CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2019
|
Bovenstaand persbericht vergezelt de eerste uitgave in deze nieuwe serie, met drie orkestwerken van Alberto Nepomuceno (1864-1920), de 'vader van de Braziliaanse muziek'. Ze werden opgenomen door het orkest van de provincie Minas Gerais, dat gevestigd is in de hoofdstad Belo Horizonte. Minas Gerais is twaalf maal zo groot als Nederland en heeft twintig miljoen inwoners, waarvan zo'n 4,5 miljoen in Belo Horizonte en voorsteden wonen. Het 90 musici sterke orkest is piepjong, het werd in 2008 opgericht, en kreeg in het voorjaar van 2015 de beschikking over een gloednieuwe concertzaal met een capaciteit van 1500. Fabio Mechetti (1957, Sao Paulo) is vanaf de oprichting chef-dirigent, en overzag ook de bouw van de concertzaal. Alberto Nepomuceno overleed in 1920, een paar dagen nadat Richard Strauss het voorspel tot zijn lyrische comedie O Garatuja dirigeerde in het Teatro Municipal van Rio de Janeiro. Het zegt iets over zijn status als Grand Old Man van het Braziliaanse muziekleven. Na zeven jaar in Europa gestudeerd te hebben keerde hij terug naar Rio de Janeiro, waar hij actief was als componist, dirigent, en directeur van het Nationaal Muziekinstituut. Hij vertaalde de Harmonielehre van Arnold Schönberg in het Portugees en stimuleerde de carrière van de jonge Heitor Villa-Lobos. Op deze cd spreekt hij ons aan in drie verschillende idiomen. De Prelude tot O Garatuja uit 1904 bruist van Braziliaanse levenslust en volksmuziek, de Braziliaanse Suite (1891) is een impressionistische kijk op zijn vaderland met prachtige sfeervolle momenten - luister maar naar het eerste deel, een natuurschildering waarin we ons in het Braziliaanse oerwoud wanen. Of anders naar het laatste deel, een opzwepende Batuque. Hier laat Nepomuceno horen dat Heitor Villa-Lobos bepaald niet uit de lucht is komen vallen. De symfonie in g is ondanks het mineur van de toonsoort geschreven in een zonovergoten werkkamer, maar verraad niet dat we een partituur beluisteren die op het zuidelijke Amerikaanse halfrond geschreven werd. Wat we wel horen is een briljant georkestreerd stuk vakmanschap en een werk dat overloopt van de originele wendingen in een idioom dat volbloed romantisch is. Nepomuceno laat horen wat hij in Europa geleerd heeft (bij Heinrich von Herzogenberg, een dikke vriend van Brahms). Het werd geschreven in 1893, het jaar van de Symfonie uit de Nieuwe Wereld. We zouden hem dus de Braziliaanse Dvorák kunnen noemen, en dat is een groot compliment. Mechetti en zijn manschappen dwingen respect af door de uitstekende uitvoering van werken die zeer hoge eisen ste llen aan samenspel en virtuositeit. Zo te horen is de Sala Minais Gerais in akoestisch opzicht een parel, en de opname is zoals zo vaak bij Naxos in handen van één man: Ulrich Schneider. Vakwerk. De cd is van begin tot eind een genot om naar te luisteren en in alle opzichten een regelrechte ontdekking. Zegt het voort. index |
|