![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, juli 2014
|
Vespers, opus 37 van Rachmaninov mag volgens de componist zelf gerekend worden tot het beste wat hij heeft nagelaten. Hij bepaalde zelfs dat het vijfde deel - de Lofzang van Simeon voor protestantse gelovigen, Nunc dimittis voor rooms-katholieken - op zijn begrafenis moest worden gezongen. Een mooie tekst: 'Nu laat u heer uw dienaar gaan in vrede, naar uw woord.' Wie onder de indruk is geraakt van dit onwaarschijnlijk mooie opus heeft in de loop der tijd waarschijnlijk ettelijke opnamen aangeschaft, met elkaar vergeleken, en een klein aantal favorieten in de schrijn van onvergankelijke 'Vespers' gezet. Zo is het mij vergaan, na talloze elpees en obscure cd's vind ik twee in mijn kast die blijven ontroeren. De eerste is een wat oudere registratie door Kappella Sint Petersburg, gedirigeerd door Vladislav Tsjernoesjenko. In vele incarnaties langsgekomen, meestal op diverse nationale varianten van het label Harmonia Mundi. Zo'n veertig jaar geleden een indrukwekkende interpretatie, en nog steeds op plekken diep ontroerend. De intonatie is soms wat minder, maar het geloof in de muziek is evident. Goudeerlijke koorzang. In het begin van de jaren 1990 kwam een nieuwe Russische koordirigent in beeld: Valery Polyanski. Met het kamerkoor van het Ministerie van Cultuur van de Russische Federatie wist hij ook in het 'westen' zoveel indruk te maken dat het label Chandos al snel een plaats voor hem inruimde. Dat resulteerde soms in schitterende uitgaven van koorwerken, maar eenmaal losgelaten op het grote orkestrepertoire viel het resultaat tegen. In beide gevallen valt mij zijn voorkeur voor langzame tempi op, iets dat we eveneens terugvinden in zijn opname van de Vespers. Een opname die overigens profiteert van twee grote solisten: Irena Archipova en Victor Rumyantsev. En eerlijk is eerlijk, soms val je als een blok voor zijn kwaliteiten - dit is de Herreweghe van de Russische koorklank. Nu presenteert het Zweedse label BIS een nieuwe registratie van deze partituur door een Hollands koor, gedirigeerd door een Baltische dirigent. Een onwaarschijnlijke combinatie die om twee redenen wonderen werkt: de professionaliteit van het koor en de kwaliteit van de solisten. Om met dat laatste te beginnen: Pierette de Zwaan tegenover Irena Arkhipova of Eyolfur Eyolfsson versus Rumyantsev lijkt geen partij - maar schijn bedriegt. Ingebed in de zuiver intonerende collega's zijn dit geen solisten, hun bijdrage bloeit op uit de totaalklank. Zo ontstaat er een homogeen geheel dat volkomen beantwoord aan een nieuw beeld van dit kolossale opus: dat van de eenentwintigste eeuw. Voeg daaraan toe een superieure opname zonder kathedrale galm, en een intelligente toelichting door Andrew Huth. Altijd aardig om te lezen dat al die religieuze toespelingen in Sergejs orkestwerken veroorzaaakt werden door een oma die de kleuter elke zondag meesleepte naar de Petersburgse kathedraal met de mooiste koorzang. index |
|