![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2009
|
||
Nederlandse Cellosonates (Deel 1)Pijper: Cellosonate nr. 1 - 2. Ponse: Cellosonate. Escher: Sonata concertante. Doris Hochscheid (cello), Frans van Ruth (piano). MDG Audiomax 903 1534-6 • 76' • (sacd) Het ondernemende duo Doris Hochscheid (cello) en Frans van Ruth (piano) heeft kans gezien om het prestigieuze Duitse label MDG ervan te overtuigen hun geesteskind, Dutch Cello Sonatas, te adopteren. Dutch Cello Sonatas is een project van de Stichting Cellosonate Nederland, in 2007 opgericht door Hochscheid en Van Ruth, met als doelstelling Nederlands repertoire voor cello en piano te propageren, onder andere door middel van een meerdelige serie cd-opnamen in samenwerking met MDG. Deze eersteling is een schot in de roos, niet zozeer door het repertoire, want alleen de sonate van Ponse is nieuw in de catalogus, dan wel door de grote kwaliteit van hun vertolkingen, die alle voorgangers met gemak achter zich laten. Het verhaal achter deze cd begint met de Belgische cellist Marix Loevensohn (1880-1943), die in 1915 benoemd werd tot solocellist van het Concertgebouworkest. Loevensohn droeg de eigentijdse muziek een warm hart toe en was verantwoordelijk voor vele opdrachten. Henriëtte Bosmans (1895-1952) en Willem Pijper (1894-1947) droegen hun sonates aan hem op en begeleidden hem zelf bij de eerste uitvoeringen in 1919. Ook de tweede sonate uit 1924 en het Celloconcert droeg Pijper op aan Loevensohn, die het Celloconcert in 1936 bij zijn afscheid van het Concertgebouworkest speelde. Wie dacht dat Pijper een droogpruim was moet onverwijld deze beide meeslepende cellosonates beluisteren. Met Rudolf Escher (1912-1980) zijn we in de volgende generatie componisten aangeland. Escher schreef zijn grote Sonate concertante in 1943 – in 1955 maakte hij een revisie. Samen met de ‘Musique pour l’esprit en deuil’ voor orkest en ‘Arcana musae dona’ voor piano vormt het diens ‘oorlogstriptiek’. Het is zonder twijfel zijn meest indrukwekkende stuk kamermuziek geworden. Luctor Ponse werd in 1914 in Genève geboren als zoon van een Nederlandse
ingenieur en diens Franse echtgenote. Al in 1917 stierf zijn vader en
vertrok hij met zijn moeder naar Valancienne in Frankrijk. In 1936 vestigde
hij zich in Nederland waar hij zich een naam verwierf als pianist en voorvechter
voor eigentijdse muziek. Met Geza Frid vormde hij een pianoduo dat bekendheid
verkreeg door zijn vertolkingen van de Sonate voor twee piano’s
en slagwerk van Bartók. Als componist koos hij na 1949 voor het twaalstoonssysteem
van Arnold Schoenberg, dat hij echter zeer vrij toepaste. Zijn Cellosonate
uit 1943 is geschreven in het moderne idioom dat tussen de beide oorlogen
gehanteerd werd door componisten als Hindemith en Bartók. index | ||