CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2009

 

 

Tansman: Symphonie de chambre (1960) – Sinfonietta nr. 1 (1924) – Sinfonietta nr. 2 (1978) – Sinfonia piccola (1951/52).

Orchestra della Svizzera Italiana o.l.v. Oleg Caetani.

Chandos CHAN 10574 • 61' •

 

 


Alexandre Tansman (1897-1986) behoorde met Bohuslav Martinu, Marcel Mihalovici, Alexander Tsjerepnin en Conrad Beck tot de Ecole de Paris, een groep buitenlandse componisten die in het Parijs van tussen de beide wereldoorlogen hun geluk beproefden. Tansman werd geboren in Polen, behaalde een graad als jurist, en studeerde af aan het conservatorium van Warschau, maar week vanwege het conservatieve artistieke klimaat in zijn land al in 1920 uit naar Parijs, waar hij bevriend werd met Igor Strawinsky en Maurice Ravel. Hij schreef een paar pianoconcerten voor eigen gebuik en trok al snel internationaal de aandacht. Grote dirigenten als Toscanini, Stokowski, Koussevitzky, Monteux en Mengelberg voerden zijn werken uit.

Alexandre Tansman

Tansman was van joodse afkomst en was dus gedwongen om in 1941 Frankrjk te ontvluchten. Hij week uit naar California, waar hij werk vond in de filmindustrie, zijn oude vrienden Darius Milhaud en Igor Strawinsky terugzag en bevriend raakte met Arnold Schoenberg. Desondanks stond het culturele klimaat in de V.S. hem tegen en hij keerde al in 1946 naar Frankrijk terug. Daar kwam hij al snel tot de ontdekking dat ook daar een culturele revolutie plaatsvond en dat er voor zijn zorgvuldig geconstrueerde neoklassieke composities nauwelijks nog belangstelling was. Tansman werd een van de vele vergeten componisten.

Alexandre Tansman: »Elegy« (1947) (openingspagina in het handschrift van de componist)

Pas de afgelopen twintig jaar is er weer wat beweging speurbaar, maar dan vooral op fonografisch gebied. Het label Marco Polo beet het spits af in het begin van de jaren negentig met een paar cd’s met orkestwerken en op Et'cetera verschenen de complete werken voor strijkkwartet en een dubbel-cd met pianowerken. Inmiddels is de catalogus welgevuld, mede dank zij het label Chandos dat met deze cd de laatste hand legt aan een complete systematische verkenning van het symfonische oeuvre. Al eerder verschenen de symfonieën twee tot en met negen op drie afzonderlijke cd’s – de Eerste Symfonie is zoekgeraakt. De cd die hier aan de orde is – Symphonies Vol. 4 – is gewijd aan de kleinere werken in dat genre.

De serie wordt gedirigeerd door Oleg Caetani, zoon van dirigent en componist Igor Markevitch die gezien zijn afkomst gepokt en gemazeld moet zijn in dit repertoire. Hij heeft de delen 1 – 3 tussen 2006 en 2008 ingespeeld met het Melbourne Symphony Orchestra, waar hij in die periode chef-dirigent was. Door zijn vertrek uit Melbourne moest Chandos uitwijken naar een nieuw orkest, en werd ook het super audio format losgelaten.

De stukken op deze cd bestrijken een lange periode, van 1924 tot 1978, maar verschillen onderling niet wezenlijk. Kenmerken van de muzikale taal van Tansman wortelen in de ritmische energie van Strawinsky’s neo-classicisme en de gekruide harmonische taal van Maurice Ravel. In de grote symfonische werken is daarnaast zeker ook sprake van een eigen geluid, dat een voortzetting lijkt van de symfonische stijl van Albert Roussel en parallellen vertoond met het dichte contrapunt én de lyriek van Arthur Honegger. Hoewel Tansman in de Tweede Sinfonietta regelmatig een twaalftoonsreeks als refrein laat fungeren, is het werk in wezen gebouwd op tonale principes. In een werk als de Sinfonia Piccola ligt de Strawinsky van Dumbarton Oaks vlak om de hoek.

Koch Classics bracht in 2000 een cd uit met voor een deel ditzelfde repertoire, minus de Symphonie de chambre, die op Chandos zijn fonografische première beleeft, maar met een Divertimento uit 1944. Uitvoerenden waren de Virtuosi de Praga onder Israel Yinon. Ze moeten het afleggen tegen de prestaties van het Svizzera Italiana orkest, dat hiermee nieuwe standaarden aanlegt. Al moet worden opgemerkt dat de eisen die Tansman stelt aan de hoge strijkers in met name de Symphonie de chambre niet voor de poes zijn.

Dit is de afsluiting van een moedig project, dat het beeld van een belangrijke componist uit het interbellum contouren geeft. Liefhebbers van het symfonische oeuvre van Martinu, Honegger, Milhaud en – uiteraard – Strawinsky kunnen hier hun hart ophalen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links