CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2019
|
De toelichting zwijgt erover, maar Hervé Niquet is de chef-dirigent van het Vlaams Radiokoor en vaste gastdirigent van de Brusselse Philharmonie. Met beide ensembles heeft hij zich recentelijk beziggehouden met uitvoeringen en opnamen van een aantal bekende Requiems. Deze cd voegt daar een onbekend werk aan toe: het Requiem van Alfred Desenclos, dat hier verschijnt in tandem met het Stabat Mater van Francis Poulenc, die helaas geen Requiem naliet. Heel even had ik de illusie dat we hier te maken zouden kunnen hebben met de orkestversie van het Requiem van Desenclos, dat in twee uitgaven bestaat: met orkest- en met orgelbegeleiding. Helaas blijkt dat niet het geval, en wordt er voor de derde maal gebruik gemaakt van de orgelreductie, die de componist zelf verschafte. Zijn zoon is de bekende organist Frédéric Desenclos, die op een andere opname de orgelpartij verzorgt - beide opnamen heb ik hier besproken. In 1963 voelde Alfred Desenclos de innerlijke noodzaak om een requiem te componeren in de Franse traditie van Fauré en Duruflé. Tegen beter weten in zou je zeggen, want in het toenmalige muzikale tijdsgewricht had hij met zoiets niet veel kans. Desenclos (1912-1971) schreef noten die ontroering teweegbrengen, iets waarmee je bij de aanhang van Boulez en de schrijvende pers destijds niet hoefde aan te komen. Zijn Requiem werd dan ook alleen opgemerkt door een sluwe koordirigent aan de andere kant van de oceaan, die er zijn eigen naam opplakte en er goede sier mee maakte. Alfred Desenclos moest op jonge leeftijd in het gezinsonderhoud mee helpen voorzien, en maakte een late start in de muziek. Die haalde hij snel in door in 1942 de Prix de Rome te winnen. In zijn studiejaren werkte hij als dirigent van kerkkoren, later hield hij zich ook bezig met het schrijven van filmmuziek. Veel van zijn werken componeerde hij voor de jaarlijkse eindexamens van het Parijse Consevatoire. Het Requiem is een compact werk van ruim een half uur in de traditie van Fauré en Duruflé. Net als Duruflé maakte hij van de oorspronkelijke orkestversie een bewerking voor orgel. Het 'selling point' van deze cd is uiteraard het Requiem van Desenclos. Van het Stabat Mater van Poulenc zullen de meeste liefhebbers van dit repertoire vast al wel een opname bezitten. Hoe dan ook voegt deze uitvoering daar weinig aan toe, door de neutrale directie van Niquet en de groezelige opname - direct aan het begin merken we nauwelijks de beweging in de middenstemmen van het orkest op. Gelukkig vaart het Requiem van Desenclos heel wat beter, hier is Niquet kennelijk in zijn element. Het Vlaams Radiokoor zingt vol overgave en klinkt als een klok; organist Francois Saint-Yves heeft het geschikte romantisch-symfonische instrument tot zijn beschikking en weet er uitstekend de weg op te vinden. Helaas rept de toelichting met geen woord over de organist of het orgel. Voor het overige is dit een mooie uitvoering in een sfeervolle opname, maar dat waren de vorige twee ook al. De cd is prachtig uitgegeven, in een gebonden boekje met bijna honderd pagina's in vier talen (waaronder Nederlands) met zangteksten en smaakvolle zwart-wit foto's van de medewerkende ensembles index |
|