CD-recensie
© Siebe Riedstra, juni 2013
|
Telemann en Bach, in hun eigen tijd geen concurrenten omdat Bach werd afgedaan als een ouderwetse schriftgeleerde. Vandaag de dag al evenmin omdat Bach de slag om zijn status in de muziekgeschiedenis met glans heeft herveroverd. Gelukkig mag Telemann sinds de wedergeboorte van de ‘oude muziek’ ook weer meedoen, en komen we er steeds meer achter dat hij bepaald geen kleine jongen is geweest. Zijn productie is kolossaal, zijn carrière briljant, zijn neus voor wat verkoopt uiterst scherp. Vandaag de dag zou hij maanden de top tien beheersen. Telemann bestreek met flair alle genres die in zijn tijd belangstelling genoten. Opera’s schreef hij voor het Gänsemarkt Theater in Hamburg, en Passionen componeerde hij jaarlijks voor de eredienst in de grote kerken van die stad. Hij was de muzikale burgemeester van Hamburg. De rijke kooplieden aldaar hongerden uiteraard naar kamermuziek, en ook op dat gebied liet Telemann zich niet onbetuigd. Een van de aardigste producten van zijn kamermuzikale inventiviteit is de Fantasie – in alle mogelijke verschijningen, maar vooral voor één instrument. En dan niet het orgel of cembalo, nee, een melodie-instrument als de viool of de fluit. Natuurlijk was Bach hem daarin voorgegaan met zijn Cellosuites en Vioolpartita’s, maar dat was geleerde muziek – veel te moeilijk en te ernstig voor de behoeften van de gegoede burgerij. Twaalf Fantasieën componeerde Telemann voor de viool zowel als de fluit. Pas sinds de uitvinding van de cd zijn ze gemeengoed geworden in de verzameling van de liefhebber van barokmuziek. Het zijn vignetten waarin de aandacht van speler en luisteraar niet op de proef worden gesteld. Achteraf mogen we ons verbazen over het slimme gebruik van de verworvenheden van Johann Sebastian. Telemann kende zijn Bach – maar zijn fuga’s duren niet langer dan een minuut. Het aardige van deze cd is dat we kunnen vaststellen hoe dat klinkt: blokfluitist Erik Bosgraaf heeft de fantasie van Telemann geplaatst tegenover de strenge Bach. Daarbij heeft hij zichzelf ook weer een pragmatische vrijheid toegekend, want zijn blokfluit vervangt de oorspronkelijk bedoelde traverso. Ik vraag me af of er in die voorbije tijden blokfluitisten rondliepen die deze noten konden spelen, maar dat zullen we nooit weten.Wat we wel kunnen vaststellen is dat deze muziek hier prachtig tot klinken komt, dat Bach, noch Telemann, noch Bosgraaf zich ook maar voor iets hoeven te schamen en dat wij een fascinerende luisterervaring rijker zijn. Erik heeft zelf een uitgebreide toelichting geschreven (het boekje levert alleen de Engelse vertaling), die leest als een roman. Vervolgens pakt hij zijn blokfluit en speelt de sterren van de hemel. Als dan op track 36 de oude JSB aan het woord komt gaat die hemel open. index |
|