CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juli 2017

 

Carl Orff Edition - Herbert Kegel

Orff:  Die Kluge

Karl-Heinz Stryczek (bariton, König), Reiner Süss (bas, Bauer), Magdalena Falewicz (sopraan, Des Bauern Tochter), Horand Friedrich (bas, Der Kerkermeister), Eberhard Büchner (tenor, Der Mann mit dem Esel), Siegfried Lorenz (bariton, Der Mann mit dem Maulesel), Harald Neukirch (tenor, Erster Strolch), Wolfgang Hellmich (bariton, Zweiter Strolch), Hermann Christian Polster (bas, Dritter Strolch), Rundfunk-Sinfonieorchester Leipzig o.l.v. Herbert Kegel   (opname 1980)

Orff:  Der Mond

Eberhard Büchner (tenor, Der Erzähler), Fred Teschler (bas), Horst Lunow (bariton),   Helmut Klotz (tenor), Armin Terzibaschian (bas): Vier Burschen die den Mond stehlen, Wilfried Schaal (bariton, Ein Bauer), Hans-Joachim Hegewald (spreekrol, Ein Schultheiss), Paul Glahn (spreekrol, Ein Wirt), Reiner Süss (bas, St. Petrus), Rundfunkchor & Sinfonieorchester Leipzig o.l.v. Herbert Kegel (opname 1970)

Orff:  Carmina Burana

Celestina Casapietra (sopraan), Horst Hiestermann (tenor), Karl-Heinz Stryczek (bariton), Dresdner Kapellknaben, Rundfunkchor & Sinfonieorchester Leipzig o.l.v. Herbert Kegel   (opname 1974)

Orff:  Catulli Carmina

Ute Mai (sopraan, Lesbia), Eberhard Büchner (tenor, Catullus), Jutta Czapski, Günter Philipp, Wolfgang Wappler, Gerhard Erber (piano),   Rundfunkchor Leipzig & Slagwerk van het Rundfunk Sinfonieorchester Leipzig o.l.v. Herbert Kegel   (opname 1971)

Orff:  Trionfo di Afrodite

Isabella Nawe ( sopraan, La Sposa), Eberhard Büchner ( tenor, Lo Sposo), Renate Krahmer ( sopraan, Corifea/Sopraan I), Horst Hiesterman ( tenor, Corifeo), Reiner Süss ( bas, Corifeo), Regina Werner ( sopraan, Sopraan II), Karl-Heinz Stryczek ( bariton), Rundfunkchor Leipzig & Berlin, Rundfunk-Sinfonieorchester Leipzig o.l.v. Herbert Kegel (opname 1975)

Berlin Classics 0300927BC • 4.50' • (5 cd's)

 

In 1939 werden Arische componisten van harte uitgenodigd om een alternatief in te leveren voor de geliefde toneelmuziek bij Ein Sommernachtstraum van Felix Mendelssohn, het product van een joodse componist en dus entartet (in Nederland destijds vertaald met ongewenscht). Een uitgelezen moment voor de Beierse toondichter Carl Orff. Geboren in 1895 in München had hij de leeftijd bereikt waarop een doorbraak essentieel was. Op zijn Carmina Burana had hij al zijn hoop gevestigd, maar de bruinhemden hadden er aanvankelijk geen oor naar - Bayerische Niggermusik noemden ze het. Pas toen zijn vriend Werner Egk in 1941 voorzitter van de Reichsmusikkammer werd keerde het tij en werd Orff in 1944 zelfs in de 'Gottbegnadeten-Liste' van Goebbels opgenomen, waardoor hij vrijgesteld werd van Arbeitseinsatz en Wehrdienst. Na de oorlog werd hij door de Amerikanen op de Gray List geplaatst, en zou hij alsnog op non-actief worden gesteld, maar daar wist hij door een listige leugen aan te ontkomen. Kortom, de man was een overlever; dat hij ook een 'Vierteljude' was is in dit verband alleen maar schrijnender.

Even tussendoor. In onze tunnelvisie op de klassieke variant van Entartete Musik vergeten we maar al te gemakkelijk waar het Hitler en trawanten werkelijk om te doen was. Een op de tien Duitsers hield van Wagner, de andere negen luisterden liever naar de vernieuwende klanken van de jazz. De verderfelijke jazz, de Amerikaanse Niggermusik die al een decennium bezig was Europa stormenderhand te veroveren, inclusief de soldaten in Hitlers leger. Het idiote is dat in Europa, bij gebrek aan 'negers' het juist joodse musici waren die in het commerciële gat sprongen. Met in ons land als voorbeeld het populaire liedje van Johnny en Jones: Meneer Dinges weet niet wat swing is.

