![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2011
|
Respighi: Aria voor strijkorkest – Vioolconcert in A (bewerkt en voltooid door Salvatore Di Vittorio) – Suite voor strijkorkest – Rossiniana Laura Marzadori (viool), Chamber Orchestra of New York ‘Ottorino Respighi’ o.l.v. Salvatore Di Vittorio Naxos 8.572332 • 78' •
Verzamelaars die elke noot van Ottorino Respighi op zijn minst eenmaal gehoord willen hebben, zijn natuurlijk al in het bezit van deze cd. De gewone muziekliefhebber mag in geen geval de Aria voor strijkorkest missen – een juweeltje dat in deze gedaante zijn fonografische première beleeft. Daarmee opent de cd en is de toon gezet. Het Chamber Orchestra of New York ‘Ottorino Respighi’ wijdt zich met hart en ziel aan deze componist. Ze doen dat onder de gedreven leiding van Salvatore Di Vittorio, geboren in Palermo, maar actief in Manhattan. Hij houdt zich intensief met het oeuvre van de meester bezig, en zorgt met deze cd voor onverwachte inkijkjes in het vroege werk van de schepper van opulente symfonische gedichten als ‘Pini di Roma’, Fontane di Roma’ en ‘Feste Romane’. Werken waarin hij zijn levenslange woonplaats Rome vereerde, en die zich eens met gemak staande hielden naast de symfonische gedichten van Richard Strauss. Salvatore Di Vittorio heeft zich verdiept in het vroege werk van Respighi, en daar repertoire ontdekt die we nog niet kenden. Zoals het Vioolconcert in A, dat door Respighi onvoltooid werd weggelegd. Het is een werk met neobarokke trekjes waarin ruimte wordt gelaten voor dissonanten zolang alles maar binnen het nette blijft. De eerste twee delen zijn door Respighi voltooid, van deel drie bestaat slechts een kort fragment. Het tweede deel is het mooist en het langst, een kleinood dat we na deze cd-première zeker nog vaker zullen tegenkomen. Die lof geldt niet voor het voltooide derde deel. Tegen de onmenselijke taak om uit een paar maten een compleet deel te destilleren was Di Vittorio – ondanks zijn bemoedigende naam – niet opgewassen, maar hij heeft gedaan wat hij kon. Het heeft een dankbaar speelstuk met een prachtig middendeel opgeleverd, dat met verve gepresenteerd door violiste Laura Marzadori. De Aria waar het eerder over ging stamt uit 1901, en werd later opgenomen in de Suite voor orgel en strijkorkest. Di Vittorio heeft de bescheiden orgelpartij vervangen door strijkers en het werk verder gelaten voor wat het is. Sir Thomas Beecham had een aardige naam voor dit soort pakkende werkjes: lollypop. De zesdelige Suite voor strijkorkest lijkt als twee druppels water op de ‘Holberg Suite’ uit 1885 van Edvard Grieg. Hij wordt gespeeld in een revisie van Salvatore Di Vittorio. Wat die revisie inhoudt wordt niet uitgelegd. Dat is slordig, en omdat er op dit moment geen alternatieve opnamen beschikbaar zijn ook niet te controleren. Zowel Grieg als Respighi sluit zijn suite af met een Rigaudon, en de overeenkomst – zelfs in thematisch opzicht – is opvallend. De andere suite op deze schijf is ‘Rossiniana’, het zusje van ‘La Boutique Fantasque’, waarin Respighi gelijke hoeveelheden Rossini en Respighi verwerkte. Dat ze gebaseerd zijn op pianowerkjes uit Rossini’s oude dag (Les petits riens – de niemendalletjes) is slechts gedeeltelijk waar. Wat deze opname duidelijk maakt is helaas dat ze niets toevoegt. Zelfs niet aan de Naxos catalogus, want daarin bevindt zich al een uitstekende opname van dit werk, gespeeld door het Buffalo Symphony Orchestra o.l.v. JoAnn Faletta. De technische kwaliteit van de opname laat zich omschrijven als ‘droog en dichtbij’. Samenvattend is dit een cd die afwisselend prikkelt en teleurstelt, maar gelukkig niet onverschillig laat. Daarvoor is de inhoud te intrigerend. index |