CD-recensie
© Siebe Riedstra, augustus 2017
|
It was written back in 1922, well before Stravinsky's Symphony of Psalms made it fashionable for French - speaking composers to strike a monkish pose. It sounds like a Renaissance mass lost in time, aware nonetheless of long centuries passing and new horrors unfolding. In 1922 schreef de calvinist Frank Martin een Mis voor dubbelkoor - naar eigen zeggen een zaak tussen hem en zijn Schepper. Hij stopte bij het Agnus Dei en legde het werk onvoltooid weg. Vier jaar later vond hij de inspiratie om de mis te voltooien, maar van een uitvoering kwam het niet. Martin bleef van mening dat de persoonlijke religieuze instelling die in deze muziek doorklinkt niet thuishoort in het publieke domein. Veertig jaar later zwichtte hij na lang aandringen voor het verzoek tot uitvoering en publikatie. Aanvankelijk met aarzelend succes, maar na zijn overlijden in toemenende mate, met als resultaat een golf aan opnamen in het cd-tijdperk. Ironisch genoeg overtreft de oplage van de Mis in de cd-catalogus al zijn andere werken, die toch ook niet te klagen hebben over een gebrek aan belangstelling. In de online catalogus van de Stichting Centrale Discotheek tellen we maar liefst achtentwintig uitgaven. Daarbij zijn natuurlijk legio opnamen die met liefde en vlijt zijn gemaakt door semi-professionele koren, of Engelse jongens/mannenkoren. Maar als je het kaf van het koren scheidt blijven er een paar hele goede over: de robuuste uitvoering van Eric Ericson met het Radiokoor van Stockholm op EMI, de hyperromantische Robert Shaw met zijn Festival Singers op Telarc en de wat minder bekende Vasari Singers, een tikje bleek, op United. Het Nederlands Kamerkoor heeft een lange geschiedenis met Frank Martin, die alles te maken heeft met oprichter Felix de Nobel. Hij was goed bevriend met de componist en zorgde met zijn koor voor menige Nederlandse première en opname. De Ariel Songs zijn zelfs geschreven voor Felix de Nobel, die er in 1955 een (mono-)opname van maakte voor Philips, die is herverschenen op een verzamel-cd van het NKK in de serie Dutch Masters. Dit is naar ik mij heb laten vertellen niet de eerste opname die het Nederlands Kamerkoor van dit werk heeft gemaakt, maar het is wel de enige die op dit moment de catalogus siert. Vorig jaar presenteerde Peter Dijkstra, de nieuwe chef-dirigent van het koor, zich eveneens met deze mis, dus wie weet wat nog kan komen. Het is hoe dan ook een van de beste registraties geworden die op dit moment voorhanden is. Het NKK is deze muziek op het lijf geschreven en Kaljuste heeft ideale tempi gevonden. De korte driedelige cantate "Et la Vie l'emporta" (En het leven overwon) is het laatste werk van Martin. De titel is ontleend aan een Luthers koraal dat Bach reeds gebruikte in deel 5 van Cantate 4, Christ lag in Todesbanden. De tekst, 'Es war ein wunderlicher Krieg, da Tod und Leben rungen. Das Leben behielt den Sieg, es hat den Tod verschlungen' heeft direct betrekking op Martins eigen situatie tijdens de compositie die onderbroken werd door een zware ziekte en een armbreuk. De alt-aria vlak voor het slot is een prachtig afscheid van het leven waarin Martin de perfecte synthese met zijn grote voorbeeld J.S.Bach heeft weten te realiseren. De eerlijkheid gebied me om melding te maken van een andere opname van de cantate op het label Cascavelle (VEL 1014), met iets betere solisten (Claudine Perret en Philippe Huttenlocher). Dat doet niets af aan deze onmisbare uitgave, die uitkwam op het inmiddels gestorven Q label van de Wereldomroep, maar nog volop te krijgen is in de webwinkel van het Nederlands Kamerkoor. Van harte aanbevolen. index |
|