Carl Orff (1895-1982)

Terug naar Carl Orff, op zoek naar broodbeleg in crisistijd. Hij schreef zijn alternatieve Sommernachtstraum en leverde haar beleefd in met een begeleidend schrijven dat hij niet alleen ondertekende met 'Hochachtungsvoll', maar daaraan toevoegde het verplichte 'Heil Hitler'. Het heeft hem niet gehinderd om ondanks zijn 'oorlogsverleden' triomfen te vieren. Een van de merkwaardigste wapenfeiten uit zijn carrière is het feit dat de overtuigde antifascist Karl Amadeus Hartmann ver na de oorlog zijn opera Simplicissimus opdroeg aan Carl Orff.

Het wordt nog gekker. In het verdeelde Duitsland van na de oorlog is er juist in Oost-Duitsland veel discografische aandacht besteed aan de muziek van Carl Orff. Dirigent Herbert Kegel is daarbij een voorloper geweest, met tenminste drie opnamen van Carmina Burana. Een 'gesundes Volksemfinden' dat het nationaalsocialisme inspireerde leefde kennnelijk voort in het communisme van de volksrepubliek. Maar ook de rest van de wereld bleef niet achter, en decennialang hoorde Carmina Burana tot de toptien van oratoriumkoren.

Herbert Kegel (1920-1990)

Wie zonder vooroordelen kennis wil maken met Carl Orff kan zich geen betere gids wensen dan Herbert Kegel. Afgezien van Carmina Burana, waarvan er inmiddels zeker meer dan honderd opnamen moeten bestaan, is er aan de rest van het niet-theatrale oeuvre van Orff weinig aandacht besteed. De meest voor de hand liggende kandidaat, het drieluik Trionfi, waarvan Carmina het eerste deel is, werd slechts twee keer opgenomen. De eerste keer door dat andere communistische label, Supraphon, onder Václav Smetácek, de tweede keer door Herbert Kegel. Smetacek is in zekere zin de Tsjechische tegenpool van Kegel, een uitstekend vakman, een integer musicus en een tomeloos onderschatte dirigent. De opnamekwaliteit van Supraphon moet het afleggen tegen de voor die tijd spectaculaire registratie uit 1974, gerealiseerd in de Versöhnungskirche in Leipzig.

De twee meest succesolle muziektheatrale werken van Orff, Die Kluge en Der Mond waren in het kielzog van Carmina Burana regelmatig te horen in Duitssprekende en aanverwante gebieden (in 1951 vond de Nederlandse première van Die Kluge plaats). Van beide werken bestaan alternatieve opnamen: Die Kluge werd zowel door Sawallisch (met niemand minder dan Elisabeth Schwarzkopf) voor EMI, als door Kurt Eichhorn voor het toenmalige Eurodisc (met Lucia Popp) opgenomen. Ze hebben zich in de afgelopen decennia langzaam maar zeker aan onze waarneming onttrokken, een natuurlijk proces. Carl Orff was geen groot componist, maar wel een componist die op het juiste moment de tijdgeest wist te vangen. In Herbert Kegel heeft hij een verwante ziel gevonden die deze werken in definitieve interpretaties heeft vereeuwigd. Het wekte destijds enige verbazing dat Kegel, de man die de muziek van de Neue Wiener Schule in exemplarische opnamen op de kaart zette, zich juist inzette voor deze daarmee vergeleken simplistische muziek. Hij deed het en de resultaten bevinden zich op hetzelfde niveau als zijn interpretaties van Schönberg en zijn leerlingen. Een absolute trouw aan de partituur en een oor voor een doorzichtig klankbeeld paart zich aan het vermijden van goedkope effecten. Voor Kegel niet de donderende slagwerkeffecten waarmee Ozawa furore maakte in Carmina Burana. De status van deze registraties wordt nog eens benadrukt door een al bijne vergeten detail: de opnamen van Trionfi en Der Mond werden in co-productie gemaakt met het label Philips op vier prachtige lp's. Dat alleen al zal voor menigeen een reden zijn om deze heruitgave met open armen te ontvangen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links