CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2012

 

 

Milhaud – Complete werken voor piano en orkest

Le Carnaval d’Aix op. 83b – Ballade op. 61 – Cinq Etudes op. 63 – Concerto op. 127 – Fantaisie Pastorale op. 188 – Deuxième Concerto op. 225 – Troisième Concerto op. 270 – Quatrième Concerto op. 295 – Cinquième Concerto op. 346

Michael Korstick (piano), SWR Rundfunkorchester Kaiserslautern o.l.v. Alun Francis

CPO 777 162-2 • 2.17' • (2 cd’s)


De kolossale productie van de Franse componist Darius Milhaud (1892-1974) staat in schril contrast tot hetgeen daadwerkelijk tot onze oren doordringt. 443 genummerde werken liet hij na, en tientallen daarvan zijn in meerdere versies voorhanden. Van dit totaal van rond de vijfhonderd werken zijn er slechts een handjevol met enige regelmaat te beluisteren. Om te beginnen het driedelige Scaramouche, toneelmuziek die hij omwerkte tot een Suite voor twee piano’s, en vervolgens orkestreerde in versies voor saxofoon en klarinet (een favoriet van Benny Goodman). Tientallen bewerkingen voor alle mogelijke bezettingen door derden zouden volgen. Ook de balletten La Création du Monde en Le Boeuf sur le Toît verheugen zich nog steeds in een redelijke populariteit, gevolgd door de Saudados do Brazil, oorspronkelijk voor piano, en bewerkt voor talloze bezettingen. Al deze werken worden gekenmerkt door hun verfrissende gebruik van elementen uit de jazz en de Braziliaanse volksmuziek, klanken die Milhaud op locatie hoorde tijdens zijn tweejarige verblijf in Brazilië en zijn uitstapjes naar Harlem, de zwarte wijk van New York. Daaraan voegde Milhaud zijn eigen handelsmerk toe: de bitonaliteit – twee niet aan elkaar gerelateerde toonsoorten tegelijkertijd. Simpel gezegd: op de piano speelt de linkerhand een begeleiding in C, en de rechterhand een melodie in Fis. Die techniek heeft ervoor gezorgd dat een partituur van Milhaud binnen een paar seconden als zodanig herkend kan worden.

Milhaud mag bekend zijn geworden door werken met een populair karakter, hij schreef uiteraard ook serieuze concertmuziek in opdracht van grote solisten en belangrijke orkesten. Acht symfonieën en vijf pianoconcerten waren het gevolg, en ze zijn door het ondernemende Duitse label CPO digitaal vastgelegd. De Complete Symfonieën werden in 2000 bekroond met een Midem-Award. Dirigent van beide integrales is Dr. Alun Francis, dirigent, componist en wetenschapper die een belangrijke fase van zijn bestaan in Nederland doorbracht. Als dirigent van het Enschedese operagezelschap Forum raakte hij op weg naar een voorstelling betrokken bij een ongeval dat hem bijna het leven kostte. Wat maar weinig mensen weten is dat Alun Francis een brilliant mathematicus is die in de zomer gastcolleges gaf aan de Universiteit van Washington – vandaar dat Dr. In de pianoconcerten is Michael Korstick zijn partner, geen wereldnaam misschien, maar wel een pianist die pas als veertig-plusser verrassend van zich liet horen in opvallende opnames van late Beethovensonates en een onverwacht succesvolle registratie van de Diabelli-Variaties.

In zijn vijf pianoconcerten heeft Milhaud het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. Een pianoconcert dat zichzelf respecteert heeft een lengte van minimaal dertig minuten, en daarin voldoet hij in geen van de vijf gevallen. Virtuoos zijn ze zeker, maar memorabel? We kunnen het niet weten, en daarom is een uitgave als deze onmisbaar. Zo op het eerste gehoor mag het Derde pianoconcert, dat hij voor zichzelf schreef, als levensvatbaar gesignaleerd worden. Van de overige werken is het openingswerk van deze uitgave, Carnaval d’Aix, niet onopgemerkt gebleven. Het is (alweer) een bewerking, nu van het ballet Salade (1924). Milhaud ontving een opdracht voor een pianoconcert voor eigen gebruik en bewerkte zijn recente balletmuziek tot een twaalfdelige suite waarin hij het zichzelf niet al te moeilijk maakte, maar die een genot is om naar te luisteren. Michel Beroff maakte er al eerder een mooie opname van voor EMI – die is door Brilliant opgepikt (klik hier). Op de eerste van de twee schijfjes staan nog een paar intrigerende werken die door hun beperkte lengte de concertzaal nooit zullen halen, maar daardoor juist ideaal zijn voor de cd: de Vijf Etudes, de Ballade en de Fantaisie Pastorale. Werken waarin de creativiteit van Milhaud zich beter kon uitleven dan in de grotere vormen. Over de nummering van het korte Tweede pianoconcert heerst kennelijk enige verwarring. Het boekje bij deze uitgave benoemt het consequent als op. 228, maar dat nummer hoort toe aan het Eerste concert voor twee piano’s. Het gekke is dat een andere opname van dat Tweede pianoconcert, op het label VOX, dezelfde fout maakt. Ik baseer me op de New Grove Encyclopedia of Music, die nummert het als op. 225.

CPO laat zich niet voorstaan op een fonografische première, en er zijn natuurlijk individuele voorgangers van sommige items, maar als geheel is dit een unieke uitgave waar CPO trots op mag zijn. Het hoeft geen betoog dat een registratie als deze alleen mogelijk is wanneer ze kan leunen op de krachtbronnen van de publieke omroep. De SWR heeft zijn orkest in Kaiserslautern ter beschikking gesteld, en samen met dirigent Francis en pianist Korstick is er in de studio van het orkest een opname gemaakt die een voortreffelijk beeld geeft van dit deel van de onontgonnen schatten van Milhauds oeuvre. Tot die schatten behoort ook de opera Christoph Colombe. En raad eens wie daar een schitterende opname van vastlegde in de Zaterdagmatinee van 8 oktober 1983? Juist. Reinbert de Leeuw. WAKKER WORDEN!!!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links