CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2015
|
Het label Naxos heeft al een complete cyclus met de symfonieën van de Deense componist Carl Nielsen door het National Symphony Orchestra of Ireland onder Adrian Leaper. Dat die geen hoge ogen gooide hoeft niemand te verbazen. Deze uitgave uit 2008 is de start van een herkansing, met een goede kans van slagen, want het betreft hier een eerdere opname, gemaakt voor het Deense label Da Capo in 1999. Deense orkesten en dirigenten hebben een lange historie met Nielsen, te beginnen met Erik Tuxen en Emil Telmanyi. Zij waren verantwoordelijk voor de posthume revisies van de symfonieën zoals wij ze tot nu toe kenden. Schønwandt presenteert hier de nieuwe kritische uitgave van de partituren, en doet dat buitengewoon overtuigend. Zonder partituur zal de gemiddelde luisteraar geen verschil horen tussen de oertekst en de geredigeerde uitgave, maar voor wie wat dieper wil graven is dit een prachtig hulpmiddel. Directe competitie is er in de vorm van de veelgeroemde uitvoering door Herbert Blomstedt en het orkest van San Francisco in dezelfde koppeling en inmiddels in dezelfde prijsklasse als Naxos, uiteraard van de oude editie. Op het eerste gehoor weet Blomstedt te imponeren door briljante tempi en zijn de geluidsmannen van Decca superieur met een heel breed klankspectrum. Bij doorluisteren blijkt echter dat Schønwandt een extra verdieping weet te realiseren. De 'wals' op het hoogtepunt van het eerste deel van de Derde symfonie is werkelijk een apotheose en de doorvoelde vertolking van deel drie is al even overtuigend. Het klankbeeld dat op Decca in de climaxen dichtslibt blijft bij de Denen altijd helder en eerlijk, zonder opsmuk. Deze cd verdient zijn heruitgave van harte. index |
|