CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2018
|
Olivier Messiaen (1908-1992) kennen we van verzadigde akkoorden en grillige vogelzang, maar dat hij tevens de uitvinder is van het serialisme (een cerebrale methode waardoor niet alleen de toonhoogte, maar ook de toonlengte, de dynamiek en de intensiteit in reeksen worden vastgelegd) zal menigeen onbekend zijn. Dat was in 1944, en in de jaren die volgden werd het seriële componeren met name geadopteerd door Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen. Messiaen was een geniaal theoreticus (met een immense stoet leerlingen) die in 1967 opnieuw een theoretische vinding introduceerde: de language communicable - kort gezegd een muzikaal alphabet waardoor complete zinsneden in noten zijn te vatten, aldus Hayo Boerema in zijn uitvoerige Nederlandse (ook Engelse) toelichting bij deze cd. De nieuwe vinding paste hij toe in zijn Méditations sur le Mystère de la Sainte Trinité, geschreven voor het honderdjarig bestaan van de Trinité, de kerk waar hij zijn leven lang organist was. Bepaald geen gemakkelijke kost, opgebouwd uit een wonderlijk mengsel van seriële technieken, serene gregoriaanse melodieën en naar het orgel vertaalde vogelzang (track 5, Dieu est immense, biedt het meest sprekende voorbeeld).
Dit is de vierde uitgave in het kader van de complete orgelwerken, die Hayo Boerema opneemt op het instrument waarvan hij titularis is: het machtige Marcussen-orgel in de Laurenskerk te Rotterdam. Messiaen op een Marcussen zal voor menigeen synoniem zijn met vloeken in de kerk, maar Boerema bewijst keer op keer dat het kan. En het is hard nodig ook, want om deze werken naar hun universele status te tillen moeten ze bewezen worden op instrumenten met een andere signatuur dan de Franse, maar wel met een vergelijkbare kwaliteit. Boerema is niet de enige, de Britse organist Dame Gillian Weir nam in 1994 de complete orgelwerken van Messiaen op in het Deense Aarhus op een instrument van Frobenius. De abstracte taal van de Méditations maakt een directe vergelijking niet bepaald gemakkelijk, maar twee dingen vallen op. De overeenkomst in de klank van de beide instrumenten, en het verschil in onderhoud. Het orgel in Aarhus was nodig toe aan een grondige stembeurt, in Rotterdam is de stemmer net langs geweest - zoiets maakt een behoorlijk verschil. Een bijzonder extra van deze Messiaen integrale uit Rotterdam is de improvisatie waarmee Boerema iedere cd afsluit. Uiteraard in de geest van de Meester (in dit geval op een thema uit de Turangalîla Symfonie), maar met voldoende eigen inbreng om op eigen benen te staan. En zoals ik eerder opmerkte, de moeite waard om in druk te verschijnen. index |
|