CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2017
|
Na de dood van Johann Sebastian Bach in 1750 heeft het even geduurd voordat er weer een componist opstond die zich verwaardigde volwassen werken voor het orgel te schrijven. Haydn, Mozart en Beethoven waren alle drie bekwame bespelers van het instrument, maar hebben geen werken nagelaten die een rol speelden in de ontwikkeling van het instrument. Die taak viel toe aan Mendelssohn, die zijn grenzeloze verering voor Bach niet alleen omzette in de herintroductie van de Mattheuspassie, maar ook in een zestal orgelsonates waarin de invloed van Bach onmiskenbaar aanwezig is. In zijn kielzog volgden drie Duitse componisten die zich intensief met het orgel en de orgelsonate bezig hebben gehouden: August Ritter (1811-1885), Gustav Merkel (1827-1885) en Josef Rheinberger (1839-1901). Gedrieën hebben zij de fakkel van Mendelssohn overgenomen, door de traditie van J.S.Bach levend te houden in orgelsonates, koraalvoorspelen, fuga's, en dikwijls een combinatie van die drie. Van Mendelssohn leerden ze om een deel van een sonate te baseren op een koraalmelodie, en de slotdelen eindigen dikwijls in magistrale fuga's, liefst op twee thema's en in combinatie met het betreffende koraal. August Ritter liet vier sonates na, Merkel negen (waarvan de eerste en bekendste voor orgel vierhandig) en Rheinberger spant de kroon met zijn plan om vierentwintig sonates in alle mineur- en majeurtoonsoorten te schrijven, in navolging van Bachs Wohltemperirte Clavier - helaas haalde de dood hem in na nummer twintig. Nog een kleine bijzonderheid over Merkel: als protestant werkte hij het grootste deel van zijn loopbaan in katholieke kerken. Dat in tegenstelling tot Max Reger, die weliswaar van beroep geen organist was, maar zich als katholiek intensief bezighield met koraalvoorspelen uit de protestantse liturgie. Brilliant Classics is zo langzamerhand gegroeid tot een van de belangrijkste spelers op het gebied van de orgelmuziek, met integrales van grootheden als Bach en Buxtehude, maar ook met de herontdekking van talloze kleine meesters. Zo besprak ik hier al eerder een mooie uitgave van de complete orgelwerken van August Ritter, ook door een Italiaanse organist en op een Italiaans orgel. Dat is ook hier het geval: Carlo Guandalino speelt op het orgel van de Dom te Thiene. Het is een instrument dat wortelt in de Italiaanse baroktraditie met de karakteristieke opbouw van een complete set bovenstemmen, zonder mixturen. Het beschikt over twee klavieren en pedaal, met een totaal van 35 registers - het tweede manuaal staat in een zwelkast en op het hoofdwerk staat een trompet 'en chamade'. Maar er is iets merkwaardigs aan de akoestische plaatsing van het instrument - het lijkt alsof het in een nis staat en het geluid niet vrij de ruimte in kan komen. In de zachtere passages stoort dat nauwelijks, maar het volle werk wil niet echt bloeien. Bovendien had er iets meer zorg aan de stemming in het algemeen en in het bijzonder die van de tongwerken besteed mogen worden. Dat neemt niet weg dat het aanbod in dit prijssegment inzake Gustav Merkel nonexistent is, en dat de nieuwsgierige orgelliefhebber die misschien alleen de vierhandige eerste sonate wel eens gehoord heeft, nu zelf kan vaststellen hoeveel Gustav Merkel geleerd heeft van zijn grote voorbeeld Mendelssohn. Met name in de Zesde sonate, gebaseerd op de koraalmelodie 'Aus tiefer Noth schrei ich zu dir' blijkt dat zonneklaar. De beide koralvoorspelen behoren in orgelkringen tot de favoriete werken van de meester. Misschien moet Carlo Guandalino gewoon eens een paar dagen komen opnemen op een van onze prachtige Bätz orgels? index |
|