CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2013

 

Olivier Messiaen et les Années 30

Delbos: Para phrase – Deux Pièces – Parce, Domine

Daniel-Lesur: Quatre Hymnes pour Grand Orgue

Jolivet: Prélude apocalyptique

Migot: Déploration

Dupré: Ave Maris Stella op. 18 nr. 3/4, Choral et Toccata

Langlais: Trois Poèmes Évangéliques

Versluijs: Improvisaties

(Van) Gelder: Improvisaties

Messiaen: Le banquet céleste – Les corps glorieux, deel VI & VII

Anton Doornhein, Arjan Versluijs en Hans van Gelder op het Cavaillé-Coll orgel van de Ste Trinité, Parijs

D.E.Versluijs – DEV-ME1033

Opname: juni/juli 2011

www.deversluis.nl

 

Bij mijn weten is er nog nooit een componist heilig verklaard, maar als ik een kandidaat zou mogen aandragen kies ik Olivier Messiaen – de heilige Olivier. En niet eens om de prachtige muziek die hij geschreven heeft, want dan zouden Bach en Beethoven zich wel eens tekort gedaan kunnen voelen. Nee, de strijd om het dagelijks bestaan die Messiaen heeft moeten leveren is de directe aanleiding tot deze bespiegeling. Olivier werd (in 1908) geboren in een sfeer van warmte en geborgenheid. Zijn moeder, de dichteres Cécile Sauvage, beschreef hem in poëzie voordat hij geboren werd in een bundel gedichten: ‘L’âme en bourgeon’ – de ziel in de knop. Oliviers jeugd was gelukkig, het door zijn moeder voorspelde muzikale talent was in overvloed aanwezig, en een veelbelovend componist was geboren. Hij koos het orgel als zijn instrument en huwde een componerende violiste, Claire Delbos, dochter van een gerenommeerd filosoof. Toen zoon Pascal werd geboren kon hun geluk niet meer stuk.

Het noodlot sloeg toe in de persoon van Adolf Hitler en zijn Blitzkrieg. Olivier werd krijgsgevangen gemaakt en vrouw en kind moesten zich redden in erbarmelijke omstandigheden. Olivier overleefde het kamp, maar in 1948 sloeg het noodlot opnieuw toe. Claire moest een operatie ondergaan, en liep daarbij een hersenbeschadiging op. Ze werd opgenomen in een verzorgingstehuis waar Olivier haar elke zondag bezocht – na drie missen te hebben gespeeld in de Parijse Sainte-Trinité, waar hij inmiddels als titulair organist was benoemd. De opvoeding van zoon Pascal nam hij zelf ter hand. In 1959 overleed Claire, en twee jaar later trouwde Messiaen met pianiste Yvonne Loriod. Eindelijk braken er gelukkiger tijden aan.

In de muziek van Messiaen is een en ander goed te volgen. Het koosnaampje dat hij voor Claire verzon was Mi – de hoogste snaar op de viool. De schitterende liederencyclus Poèmes pour Mi heeft zijn naam aan haar te danken. Het Quatuor pour la Fin du Temps dat hij in krijgsgevangenschap schreef is niet alleen een indrukwekkende compositie door de plek waar het ontstond, het is doodgewoon een meesterwerk. Maar waarom weten we niets van de componerende mevrouw Messiaen? Herhaalt de geschiedenis zich en moet Claire Delbos bijgezet worden in het rijtje Fanny Mendelssohn (haar werk werd onder de naam van Felix gepubliceerd), Clara Schumann (die zich als pianiste opofferde aan een man van wiens composities ze vaak niets begreep) of Alma Mahler (die een componeerverbod kreeg opgelegd van Gustav – je zal maar zo getrouwd zijn)?

Hoewel deze uitgave verschijnt onder de titel Olivier Messiaen et les Annees 30 schuilt het werkelijke belang in het feit dat we eindelijk met eigen oren kunnen kennismaken met de muziek van Claire Delbos – en die kennismaking is schokkend. Hier horen we geen brave geluiden à la Chaminade of Tailleferre en zelfs niet de meer vooruitstrevende klanken van Lili Boulanger. Hier wordt gecomponeerd op hoog niveau – de enige vergelijking die ik kan verzinnen is die met Jeanne Demessieux, ook al zo’n gruwelijk onderschatte en ongrijpbare componiste. En één ding maakt deze cd overduidelijk: ze was Olivier ver vooruit. Het is nauwelijks te bevatten dat een violiste die geen orgel speelt deze klanken op papier kan zetten. De begeleidende tekst meldt dat ze geen gebruik maakt van ’s mans ritmische vernieuwingen; nogal wiedes, die dateren van ver na haar ziekte.

De werken van Claire Delbos openen de eerste van deze twee cd’s, die volgespeeld wordt door Anton Doornhein. Hij vervolgt met werken die passen onder de noemer ‘La jeune France’. Het was de verzamelnaam voor een groep jonge componisten die het gedartel van de ‘Groupe des Six’ beu waren. Vandaag weten we nauwelijks om wie het gaat, maar nog niet zo lang geleden waren Jean-Yves Daniel-Lesur en André Jolivet klinkende namen. Voor deze selectie heeft Doornhein daar werk van Georges Migot, Marcel Dupré en Jean Langlais aan toegevoegd. En alweer stuiten we op een ontdekking: de omvangrijke Prélude apocalyptique van bijna een kwartier van de hand van André Jolivet. De tweede cd wordt volgespeeld door de beide andere organisten, Arjan Versluis en Hans van Gelder. Versluis zoekt onder andere inspiratie in de gedichten die mama Messiaen schreef tijdens haar zwangerschap. Hans van Gelder sluit af met drie grote orgelwerken van Messiaen uit de jaren 1930.

Het belang van deze uitgave heeft niet alleen met de klinkende noten te maken, maar betreft ook de voortreffelijke presentatie. De beide cd’s zijn ondergebracht in een boekje met een hard kaft, waarbinnen drie teksten: Engels, Frans en Nederlands. Er is een weelde aan informatie en mooie foto’s. Die gaan naturlijk in de allereerste plaats over de opnamelocatie, Messiaens Trinité, de plek waar hij in zekere zin zijn hele leven doorbracht. Hoe spelen een drietal armlastige organisten het klaar om een prachtige uitgave voor fijnproevers te maken met de titel ‘Olivier Messiaen et les annees 30’? Ze zullen er geen stuiver aan verdienen, en van het geïnvesteerde kapitaal zullen ze ook geen cent terugzien. Het antwoord is: geloof, hoop en liefde. Liefde voor de muziek, hoop op uw belangstelling en geloof in de heilige Olivier.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links