CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2017
|
Nikolaj Miaskovski (1881-1950) heeft het allemaal zien gebeuren: een revolutie, twee wereldoorlogen, en op de valreep het begin van de koude oorlog. Hij studeerde bij Rimski-Korsakov en was getuige van de successsen van zijn vriend Prokofjev. In zijn loopbaan zag hij kans om de ellende die zijn jongere collega's ondergingen onder Stalin te ontwijken. Naar eigen zeggen door van zijn 27 symfonieën 'de even nummers voor de partij en de oneven nummers voor mezelf' te componeren. Maar vlak voor het eind van zijn leven was het toch nog raak: in 1948 trof de beruchte Zjdanovdoctrine ook hem, en werd hij als bijna zeventigjarige alsnog als formalist weggezet. Zijn werken werden niet meer gespeeld, zijn gezondheid liet te wensen over, dus bleef er niets over dan componeren 'voor mezelf'. Het resultaat was een schitterende cellosonate die niets te maken heeft met het jaar van ontstaan. Nog eenmaal reist Miaskovski terug in de tijd naar de nostalgische klankwereld van de Russische laatromantiek van voor de revolutie. Vlak voor zijn dood ontving hij voor die sonate alsnog de Stalinprijs, en dankzij Mstislav Rostropovitsj is het zijn meestgespeelde werk geworden. Het voorbeeld van Rostropovitsj doet volgen, want zo langzamerhand puilt de catalogus uit van opnamen van de tweede cellosonate. De eerste sonate mag in het kielzog meevaren, maar ook niet meer dan dat. Wie de beide sonates op één schijfje zet heeft een probleem, want samen duren ze ruim drie kwartier, naar de huidige maatstaven te krap voor een cd. Sommige cellisten hebben dat opgelost door de beide sonates te combineren met het (prachtige) celloconcert. Anderen kiezen ervoor om alleen de tweede sonate op te nemen in een breder kader. In de budgetprijsklasse bracht Naxos een cd uit met de beide sonates plus die van Kabalevski - een logische keuze. Luca Magariello en Cecilia Novarino houden het alleen bij de beide sonates en een tijdsduur van ruim drie kwartier. Er wordt uitstekend gespeeld maar de opname roept vragen op. De cd vermeldt als locatie het Atelier Passadori. Wie even op internet zoekt komt er gauw achter dat het eigenlijk Atelier Passadori Pianoforti moet zijn - een winkel voor de betere pianomerken in Brescia, uitgerust met een salon waar men recitals en opnamen organiseert. De klank is nogal droog, dus heb ik voor de zekerheid de opname die wijlen Klaas Posthuma voor zijn label Globe realiseerde er even bijgepakt. Daar spelen Dima Ferschtman en echtgenote Mila Baslawskaya in een weldadige akoestiek - 'recorded in Amsterdam 1990'. Onderaan de streep blijven twee vergelijkbare opnamen in dezelfde prijsklasse over: Naxos en Brilliant. Daar valt de vergelijking zonder meer uit in het voordeel van Brilliant, zowel opnametechnisch als in de uitvoering. Luca Magariello en Cecilia Novarino laten horen dat de beide cellosonates van Nikolai Miaskovski ondanks alle tegenslagen springlevend zijn. index |
|