CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2017

 

Debussy: Printemps

Rachmaninov: Vesna (Lente) cantate op. 20

Stravinsky: Le Sacre du Printemps

Rodion Pogassov (bariton), Royal Liverpool Philharmonic Chorus & Orchestra o.l.v. Vasily Petrenko

Onyx Classics 4182 • 67' •
Opname: juni 2016 (Stravinsky), nov. 2016, Liverpool Philharmonic Hall

   

Claude Debussy won in 1884 de Prix de Rome , een prijs die de winnaar verplichtte tot een verblijf in de Villa Medici te Rome . Van daaruit moest dan regelmatig een werk opgestuurd worden naar Parijs, waar een comité van het Conservatoire er zijn oordeel over velde. In 1887 stuurde Debussy een gewaagde partituur naar Parijs met de titel Printemps. Het was een groot werk voor woordloos koor, piano en orkest, waarin hij naar eigen zeggen niet de lente als zodanig beschrijft, maar het gevoel dat de ontluikende lente in de mens oproept. Het comité vond het maar niets, en wij zullen nooit weten hoe het heeft geklonken, want de partituur ging in een brand verloren. Toch hechtte Debussy kennelijk aan dit werk, want in 1913 maakte de dirigent en componist Henri Büsser onder het toeziend oog van de componist een orkestversie, die hij baseerde op een pianoreductie die wel bewaard bleef.

Pierre Boulez heeft opgemerkt dat hij bij het beluisteren van Printemps altijd moest denken aan het schilderij 'Femmes dans le Jardin' van Claude Monet uit 1866. Hij hoorde een verwante ongekunsteldheid en plezier in het avontuur van de zelfontdekking. Wie de moeite neemt om de opname die Boulez maakte met het New Philharmonia Orchestra te vergelijken met deze nieuwkomer uit Liverpool zal ontdekken dat de Rus Vasily Petrenko precies begrepen heeft wat Boulez met zijn observatie bedoelde. De lentegeuren die Monet suggereert waaien al in de eerste maten op, en de klank is al even delicaat als de lentebloesems en de dans van de jonge meisjes. Uiteraard is de orkestratie van Büsser beïnvloed door de kennis achteraf van de latere orkestwerken, maar dat wist Boulez ook. Toch is bij hem te merken dat hij niet verder wil gaan dan het neerzetten van een zo precies mogelijk notenbeeld.

Misschien wat overdreven om zo uitgebreid in te gaan op een stuk dat volkomen verbleekt bij de latere meesterstukken van deze grote klankvinder, maar de opname van Petrenko nodigt daartoe uit. Ze is in één woord overweldigend, juist doordat die latere partituren hier al zo overduidelijk geanticipeerd worden. Voor een deel komt dat door een heel praktisch detail: de vierhandige pianopartij in het orkest is bij Petrenko niet meer dan een middel om kleur aan te brengen. Bij Boulez maakt ze een wezenlijk onderdeel van de totaalklank uit, alsof hij toch nog iets van het oorspronkelijke idee van de concertante piano wilde handhaven. Ik heb overigens ook opnamen gehoord waarbij de piano bijna solistisch behandeld werd - dat werkt voor geen meter.

Het lijkt alsof Petrenko in Liverpool een concertprogramma dirigeerde met de lente als thema, maar dat is schijn. Deze cd is wel bij concertuitvoeringen meegesneden, maar bij twee verschillende gelegenheden. Op 9 en 10 juni 2016 vonden concerten plaats met de Sacre van Stravinsky, op 11 juni werden er correcties opgenomen. In november 2016 volgde men hetzelfde procédé in de werken van Debussy en Rachmaninov. Om de drie stukken nu samen op één cd uit te brengen is een gouden greep. De romantiek van Rachmaninov fungeert heel natuurlijk als de verbindende schakel tussen de Franse en de Russische klankwereld. Deze lentecantate is geen natuurschildering maar een grand-guignol verhaal over overspel, wraak en vergeving - door de milde stemming die de naderende lente oproept. Ook hier kruipen Petrenko en bariton Rodion Pogassov in de huid van Rachmaninov, en gelukkig is het koor in de opname op afstand gehouden - een hardwerkend en uitstekend getraind koor blijft een amateurkoor.

De romantiek van Debussy en Rachmaninov lijkt door te werken in de Sacre, en dat hoeft niemand te verbazen - Stravinsky was een leerling van Rimsky-Korsakov. Over de Sacre valt zo langzamerhand niets meer te zeggen. Het stuk is meer dan honderd jaar oud, is op de concertpodia volledig ingeburgerd (en als ballet volkomen verwaarloosd). Als orkestwerk is het gegroeid in zijn rol als het ultieme vehikel om virtuositeit te demonsteren. Of het werk daarbij gebaat is? Maar het is zoals het is - in een wereld waarin honderden orkesten hun hand niet meer omdraaien voor deze eens onspeelbaar geachte partituur zet de slijt in.

Wie Vasily Petrenko aan het werk heeft gezien weet dat deze noten hem op het lijf geschreven zijn en dat hij tot het uiterste zal gaan om te bewijzen dat hij met zijn orkest de beste van die honderden concurrenten is. Het aardige is dat hij met deze cd een prachtig punt maakt, door te laten horen hoe goed Stravinsky naar Debussy geluisterd heeft. Kijk, dan ben je een dirigent.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links