina); NYYD Ensemble (Salve Regina, Oxymoron); Pedro Carneira, Estonian National Symphony Orchestra o.l.v. Olari Elts (Ardor).

ECM New Series 1919 476 5778 • 58' •

www.ecmrecords.nl


Erkki-Sven Tüür (Estland, 1959) begon zijn muzikale loopbaan in de popmuziek, maar is na een avant-gardistische start gegroeid tot een componist die van zijn werken kan leven en op een eilandje in de Baltische Zee woont. Maar liefst acht symfonieën heeft hij inmiddels op zijn naam staan en ze worden door gerenommeerde orkesten gespeeld. Tüür werd vanaf het begin van zijn carrière actief ondersteund door het label ECM. ECM is waarschijnlijk het laatste label dat de financiële baten van zijn jazzalbums (van Keith Jarretts ‘Cologne Concert’ werden meer dan een miljoen verkocht) niet aan de aandeelhouders uitkeert, maar herinvesteert in avontuurlijk eigentijds repertoire, en kan daarvoor niet genoeg worden geprezen. Dit was de derde ECM-cd van Tüür, maar Isabelle van Keulen, Paavo Järvi en het CBSO maakten met deze uitgave in 2003 hun labeldebuut. En wat voor een debuut! Dit is een uit graniet gehouwen Vioolconcert van een kolossale lengte dat een al even kolossale krachtsinspanning vergt.

Wie Isabelle heeft zien soleren in concerten van Schnittke en Kantsjeli weet al dat zij een onfeilbaar instinct heeft voor dit soort repertoire. Waarmee niet gezegd wil zijn dat de muziek van Tüür lijkt op die van bovengenoemde componisten. Tüür begon in een stijl waarin hij als in een mozaïek minimalistische elementen combineerde met blokjes serialisme. Inmiddels heeft zijn stijl zich zover ontwikkeld dat uit al die ongelijksoortige elementen een werkelijke synthese is ontstaan waarbij de ontwikkeling in de binnenstemmen in de verte aan Sibelius doet denken. De felle ritmes, de dissonante stapelingen en de frenetieke ostinato’s geven er een machtige motoriek aan, vooral in het forse orkestwerk Exodus. De cd is formidabel mooi opgenomen en de annotatie is zoals altijd bij dit label onberispelijk, inclusief een boeiend interview met de componist.

 
  Erkki-Sven Tüür

In de inleidende tekst bij zijn vierde ECM-cd, uitgebracht in 2007, legt Tüür uit dat zijn componeren sinds 2002 in een nieuwe fase is beland die hij aanduidt met de term ‘vectorieel’. Wat hij daarmee precies bedoelt blijft nogal vaag, maar beluistering van de beide werken die volgens de nieuwe methode zijn gecomponeerd, Salve Regina en Oxymoron, leert dat het gaat om een werkwijze die gebruik maakt van een dubbele gelaagdheid, een statisch en een actief stratum. In Salve Regina is dat een bijna voortdurend éénstemmige zanglijn à la Arvo Pärt tegenover sneller bewegende akkoordblokken. In Oxymoron (een term die inwendige tegenstelling betekent, zoals oorverdovende stilte) zijn dat glijdende strijkerskoralen onder stuiterende blazersakkoorden. Het Marimbaconcert uit 2001/2 is echter nog helemaal van de Tüür zoals we hem van vroeger kenden: een tomeloze energie gaat gepaard aan een intuïtieve muzikaliteit die zich van alles bedient wat hem maar te pas komt. Dedication uit 1990 toont verwantschap met de stukken waar Tüür mee doorbrak, de serie Architectonics I-VII, minimal music gecombineerd met seriële elementen met in de achtergrond de popmuziek waarmee hij zich in zijn jonge jaren bezig hield. Deze uitgave biedt een gevarieerde staalkaart die voortreffelijk wordt gepresenteerd onder de voortvarende leiding van de jonge dirigent Olari Elts. Zoals altijd bij ECM zijn opname en toelichting tot in de puntjes verzorgd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links