CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2019 |
De Vlaamse organist en componist Flor Peeters werd geboren op 4 juli 1903 in Tielen (provincie Antwerpen) en overleed op zijn verjaardag in 1986 in Antwerpen. Peeters was een orgeltalent dat werd opgeleid aan het Lemmens-Instituut te Mechelen, waar hij met de hoogste kwalificaties afstudeerde en meteen werd aangesteld als docent. Binnen enkele jaren volgde hij zijn orgeldocent op als organist van de Sint-Romboutskathedraal van Mechelen. Een indrukwekkende carrière als concertorganist, met maar liefst 1200 concerten op vier continenten volgde. Als administrateur was hij onder andere actief als directeur van het Conservatorium van Antwerpen. Peeters liet een uitgebreid oeuvre na, met een opusnummering tot en met 140. Het leeuwendeel daarvan bestaat uit muziek voor het orgel. Van dat enorme oeuvre is maar een klein deel op geluidsdragers verschenen, en daarbij gaat het dan ook nog om een beperkt aantal werken die kennelijk geliefd zijn bij orgelvirtuozen, met voorop de Toccata, fuga en hymne over Ave Maris Stella opus 28. Een ander geliefd stuk is de Aria opus 51, een transcriptie van het langzame deel uit de trompetsonate uit 1943. De postume status van Flor Peeters is te vergelijken met die van de fransman Marcel Dupré (een goede vriend) en de Haarlemmer Albert de Klerk. Beiden organist/componist met een indrukwekkend oeuvre voor hun instrument. Maar waar de verzamelde orgelwerken van Dupré meerdere malen in de catalogus figureren, is het werk van Peeters en de Klerk nog maar nauwelijks ontgonnen. En als er dan eens iets op een cd verschijnt is dat meestal als onderdeel van een gemengd recital. Uitgaven met uitsluitend werken van Peeters of de Klerk moet men met een lampje zoeken. Mogen we ons met deze uitgave op het label Brilliant Classics wat dat betreft verheugd in de handen knijpen? Ja en nee. Er zijn de afgelopen jaren precies twee cd's met werk van Flor Peeters verschenen, die ik hier beide heb besproken. Voor het label Hyperion speelde D'Arcy Trinkwon in 2011 op het Marcussen orgel van de Tonbridge School Chapel een schijf vol. Het label Aeolus bracht een jaar eerder een cd uit waarop Pieter Van de Velde het Schijven orgel van de Kathedraal te Antwerpen bespeelt. Wie de speellijsten vergelijkt ziet dat er helaas een forse overlapping is tussen de drie uitgaven. Bijna alle stukken die Trinkwon uitkoos staan ook op de nieuwe dubbel-cd van Brilliant. Alleen het Concert Piece opus 52a (een transcriptie van de finale van het Concert voor orgel en orkest) en bovengenoemde Aria plus een handjevol koraalvoorspelen blijven over. En juist dat Concert Piece en de Aria vinden we ook weer op de Aeolus cd, opnieuw aangevuld met enige koraalvoorspelen. Maar er is ook goed nieuws. De Italiaanse organist Roberto Marini heeft op twee cd's een selectie ingespeeld die in de eerste plaats een prachtig overzicht biedt van het orgelwerk van Peeters. Hij heeft zich daarbij vooral geconcentreerd op grote werken, waarvan er een aantal niet voorkomen op de beide hierboven genoemde uitgaven. Om te beginnen het openingswerk, de virtuoze Vlaamse Rhapsodie opus 37, geschreven in 1936 voor de Brusselse Radio. Een andere aanwinst is het laatste werk op de eerste cd, de Lied-Symfonie opus 66, een vijfdelig werk uit 1947, geïnspireerd door een Amerikaanse tournee en een hommage aan de natuur. Het laatste deel, het Lied aan de Zon, is een exuberante Toccata die nog steeds menig recital afsluit. Van de complete symfonie ken ik slechts één andere opname, door de Britse organist/componist David Briggs, in eigen beheer uitgegeven. Marini sluit deze uitgave af met nog een nieuwe aanwinst: de Sinfonia per Organo opus 48, geschreven in 1940, en opgedragen aan Marieke, de echtgenote van de componist. In dit werk horen we de angst terug die in die tijd wurgend om zich heen greep, een fenomeen dat ook hoorbaar aanwezig is in Fête-Dieu van Hendrik Andriessen uit 1918, ook geschreven onder de indruk van een wereldoorlog. Roberto Marini is een bevlogen orgelvirtuoos die deze werken het volle pond geeft, en zo hier en daar tot adembenemende resultaten weet te komen - getuige de afsluitende Hymne van Ave Maris Stella opus 28. Het Klais orgel uit 1930 in de Antwerpse Kristus-Koningkerk lijkt misschien niet zo'n voor de hand liggende keuze, totdat we lezen dat Flor Peeters de inspeling ervan verzorgde op 9 augustus van dat jaar. Hier en daar valt op dat het instrument een goede stembeurt had kunnen gebruiken, maar in aanmerking genomen dat de verzamelaar met deze cd goud in handen heeft is dat van minder belang. Wie wil kennismaken met deze grote Vlaamse orgelreus kan nergens beter terecht dan bij deze schitterende anthologie. index |
|