CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2014

 

Skrjabin: Étude in cis, op. 2:1 - 12 Études op. 8 - 8 Études op. 42 - Études op. 65 nr. 2 en 3

Michèle Gurdal (piano)

Challenge Classics CC72640 52'

Opname: mei 2013, Schloss Britz, Berlijn

 

Michèle Gurdal is de dochter van een Belgische piloot en een Japanse moeder. Op haar zeventiende voltooide ze haar conservatoriumopleiding in Brussel. Vervolgopleidingen vonden plaats in Hanover (Karl-Heinz Kämmerling), Zürich (Homero Francesch) en Detmold (Anatol Ugorgski). Ze woont in Berlijn, waar deze cd werd opgenomen. Zowel het label Challenge als de pianiste verdienen een compliment voor het gekozen repertoire. Dit is geen gemakkelijke muziek, noch voor de uitvoerder, en evenmin voor het publiek. Maar als er zo gespeeld wordt als op deze uitgave, maken technische uitdagingen plaats voor pure poëzie.

Een album vol études is om te beginnen al waaghalzerij. Het woord étude roept bij menigeen associaties op met Czerny, Burgmüller en Heller - muziek om over te struikelen in een voorspeelklasje. Gelukkig hebben Chopin en Debussy de étude naar een hoger plan getild, naar een niveau waar we nu ook Skrjabin mogen verwelkomen.

Alexander Skrjabin (1872-1915) maakte de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw lijfelijk mee, en wist die ook overtuigend in muziek gestalte te geven. Samen met Debussy en Schönberg is hij een van de grote vernieuwers van rond die eeuwwisseling. Skrjabin stierf jong, hij werd maar 43 jaar, maar heeft desondanks een indrukwekkend oeuvre nagelaten waarin de piano overheerst. Hij begon heel behoudend in de stijl van Chopin, getuige zijn Étude in cis, opus 2, maar eindigde in een dissonante stijl waarin vooral opeenstapelingen van kwarten een belangrijke karakteristiek zijn. Met de Vijfde pianosonate opus 53 - hij schreef er tien - uit 1907 beginnen die explosieve en klavierbestormende experimenten. Aan de hand van zijn études is die compositorische ontwikkeling echter ook uitstekend te volgen. Wie dit repertoire kent zal zich echter verwonderen waarom Gurdal niet gewoon de moeite heeft genomen om alle 26 études op te nemen. Nu moeten we het stellen zonder opus 49:1, 56:4 en 65:1, samen goed voor zo'n vijf minuten extra.

De competitie die wel alle études opnam bestaat uit (ik pretendeer geen volledigheid) Garrick Olsson (een begenadigde Chopin vertolker) op het Amerikaanse label Bridge. Naxos heeft ze uiteraard ook met Alexander Paley (het werkpaard van het label Marco Polo) en iemand die zich Setrak noemt (voor het Franse label Solstice). De beide laatste komen niet veel verder dan het foutloos spelen van de noten, net iets onder het tempo. Olsson staat zijn mannetje in opus 8, maar wordt in opus 42 overklast door Gurdal. Zij heeft precies begrepen waar deze muziek over gaat, met een kwikzilveren fantasie die doorreist naar de volgende dimensie - Skrjabin inhaleerde. Voeg daaraan toe een Bechstein (Skrjabins lievelingsinstrument) en een uitstekende opname waarin de fijnste details op hun plaats vallen.

Op 27 oktober 1972 speelde Svjatoslav Richter een recital in Warschau dat geheel gewijd was aan werken van Skrjabin. De live-opname heeft onder bewonderaars van de pianist legendarische status verkregen. Michèle Gurdal heeft die opname vast wel eens beluisterd en iets van de magie begrepen. In de snelle delen is Richter net wat rapper, maar Gurdals toets is lichter, en ze speelt minder foute noten (toch had ze maar twee dagen in de studio ter beschikking). Haar idool Vladimir Horowitz zette haar als tienjarige op het pad naar Skrjabin, en zo te horen heeft ze goed naar hem geluisterd - ze delen twee favorieten, opus 1 en de laatste van opus 8. In 1986 speelde Horowitz ze op zijn fameuze terugkeer in Moskau en de Russen gingen uit hun dak. Bijna dertig jaar later laat Michèle Gurdal horen dat ze wijze lessen heeft getrokken uit haar grote voorbeeld.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links