![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2017
|
De concertbezoeker zal er zich nauwelijks om bekommeren, maar in het gemiddelde concertseizoen van de doorsnee orkesten staat slechts één keer per jaar een celloconcert op de lessenaars. Is het publiek niet geïnteresserd in de cello, en zijn er daarom maar weinig geliefde celloncerten, of zijn componisten niet geïnteresseerd in het schrijven van celloconcerten? Als ze dat wel zijn worden ze desalniettemin voor hun inspanningen slecht beloond. Neem Bohuslav Martinu, auteur van twee prachtige celloconcerten - wanneer was de laatste keer dat u er een in de concertzaal hebt gehoord? Ik moet het in ieder geval nog meemaken. Behalve Martinu schreef ook Dmitri Sjostakovitsj twee concerten voor de cello, en daarvan mag het eerste zo langzamerhand tot het ijzeren repertoire gerekend worden. Na de concerten van Schumann en Dvorák verschijnt het als goede derde met enige regelmaat op de concertpodia van de grote orkesten. Het tweede celloconcert heeft de strijd nog lang niet gewonnen - het is minder zonnig van karakter. Toch zijn de twee concerten van Sjostakovitsj goed vertegenwoordigd in de platencatalogus. Dat komt in de allereerste plaats door de man aan wie ze zijn opgedragen: Mstislav Rostropovitsj. Uit dankbaarheid heeft hij ze een leven lang over de hele wereld gespeeld. Opnamen zijn niet alleen verschenen op EMI, maar uiteraard wemelt het ook van de live-registraties. Bohuslav Martinu heeft het zijn leven lang zonder beroemde solisten moeten rooien, ondanks het feit dat hij een paar schitterende soloconcerten voor zowel de viool, de altviool, de cello als de piano heeft gecomponeerd. Heel langzaam lijkt het besef door te dringen dat we in Martinu te maken hebben met een van de grote componisten van de twintigste eeuw, maar dat besef dringt voorlopig alleen door in de opnamecatalogus. De concertpodia kunnen het nog steeds niet geloven. Jammer, want een stuk als het eerste celloconcert is een schitterend werk dat door een zaal gretige muziekliefhebbers liefdevol ontvangen zou worden. Jammer dat de zalenbazen behalve in dat van Dvorák niet in celloconcerten geloven...... Gelukkig hoeven we de vraag niet te stellen aan de Zwitserse cellist Christian Poltéra, die voor het label BIS nu de beide celloconcerten van Martinu heeft vastgelegd. Het eerste concert in combinatie met het concert van Dvorák ( BIS2157), het tweede op deze schijf samen met het tweede concert van Sjostakovitsj. Het label BIS verdient een groot compliment voor het vertrouwen in de kooplustige consument. Een vertrouwen dat gestaafd wordt door de fenomenale prestatie van cellist Poltéra. Wanneer ik mij beperk tot de beide concerten van Martinu zijn er in een halve eeuw slechts een paar opnamen verschenen. Angelica May en Vaclav Neumann werkten samen in een registratie voor Supraphon, een moedige eersteling die het qua toonvorming en intonatie moet afleggen tegen de opvolger. Raphael Wallfisch, gewaardeerd huiscellist van Chandos, maakte een opname met Jiri Belohlavek die zowel op Chandos als op Supraphom verscheen. Een fraaie uitvoering, die alleen in de snelle gedeelten wat smetjes in de intonatie vertoont, maar waarin vooral in de zangrijke momenten veel te genieten valt. De meest recente opname van de beide celloconcerten van Sjostakovitsj, gespeeld door Alisa Weilerstein, verscheen onlangs op het label Decca. Weilerstein is een van de topcellisten van dit moment en maakt duidelijk dat er zelfs na Rostropovitsj in technisch opzicht vooruitgang geboekt kan worden. Duidelijk is ook dat ze een interpretatie nastreeft waarin veel meer ruimte is voor eigen agogische inzichten, waarin ze fors verder gaat dan haar grote voorbeeld. Poltéra blijft meer op afstand en krijgt daardoor het altijd sterke voordeel van de twijfel, die evenwel ruimschoots overwonnen wordt na enige malen beluisteren. Zijn interpretatie overtuigd door de ijzersterke techniek - elke noot wordt geraakt - en de gelijke aandacht voor het apollinische in de langzame delen en het dionysische in de snelle passages. Belangrijk is de orkestrale steun die hij ondervindt van Gilbert Varga (de zoon van Tibor), die in het bijtende scherzo van Sjostakovitsj de persiflerende contrafagot heerlijk zijn gang laat gaan. Vergeet u vooral niet om voor het slapengaan even te luisteren naar het langzame deel uit het tweede concert van Bohuslav Martinu in de vertolking van Christian Poltéra. Samen verdienen ze het. index |
|