CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juli 2016

 

Rachmaninov: Symfonie nr. 3 in a, op. 44 - 10 Liederen (orkestratie Vladimir Jurowski sr.)

Vsevolod Grivnov (tenor), London Philharmonic Orchestra o.l.v. Vladimir Jurowski

LPO 0088 59'

Live-opname: 29 april 2015, Royal Festival Hall, Londen

   

Op de buitenkant van deze cd staat: 10 songs (arr. Jurowski). Een instinkertje. Uit de toelichting worden we gewaar dat dirigent en arrangeur niet een en dezelfde persoon zijn, maar grootvader en kleinzoon. Beiden heten ze overigens Vladimir Michailovitsj. Er is ook nog een derde Jurowski, Michail, eveneens dirigent en respectievelijk zoon en vader van. Michael Jurowski zette zich al eens in voor het werk van zijn vader: op het label CPO verscheen een opname van de Vijfde symfonie. Vladimir Junior is op dit moment veruit de bekendste van de drie. Hij is sinds 2007 chef-dirigent van het London Philharmonic Orchestra en behoort tot de wereldtop van jonge aanstormende maestri. Op het eigen label van het London Phil verschenen meerdere cd's van de samenwerking, live opgenomen in de Royal Festival Hall. Het is een zaal met een dode akoestiek, en dat wreekt zich in dit romantische repertoire behoorlijk, ook al wordt er nog zo mooi gespeeld. De aantrekkingskracht van deze uitgave ligt dan ook in het gekozen repertoire: Rachmaninovs Derde Symfonie en tien liederen in een orkestratie van grootvader Jurowski.

De Derde symfonie behoort tot het handjevol werken dat Rachmaninov na zijn vertrek uit Rusland in 1917 componeerde. Om existentiële redenen wijdde hij zich de laatste vijfentwintig jaar van zijn bestaan aan pianospelen, schrijfwerk beperkte zich tot de zomermaanden. Zo ontstond een select groepje meesterwerken: de Variaties op een thema van Corelli, de Rhapsodie op een thema van Paganini, de Symfonische Dansen en de Derde Symfonie. Wonderlijk genoeg heeft die symfonie het in sommige kringen zwaar te verduren gekregen. Zo schrijft Robert Simpson - toch niet de eerste de beste - in het tweede deel van 'The Symphony' (1967), dat ze ontstond 'toen de scheppingsdrang de componist uiteindelijk verliet'. En dat over een stuk dat behoort tot de top van wat er op dat gebied in de twintigste eeuw is geschreven, en dat bovendien op een fabelachtig knappe manier in elkaar is gezet. Neem alleen al de manier waarop het Scherzo in het langzame deel zit ingebouwd, en niet te vergeten de ingenieuze wijze waarop het 'motto' in de thematiek verwerkt is, inclusief Rachmaninovs geliefde Dies Irae motief. Jammer genoeg schijnen programmeurs en dirigenten het goeddeels met Simpson eens te zijn. We horen het werk maar zelden in de concertzaal, terwijl we doodgeknuppeld worden met de Vijfde van Sjostakovitsj. De liederen behoren tot het andere vergeten deel van Rachmaninovs oeuvre; hij schreef er ruim tachtig en er zitten ware juweeltjes bij. De Russische tenor Ivan Kozlovsky vroeg grootvader Jurowski begin zestiger jaren om een tiental voor orkest te bewerken - de titels had hij zelf al uitgekozen. Opvallend is dat hij zijn selectie opent met een religieus lied, Christus is opgestaan. De russische tenor Vsevolod Grivnov mag staat maken op een internationale carrière - hij trad hier op in de ZaterdagMatinee - en is geknipt voor dit prachtige repertoire. Het is bijna overbodig te vermelden dat Jurowski junior zijn hele ziel en zaligheid in deze uitvoering heeft gelegd - en dat geldt in niet mindere mate voor de Derde symfonie. Maarten 't Hart merkt in 'Mozart en de anderen' terecht op dat Rachmaninov nogal eens te lijden heeft onder interpreten die in hem alleen een 'geresigneerde, vermoeide, aan weltschmerz en Slavische weemoed lijdende banneling zien, en ja, dan krijg je van die zwartgallige trekhondenuitvoeringen'. Hier niet. Met Jurowski op de bok is het één groot feest.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links